Naar overzicht

Weg met moederschapsverlof en vaderschapsverlof!

Vaderschapsverlof verlengen en zelfs (deels) verplichten, zoals verschillende partijen bepleiten? Ieder zijn idee over moederschapsverlof, vaderschapsverlof, ondernemendemoederschapsverlof, zelfstandigenvaderschapsverlof, grootouderschapsverlof, … Ook in Vlaanderen gaan ballonnetjes geregeld op. Ieder had zijn waarheid, en wil, naar goed gewoonte, zijn eigen ideetje toevoegen aan de bestaande koterij. Goed bestuur vergt meer, zoals bijvoorbeeld een korf aan ouderschapsverlof die door de ouders onder hen verdeeld wordt in functie van hun situatie. In Staat van het Gezin (LS  5 juli 2016), bepleitten we al de familierekening: één korf met tijd en geld, die beheerd wordt door het gezin zelf, met één overheidsagentschap. Zweden wijst ons de weg.

We kunnen van 3 verloven met 4 uitbetalingsregimes, naar een eenvormige korf aan tijd en geld onder zelfbeheer van het gezin met één overheidsloket. Maak het ouderschapsverlof los van arbeid, het is een kinderrecht: anciënniteitsvereisten, sociaal statuut en andere complicaties verantwoorden dan geen complexe regelingen meer.

In de waaier aan gezinsvormen is de ouderlijke rol niet langer beperkt tot de ouders – als dat al ooit het geval was. Al wie de ouderlijke verantwoordelijkheid opneemt krijgt met de familierekening de nodige ondersteuning, los van bloedbanden. Zo kan een alleenstaande ouder de gehele korf opnemen, komen ook stief-, mee- en plusouders in aanmerking, of nog, werkende grootouders die een deel van de opvoeding van de kleinkinderen op zich nemen. De korf is ook genderneutraal, en maakt – op medische aspecten na – dus geen onderscheid tussen moeder en vader, of tussen hetero- en holebikoppels.

Keuzevrijheid voorop

Broodwinnaarsgezinnen worden tweeverdieners of carrièrevrouwen met huismannen, tijd- en plaatsonafhankelijk werken wordt het nieuwe 9-to-5. Gezinnen, in al hun variaties en vormen, kiezen met de familierekening zelf wie wat en wanneer opneemt. Zij beslissen wat voor hun specifieke situatie op dat moment in hun leven opportuun is. In overleg, tussen ouders onderling en met hun werkgevers. Het zet keuzevrijheid voorop, dus zonder het geregeld voorgestelde verplichte vaderschapsverlof. Iets wat trouwens ook niet bestaat in Zweden, in tegenstelling tot wat we geregeld lezen. Wat wel bestaat, en waar we ons aan kunnen spiegelen, zijn prikkels die een gelijkere verdeling stimuleren.

Gelijke verdeling

Zo krijgt in Zweden in beginsel elke ouder de helft van de korf, maar ze kunnen daar onderling eenvoudig van afwijken. We weten immers uit de gedragseconomie dat wat we reeds bezitten, we hoger zullen waarderen. De Zweedse en IJslandse korven bevatten ook niet-overdraagbare delen: men is niet verplicht die rechten op te nemen, maar ze vervallen als een bepaalde ouder ze niet benut. Ook kan een meer gelijke verdeling beloond worden, hetzij financieel zoals in Zweden, hetzij door de korf te vergroten zoals in Finland of Duitsland. Opmerkelijk is hier dat Zweden een bonus uitkeert per dag dat beide ouders opnemen bovenop het niet overdraagbaar gedeelte. Daarmee vermijdt men dat bepaalde ouders – lees: vaders – net genoeg opnemen om de bonus te krijgen. Exact wat we zien in Finland en Duitsland.

Meer flexibiliteit, meer keuzevrijheid, een regeling aangepast aan de waaier aan gezinsvormen in onze hedendaagse maatschappij en hedendaagse arbeidsmarkt.  Zo geven we aan elke ouder – ook moeders – de kans hun plaats op de arbeidsmarkt op te eisen, en aan elke ouder – ook vaders – de kans hun ouderlijke rol ten volle op te nemen.