80% tewerkstelling in België: waar staan we écht?

België mikt op een ambitieuze doelstelling: tegen 2030 moet 80% van de bevolking op arbeidsleeftijd aan het werk zijn. Maar in 2025 blijkt die doelstelling nog ver weg. Geen enkele regio haalt vandaag de kaap van 80%, en de verschillen tussen gemeenten zijn groot.
Wat houdt bepaalde regio’s tegen? Waar boekt men vooruitgang? En hoe verschillen werk, werkloosheid en inactiviteit naargelang leeftijd, geslacht, herkomst en woonplaats?
Itinera’s nieuwste rapport biedt voor het eerst een gedetailleerd en interactief beeld van de Belgische arbeidsmarkt - van 2006 tot 2022 - gebaseerd op geolokaliseerde administratieve data.
Wat maakt dit rapport uniek?
Structurele analyse, geen momentopname
We kijken naar langetermijndynamieken ("het klimaat", niet "het weer") op basis van betrouwbare, volledige en geografisch fijnmazige gegevens van alle 18- tot 64-jarigen in België.
Tot op gemeentelijk niveau
De gebruikte data zijn veel nauwkeuriger dan klassieke enquêtes:
- ze tonen echt gedrag in plaats van antwoorden op vragenlijsten,
- ze zijn volledig en zonder steekproeffouten,
- ze laten toe te vergelijken per geslacht, leeftijd én woonplaats - tot op het niveau van elke gemeente.
Interactieve visualisaties voor iedereen
Via een innovatieve ‘scrollytelling’ kan elke burger zelf de situatie in zijn of haar gemeente bekijken én vergelijken. De visuele kaarten brengen niet alleen trends in beeld, maar ook blinde vlekken die in beleid vaak onderbelicht blijven.
Wat leren we uit de cijfers?
1. Grensgemeenten scoren zwak in officiële statistieken
Tewerkstellingsgraden liggen opvallend laag in grensgebieden. De reden? Grensarbeid wordt niet meegeteld.
Het aantal mensen dat in Luxemburg werkt is met 47% gestegen, terwijl het aantal inkomende grensarbeiders uit Nederland met 55% daalde.
2. Jongeren minder actief, ouderen steeds meer
- Jongeren (18-24 jaar): daling van de activiteitsgraad van 56% naar 44%.
- Ouderen (55-64 jaar): stijging van 40% naar 66%.
- In Brussel werkt slechts 23,6% van de jongeren, in Vlaanderen 39,5%, in Wallonië 30,2%.
(Let op: studentenjobs zijn niet inbegrepen.)
3. Vrouwen boeken terreinwinst, mannen verliezen terrein
De stijgende tewerkstelling is vooral te danken aan vrouwen:
- Vlaanderen: +20,6% bij vrouwen vs. +7,9% bij mannen
- Wallonië: +11,9% bij vrouwen vs. -8,8% bij mannen
- Brussel: geen groei bij vrouwen, -5,8% bij mannen
Ruimtelijke verschuivingen op de arbeidsmarkt
1. Verschillen vooral binnen regio’s zelf
80% van de verschillen in werkgelegenheid speelt zich af binnen de regio’s zelf, niet tussen Vlaanderen en Wallonië.
- 60% binnen Wallonië
- 20% binnen Vlaanderen
- 20% tussen beide regio’s
2. Stedelijke rand neemt het over van de stad
De tewerkstellingsgraad stijgt het sterkst in randgemeenten rond grote steden. Alle grote steden (ook Antwerpen en Gent) hebben nu lagere tewerkstellingscijfers dan hun rand.
3. Vlaamse steden: homogener dan Waalse
Onder de 40 grootste gemeenten:
- Vlaamse steden: tewerkstelling rond 75%, relatief gelijk verdeeld
- Waalse steden: gemiddeld rond 60%, maar met grotere onderlinge verschillen
Ongelijkheid blijft hardnekkig: herkomst en gender
Bij vrouwen van niet-Europese origine is de tewerkstelling opvallend laag:
- 80% van de <25-jarigen en 55-plussers is niet aan het werk
Ter vergelijking: bij Belgische vrouwen gaat het om 68% (<25 jaar) en 32% (55+).
In sommige Brusselse wijken bedraagt het verschil in werkgelegenheid tussen mannen en vrouwen meer dan 25 procentpunten.
Pendelgedrag verandert: dichter bij huis werken
Werken gebeurt steeds vaker dichter bij huis:
- Pendel tussen Vlaanderen en Wallonië daalt
- Meer Brusselaars pendelen naar Vlaanderen
- 83% werkt in de eigen regio