Naar overzicht

Arbeidsdeal

De Belgische arbeidsmarkt staat al vele jaren in paradoxale spreidstand tussen massawerkloosheid en openstaande vacatures. Die mismatch tussen vraag en aanbod wordt een wurggreep wanneer goede conjunctuur en uitstromende babyboomers vacatures naar een hoger plateau tillen.

Het is dus begrijpelijk dat de regering Michel een arbeidsdeal beoogt die daaraan een oplossing wil bieden. Maar vermits de mismatch structureel is, rijst de vraag wat een regering in haar eindfase nog vermag. En omdat arbeidsmarktbeleid grotendeels gewestelijke materie is, rijst de vraag wat het federale niveau nog aankan. Ik geef enkele voorzetten.

De eerste is loonlastenverlaging. De fameuze taxshift heeft de bottom line van de loonlasten globaal slechts voor 1 à 2 procent verlicht. We belasten arbeid nog altijd als een toxisch product. Willen we aanwerven bevorderen, dan moeten we de kostprijs van arbeid verder drukken. Liefst niet door uitzonderingsstatuten die baancreatie verkavelen, zoals flexijobs, maar door algemene loonlastenverlaging.

Voorkeursbehandeling

Het probleem is dat elke euro minder loonlasten moet gerecupereerd worden voor een begroting die kreunt onder vergrijzingskosten. We kunnen marge maken door voorkeursbehandeling te elimineren – denk aan bedrijfswagens of maaltijdcheques – maar substantiële loonlastenverlaging vergt een parallelle fiscale hervorming. Dat is niet meer voor deze legislatuur.

De werkloosheidsverzekering kan nog verder richting activering van werkzoekenden evolueren, door uitkeringen degressiever te maken en ook in de tijd te beperken. Zo vergroten we federaal de financiële stok om een baan te vinden. Daar moet regionaal een sterkere wortel van ondersteuning voor de werkzoekende bijkomen, want langdurige werklozen zijn per definitie moeilijk inzetbaar. Als we hen uit de werkloosheid in de bijstand duwen, hebben we niets gewonnen.

Staatshervorming

De grote uitdaging ligt trouwens niet bij de werklozen maar bij de paar miljoen Belgen op arbeidsleeftijd die gewoon niet actief zijn. Daaronder zitten echte probleemgroepen zoals niet-Europese immigranten, langdurig zieken, vervroegd gepensioneerden en de beroepsbevolking uit achtergestelde regio’s in Wallonië. Daarvoor moet gemobiliseerd op alle bevoegdheidsniveaus. Eigenlijk zouden alle uitkeringsregimes, voor alle groepen, in één krachtig beleid van gecombineerde activering en talentinvestering moeten samenvloeien. Dat vergt wellicht een staatshervorming.

Achter de structurele spanning tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, zit ook de structuur van de loonvorming. Terwijl de realiteit op de arbeidsmarkt fundamenteel divers is – tussen regio’s, tussen bedrijven en tussen arbeidskrachten – is de loonvorming fundamenteel uniform. Loonnorm, minimumloon, indexering, barema’s, anciënniteitsverhoging: het wordt allemaal beslist voor het hele grondgebied, door een combinatie van nationale en sectorale afspraken.

Variatie en flexibiliteit

Bedrijven zouden gemakkelijker aanwerven als ze minder konden betalen voor laaggeschoolde werkzoekenden, als ze oudere werknemers niet per definitie meer moeten betalen en als hun lonen de eigen productiviteit konden volgen. Er is te weinig variatie en te weinig flexibiliteit in de loonvorming. Dat treft de tewerkstellingskansen van de outsiders van de arbeidsmarkt.

Top-down minimumloon, automatische loonsverhogingen en de overjaarse complexiteit van tientallen paritaire comités behoren tot de grondoorzaken van de stroeve werking van de Belgische arbeidsmarkt. We offeren tewerkstelling op aan georkestreerde loongelijkheid. Daarin kan een federale regering wel handelen. Maar dan moet ze de moed hebben om het laatste taboe van het arbeidsmarktbeleid te doorbreken: het sociaal overleg en zijn structuren.

Er is geen elegante quick-fix om de mismatch tussen vraag en aanbod op onze arbeidsmarkt weg te werken. Een echte arbeidsdeal vergt een new deal, over loonlasten, over activering en over sociaal overleg. Het is nooit te laat om daarmee te beginnen.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.