Naar overzicht

Kiezen of delen voor multinationals

Wat een rotslechte week heeft de globalisering achter de rug. Terwijl het Suezkanaal letterlijk de internationale handel blokkeert, bewijst de Europese Unie elke dag de superioriteit van de natiestaat in het bestrijden van pandemie. De Unie ligt niet alleen intern overhoop, ze staat ook op het punt haar geloofwaardigheid als productie-hub te dumpen voor vaccinnationalisme. India is al zover. Wat verwacht je van andere landen als zelfs de architecten van de globalisering afhaken?

Ook president Biden gaat volle gas vooruit in het imiteren van China met planeconomie. De inkt van 1900 miljard dollar relance is nog niet droog, of hij kondigt al 3000 miljard overheidsinvesteringen aan. Tel dat bij de eerdere stimuluspakketten en de nog verwachte gelddrukkerij van de Federal Reserve en de teller aan overheidsinjecties komt boven de 8000 miljard dollar te staan. Als dat geen spectaculaire economische remonte oplevert, weet ik het niet meer.

Westerse multinationals zullen wat graag eten uit de ruif van de politieke relanceplannen. Maar dat zijn vergiftigde geschenken. Relance is slechts de tijdelijke positieve noot in een nieuw normaal dat hun winstmodel onderuithaalt. Multinationals hebben gouden decennia achter de rug dankzij transnationale productieketens die kosten drukken en inkomsten maximaliseren. Die gouden periode komt nu abrupt ten einde.

Barrières tegen China


Economisch nationalisme was onder Donald Trump nog een scheldwoord, het is nu een ideaal. De strijd tegen klimaatopwarming is ook de strijd tegen invoer uit goedkope productielanden die doorgaans meer vervuilen. De pandemie vraagt overal weerbare en autonome lokale productie. Nationale zekerheid en veiligheid onder geostrategische concurrentie tussen grootmachten betekenen barrières tegen alles wat uit China komt, tot nader order de assemblagefabriek van de wereldhandel.

Alsof dat nog niet genoeg was, worden multinationals steeds meer speelballen in de Nieuwe Koude Oorlog tussen Amerika en China. Voor China is er niets nieuws onder de zon. Geen enkel bedrijf kan in China zaken doen zonder zich aan de agenda van het communistische regime te onderwerpen. Vroeger betekende dat technologietransfer, politieke interferentie of diefstal van intellectuele eigendom. Nu is de prijs medeplichtigheid aan Chinese staatspropaganda.

De lijst met bedrijven die zwichten onder de druk van Chinese censuur wordt steeds langer. Wee uw gebeente als een werknemer, CEO of woordvoerder waar ook ter wereld een onvertogen woord lost over Chinese taboes al daar zijn Taiwan, Tibet, Tiananmen of Sinkiang. Dan wacht u officiële sabotage van de autoriteiten en een officieuze opstand van miljoenen consumenten, opgezweept door een agressieve heksenjacht op de sociale media.

De modeketen H&M en het sportmerk Nike zijn de laatste doelwitten van opgefokte Chinese toorn. Maanden geleden hadden die bezorgdheid geuit over het lot van de Oeigoeren in Sinkiang. Vorige week waren hun artikelen plots spoorloos op de grote Chinese internetwinkels en hun winkels plots gewist van de Chinese zoekmachines. De Chinese internetgiganten werden door het regime ingeschakeld voor een georkestreerde boycot. Allemaal Chinese represaille tegen een Amerika en Europa die, dankzij president Biden, de mensenrechten weer op tafel leggen.

Kiezen of delen


Westerse multinationals zweren bij duurzaamheid, maatschappelijke verantwoordelijkheid en mensenrechten. Die lippendienst was lang gemakkelijk en goedkoop. Dat is voorbij. Als Amerika en Europa vasthouden en als China blijft intimideren, is het kiezen of delen. Ofwel doe je handel in of met China, en dan ben je medeplichtig aan de misdaden van het Chinese regime. Ofwel blijf je het Westen en de westerse waarden getrouw, en dan verlaat je de Chinese markt.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.