Naar overzicht

Chinese vergrijzing

‘La démographie, c’est le destin’, aldus Auguste Comte. Een lotsbestemming die we dankzij statistiek lang op voorhand kennen. Wij weten al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw dat een grote babyboomgeneratie, dalende geboortecijfers en stijgende levensverwachting ons opzadelen met demografische vergrijzing. En toch lopen we anno 2023 nog steeds achter de feiten aan en blijft het harken om de pensioenen en ons zorgmodel overeind te houden.

Dat ligt aan de korte termijn fobie van democratie, wordt gezegd. Maar zelfs het autoritaire China, schoolvoorbeeld van planpolitiek, laat zich verrassen door de eigen vergrijzing. Nochtans is die zelf georganiseerd, door de een-kind-norm die het communistische regime tussen 1980 en 2016 aan de bevolking opdrong. Die onmenselijke politiek, met haar keerzijde van abortussen, gedwongen sterilisatie, babymoord op meisjes en dertig miljoen Chinese mannen zonder bruiden, doet de Chinese bevolking krimpen. Tegen 2100 zal die halveren tot onder de 800 miljoen, minder dan het dubbele van de verwachte Amerikaanse bevolking, aldus de Verenigde Naties. China zal oud zijn voor het rijk wordt: het omgekeerde van in de vrije wereld.

China wordt niet nummer één. Zijn bevolkingsevolutie maakt een op drie Chinezen 60-plus tegen 2050. Dat betekent minder dynamiek en minder potentieel voor innovatie, dus minder groeipotentieel. Productievere en hoger opgeleide burgers kunnen dat compenseren, maar die zullen nog minder kinderen krijgen. Een groter deel van de welvaart zal het levensonderhoud van ouderen in plaats van de toekomst van jongeren dienen. China zal een vergrijzing op turbosnelheid confronteren zonder volwassen economie, zonder een robuuste sociale zekerheid en met een relatief groot maar zeer ongelijk verdeeld spaarvermogen.

Zorg voor ouderen en onzekerheid over de toekomst

Wat zullen de politieke gevolgen zijn voor een land dat zichzelf op een missie van historische restauratie ziet? Nationale wederopstanding wordt niet gedragen door gepensioneerden maar door ambitieuze jongeren. De Chinese beroepsbevolking krimpt als sinds 2015. Ik verwacht niet dat China zich zal heruitvinden tot een immigratiebestemming voor wereldwijd talent. Chinese jongeren wacht een slow motion Japans scenario waarin familiale zorg voor ouderen en onzekerheid over de toekomst geleidelijk zwaarder wegen.

China komt zichzelf tegen. Mondiaal is zijn rol als workshop van de wereld op de retour. Huisvesting en infrastructuur kunnen de binnenlandse economie niet langer dragen. De COVID-periode heeft diep ingehakt op het welzijn van de bevolking. Bevolkingsgroei is niet langer een natuurlijke motor en wordt steeds meer een natuurlijke rem. Op korte termijn zal China zijn koers van economische opschaling en technologische autonomie aanhouden. Het zal meer planning en sturing van het beschikbare menselijk kapitaal op de Chinese gezinnen en samenleving moeten loslaten, anders dreigt het noodzakelijke talent te ontbreken. Nataliteitspolitiek volgt, maar heeft nergens een echte track-record.

Militarisme

Dan is er vrede of oorlog. Militarisme is vaak de afgeleide van demografische groei. Denk aan Frankrijk onder Napoleon, Groot-Brittannië onder Victoria, het Duitse Rijk onder Wilhelm II of het Japanse Rijk voor de Tweede Wereldoorlog. Imperiale regimes kunnen demografisch overschot inzetten voor territoriale ambities. Rusland pioniert een defensieve variant in ons tijdperk van demografische verschraling. Geconfronteerd met een bevolkingsimplosie en welvaartserosie die de legitimiteit van het regime ondermijnen, kiest het Kremlin voor buitenlandse agressie als alternatieve legitimatie. Een vijandbeeld van externe bedreiging heeft China al gecultiveerd. We moeten hopen dat het regime zich door de Chinese vergrijzing niet tot wanhoop laat verleiden.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.