Naar overzicht

Flexicurity in bedrijf: het beste van twee werelden?

In 2007 heeft Europa het begrip flexicurity omarmd, als één van de kerndoelstellingen van het Europese werkgelegenheidsbeleid. Flexicurity – in België aangeduid als “flexizekerheid” of “flexicurité” – zou dienen bij te dragen aan het beste van twee werelden: een flexibele en daarmee competitieve arbeidsmarkt en economie en tegelijkertijd werk- en inkomenszekerheid voor werkenden. Onder werkzekerheid wordt verstaan de zekerheid om aan het werk te komen en te blijven, en je als werkende te blijven ontwikkelen, maar niet per se in dezelfde functie bij dezelfde werkgever. Werkzekerheid onderscheidt zich van baanzekerheid (behoud van dezelfde baan bij dezelfde werkgever) en sociale zekerheid (een plaatsvervangend inkomen als geen betaalde arbeid kan worden verricht). De vraag die in dit rapport centraal staat, is wat er in de afgelopen zeven jaar op het niveau van landen, met de nadruk op België, en op het niveau van arbeidsorganisaties is gebeurd. Is de arbeidsmarkt zowel meer dynamisch als meer  zeker geworden?  Is flexicurity letterlijk in bedrijf? Beschikken ook mensen zelf over meer flexibiliteit? In welk opzicht? Is er sprake van een nieuw psychologisch contract, van nieuwe wederzijdse verwachtingen in het HR-beleid? Of is als gevolg van de diepe crisis de belofte van  flexicurity onder druk komen te staan? En wat voor een nader flexicurity design voor de arbeidsmarkt is wenselijk te achten?


rapport_ton_wilthagen.pdf
(1.08 MB) Downloaden