Activering 2.0: ontdooi de ijsschots
Wanneer we de Belgische arbeidsmarktstatistieken vergelijken met het EU-28-gemiddelde, dan zien we dat België vooral een hoge proportie inactieven kent. In tegenstelling tot werklozen, die ook geen baan hebben, zijn inactieven niet op zoek naar een job. Zelfs Vlaanderen heeft met 22.9% een percentage inactieven binnen de 20- tot 64-jarigen dat hoger ligt dan het EU-28-gemiddelde. Stijn Baert vergelijkt dit met een ijsschots. Historisch focust het beleid heel erg op het topje van de arbeidsreserve, de werklozen dus, maar de veel grotere arbeidsreserve onder de waterlijn krijgt veel minder aandacht.
Deze hoge inactiviteit toont meteen de weg voor activering 2.0: een activering die de hoge inactiviteit mee in rekening neemt en zo de ijsschots op onze Belgische arbeidsmarkt ontdooit. De Vos (2018) spreekt in deze over ‘preventieve activering’ (die inactiviteit moet helpen voorkomen) en ‘reactivering’ (die transities van inactiviteit naar werkzaamheid moet bewerkstelligen) als cruciale elementen van een arbeidsmarktbeleid in de context van Werk 4.0.
Beide sporen worden in deze paper concreter gemaakt. Enerzijds gaat Stijn Baert in op hoe we de instroom in inactiviteit kunnen beperken en de uitstroom uit inactiviteit versterken. Anderzijds werkt hij uit hoe we de huidige activering van werklozen kunnen uitbreiden naar een gestructureerde activering van werklozen én inactieven. Dat laatste zal volgens hem enkel lukken als werken voldoende aantrekkelijk is: om de ijsschots te laten smelten dient de omgeving voldoende “warm” te zijn.
Een rapport van Prof. dr. Stijn Baert.