Naar overzicht

Pensioenrouw

De babyboomers, de demografische vergrijzing, langer werken en andere pensioenen. Al meer dan twintig jaar, in studies, debatten, interviews en columns als deze, houden ze mij bezig. En zie: op de dag dat ik de heimat inruil voor Australië organiseren de verenigde vakbonden alweer een actiedag tegen pensioenhervormingen. Het zoveelste vakbondsprotest tegen de zoveelste pensioenhervorming door de zoveelste federale regering.

Men zegt dat rouwverwerking over vijf chronologische stadia verloopt: ontkenning, boosheid, verzet, depressie en aanvaarding. Pensioenverandering is in België een rouwproces van eeuwige ontkenning. Langer werken is onmogelijk of onwenselijk. Hogere pensioenleeftijd is pensioendiefstal. Meer pensioen naar effectief werk, en dus minder pensioen voor inactiviteit, betekent sociale afbraak. Vergrijzingskosten vergen alleen hogere belastingen. De mantra van de pensioenontkenning wordt steeds weer beleden en verkondigd, syndicale pensioenpropaganda inbegrepen.

Hoe anders had het kunnen lopen als de uitvinders van het brugpensioen in de jaren 1970 de eer aan zichzelf hadden gehouden en de crisismaatregel van georganiseerde loopbaanverkorting hadden stopgezet wanneer de crisis voorbij was. Dan was niet de hele loopbaancultuur en het hele personeelsbeleid besmet geraakt met het virus van talentdumping dat we nog altijd uitzweten.

Pensioenfaveurs

Hoe anders had het kunnen lopen als ons zogezegd overlegmodel had gewerkt, als vakbonden en werkgevers hun verantwoordelijkheid hadden genomen, als oudere werknemers niet per definitie duurdere werknemers zouden zijn, als opleiding, vorming en flexibiliteit de hele loopbaan zouden dienen. Dan konden we zware beroepen vermijden in plaats van ze met pensioenfaveurs te moeten belonen.

Hoe anders had het kunnen lopen als bewindslieden de vele rapporten hadden aangegrepen die decennialang de pensioengolf van de babyboomers voorspelden, als we andere landen waren gevolgd die al vanaf de jaren 1990 pensioenen aan de demografische realiteit hebben aangepast. Dat hadden we geleidelijk en op tijd kunnen anticiperen. Dan moesten we anno 2018 niet meer discussiëren over de pensioenen terwijl ondertussen de hele babyboomgeneratie al met één been of meer in haar pensioen staat.

Hoe anders had kunnen lopen als de fameuze Paarse regering van begin deze eeuw de publieke opinie niet in slaap had gewiegd met het Zilverfonds en het Generatiepact. Dan hadden we niet de illusie gewekt dat het afbouwen van de historische Belgische staatsschuld de toekomstige factuur van de vergrijzingskosten zou dekken en dat cosmetische pensioenhervorming volstond. Dan hadden we geen tijd verspild met een officiële Vergrijzingscommissie die elk jaar met nieuwe cijfers goochelt.

Hoe anders had het kunnen lopen als de huidige regering met de volle kracht van verandering was gegaan voor het pensioenplan waarover die andere officiële commissie, aangesteld door de vorige regering, een consensus had bereikt. Dan was het vakbondsprotest evenredig geweest met de inzet. Dan was de hervorming een feit en kon de volgende regering energie steken in de toekomst in plaats van in het verleden. Dan was de pensioenrouw eindelijk voorbij.

Laten betijen

Het vergaat ons met pensioenen zoals met onze staatsschuld, infrastructuur, mobiliteit of energie. Op alle niveaus en bij alle verantwoordelijken heerst een collectief onvermogen tot strategische beleidskeuzes. Dat incompetentievermogen wordt alleen overtroffen door het tolerantievermogen van de Belgische kiezers die hun vertegenwoordigers steevast laten betijen.

We weten nu al dat de volgende federale legislatuur opnieuw met pensioenhervormingen zal worstelen, terwijl de factuur voor het niet-hervormen van de pensioenen van de babyboomers dan echt begint te wegen. Vroeg of laat krijgen we inderdaad de rekening voor ons collectief falen gepresenteerd. Helaas wordt die rekening niet betaald door de generatie die voor dat falen verantwoordelijk is.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.