Naar overzicht

Pensioenen, langer werken, staken: Groundhog Day

Ik ben de tel kwijt hoe vaak en hoe veel we hierover al meer dan twintig jaar dezelfde carrousel draaien. Deze dateert van 2011. Leest als 2025. Helaas. 

Niettemin is het besef breed gegroeid, is het protest stilaan gemarginaliseerd en grijpt deze regering dieper door dan eerdere. Maar de cumulatieve achterstand en erfenis: daaraan ontsnappen we niet. 

Oproep tot visie en realisme voor pensioenhervorming (AD… 2011 - repeat)

In de hilarische film “Groundhog Day” beleeft Bill Murray als weerman keer op keer dezelfde dag uit zijn leven. België heeft een patent op de Groundhog Day van het pensioendebat. Die gaat als volgt. 

Eerst studeren en emmeren we er op los in de vele gremia van dit land. Daarbij staan vakbonden steevast op de rem. Aan de zijlijn blijven werkgevers en werknemers vervroegd pensioen en loopbaanafbouw organiseren. Uiteindelijk komt de politiek met veel gezwoeg tot babystapjes die alleen aan grenzen en voorwaarden morrelen. Daartegen trekken de vakbonden de straat op. Bewindslieden verdedigen hun compromis als de oplossing die de pensioenen zal veilig stellen. Enkele jaren later beseffen we dat het nog niet genoeg is en begint de carrousel opnieuw.

Dat is het verhaal van het Generatiepact. Het is ook het verhaal van het huidige pensioenakkoord. Heel de heisa is één grote déjà-vu. Het zou hilarisch zijn, ware het niet zo ernstig. Waarom faalt België waar andere Westerse landen wel slagen? Onze pensioendiscussie wordt verziekt door een toxische mix van negationisme, fundamentalisme en utopisme. 

Negationisme ontkent de noodzaak van pensioenhervorming. We moeten alleen meer geld vinden. Vóór de crisis gingen we de staatsschuld afbouwen, het Zilverfonds spijzen en zo de vergrijzing betalen. De staatsschuld is nooit afdoend gedaald en het Zilverfonds kan welgeteld zes maanden pensioenen betalen. Intussen stijgt de schuld. Moet de pensioenfactuur van de vergrijzing – geleidelijk 4,5% van het BBP onder optimistische economische prognoses – dan gewoon met belastingverhoging worden betaald? Ons land is al wereldkampioen sociale uitgaven en onze globale belastingdruk staat al aan de bovengrens. Almaar meer belasten, is een scenario voor verval.

Pensioenslaven

Voor pensioenfundamentalisten is het “touche pas à ma pension”. Verworven rechten zijn sacraal. Maar wat betekenen verworven rechten wanneer we ze niet meer kunnen betalen? De verhouding tussen werkenden en niet-actieven is hét pensioenfundament: jongeren betalen dus de pensioenen van de gepensioneerden. Die verhouding zal nagenoeg halveren in de komende decennia. In de overheidssector speelt daarenboven een vergrijzing binnen de vergrijzing. Massale aanwerving van ambtenaren in het verleden zadelt ons op met de oudste overheid in de OESO. Daarenboven erodeert de financieringsbasis van de overheidspensioenen doordat er meer werknemers en minder bijdragende ambtenaren in de nieuwe generatie zitten. Ik verdenk niemand van generatie-egoïsme. Maar niets doen, maakt van jongeren pensioenslaven en bevriest de hele samenleving in een steeds nijpender dwangbuis van besparen en belasten. Uiteindelijk zal die kruik barsten en het hele systeem bedreigen: juist het omgekeerde van wat fundamentalisten wensen. 

Pensioenutopisme verkoopt elke bescheiden pensioenaanpassing als de definitieve doorbraak. Het reduceert pensioenhervorming tot bezuinigingen en vraagt zo om protest. Het creëert een perceptie van stabiliteit, wat als een boemerang terugkeert bij de volgende pensioenronde die opnieuw in een verwachtingspatroon zal inbreken. Het gespin van de politieke wereld om afgewaterde compromissen als te verkopen als heuse “pacten” en redders van de sociale zekerheid, verziekt verder de mentaliteit en de cultuur van het land en vormt zo mee de voedingsbasis voor het pensioen-negationisme en -fundamentalisme.

Laten we de vicieuze pensioencarrousel stoppen met visionair realisme. Dat bestaat uit vijf basisingrediënten. De eerste is geld. Nagenoeg 1,2 miljoen babyboomers en een levensverwachting die voor elke loopbaan van 45 jaar 10 jaar langer pensioen geeft, kunnen niet gecompenseerd worden met langer werken alleen. Langer werken is het enige dat we op korte termijn kunnen doen om de pil ietwat te vergulden en de rekening ietwat te temperen en te spreiden. Een kwestie van intergenerationele rechtvaardigheid. Meer niet. Ons collectief falen tot hervorming in het verleden betekent onvermijdelijk meer pensioenuitgaven uit lopende inkomsten: een heuse krachttoer nu we ook de erfenis van 35 jaar staatsschuld moeten opkuisen voor de euro-crisis. 

Tweede pijler veralgemenen

Op termijn kunnen we extra pensioenmiddelen genereren door een deel van de loonevolutie in kapitalisatie te gieten. Daarom moeten we snel de tweede pijler van aanvullende pensioenen veralgemenen, zodat er effectief kapitaal kan worden opgebouwd. De combinatie van twee pijlers kan de wettelijke pensioenen van zelfstandigen, werknemers en ambtenaren ook gemakkelijker naar elkaar doen toegroeien, wat de werking van de arbeidsmarkt zal steunen. Doordat sparen binnen eenzelfde generatie gebeurt, zullen we ook vermijden dat het pensioenstelsel bij elke generatiewissel onder financieringsdruk komt.

Daarnaast moeten we de demografie tackelen. Leeftijdsfetisjisme kunnen we missen. Elke verhoging van leeftijden is arbitrair en voorbestemd om ingehaald te worden door de levensverwachting. Dan blijft de carrousel draaien. Zoals de Zweden kunnen we demografie variabel inbouwen. Elke werknemer weet dan aan de start van de loopbaan welke minimale arbeidsprestatie er in zijn generatie nodig is om recht te hebben op een pensioen betaald door de volgende generatie. Daarmee is het voor altijd geregeld. En passant zullen we ook grenzen leggen aan het gelijkstellen van inactiviteit met arbeid. Dat gebeurt dan niet bij nacht en ontij onder acute besparingsdruk, maar in een doordachte maatschappijvisie. 

Hoeveel aandacht is er, tijdens de langste regeringsonderhandelingen ooit, gegaan naar welvaart maken in plaats van welvaart herverdelen? Precies.

Vervolgens moet er eindelijk een arbeidsmarktstrategie voor langer werken komen. Het ontbreken daarvan is één van de grote lacunes in het regeerakkoord. De prioriteiten zijn genoegzaam bekend. Loopbanen op maat, bijvoorbeeld via een loopbaanrekening die ook loopbaanplanning en opleiding versterkt. Een andere loonevolutie, die jongeren niet meer kunstmatig goedkoop en ouderen niet meer kunstmatig duur houdt. Een eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden dat van het ontslagrecht een modern wedertewerkstellingsrecht maakt. Een werkloosheidsverzekering die een werkverzekering wordt door degressieve uitkeringen te koppelen aan progressieve investeringen voor nieuw werk.

Last but not least, moeten we terug naar de essentie: groei. Jobs zijn de echte bouwstenen voor pensioenen. Hoeveel aandacht is er, tijdens de langste regeringsonderhandelingen ooit, gegaan naar welvaart maken in plaats van welvaart herverdelen? Precies. We hebben onze prioriteiten ondersteboven. En dat is de uiteindelijke motor van de infernale pensioencarrousel. De regering kan de sociale partners de hand reiken om de noodzakelijke besparingen in te bedden in een brede pensioenhervorming. We kunnen samen strategische keuzes maken waarbij elkeen een deel van de verantwoordelijkheid zal dragen. Die keuzes zullen dan over verschillende legislaturen moeten uitgerold worden. Dit is dus niet de legislatuur van de laatste kans. Maar ze is wel op weg om andermaal een legislatuur van de gemiste kans te worden.