Handen aan de ploeg voor langer werken
Tien jaar na het Generatiepact, diverse nationale stakingen en ettelijke dovemansgesprekken later, is de vaststelling nog altijd dat het de federale architecten van de arbeidsmarkt niet echt menens is met langer werken. Jawel, de noodzaak daarvan wordt algemeen onderkend: je kan moeilijk vergrijzing blijven afwimpelen als je intussen uw tenen moet uitkuisen voor extra miljarden pensioenkosten van babyboomers. Jawel, de kans dat werknemers boven de 55 hun job behouden, is in die periode geleidelijk iets minder klein geworden: we werken stilaan iets langer. Maar we bengelen nog altijd achteraan het Europese peloton. De kans dat werkzoekenden boven de 55 een nieuwe job vinden, is nog altijd stuitend laag.
De zoveelste pantomime over het zoveelste rondje frommelen met brugpensioen, toont andermaal dat de knop richting andere loopbanen nog niet is omgedraaid. Brugpensioen heet sinds 2012 “werkloosheid met bedrijfstoeslag”, precies om aan te geven dat het geen pensioenhangmat maar een werkloosheidsregime is voor mensen die nog werk te zoeken. Welnu, dat is zoals de term “allochtoon” verbieden en denken dat daarmee de integratieproblemen weg zijn. Niet dus. De psychologie van brugpensioen is en blijft dumpen en afschrijven. Die nefaste psychologie is de inzet van het huidige conflict.
Kwantitatief is de brugpensioendiscussie van vandaag een paar druppels in de oceaan van de vergrijzingskosten. Kwalitatief is ze van kritiek symbolisch belang. Tot midden jaren 1970 duurden loopbanen in België doorgaans een stuk langer dan vandaag. Dat waren niet de donkere middeleeuwen, dat was geen slavernij en veel beroepen waren toen fysiek meer belastend dan nu. Het was de mentaliteit. De invoering van het brugpensioen, oorspronkelijk bedoeld als tijdelijke crisismaatregel, is tussen de oren gekropen en heeft van vroeg stoppen een cultuur gemaakt.
Iedereen is daar debet aan: de werknemers die al aftellen als ze de 45 jaar naderen, de werkgevers die afschrijven, niet meer in ervaren werknemers investeren en er geen rendement in zien, de rekrutering die oud als ‘out’ beziet, de vakbonden die van alle gewoontes verwachtingen maken en van alle verwachtingen rechten, en de overheden die het hele boeltje mee hebben georganiseerd en gefinancierd. Het sociaal overleg, in theorie een verstandshuwelijk, is mede daardoor ontaard in een driehoeksrelatie met de overheid als subsidiërende derde. Als die ineens uit haar rol valt en onderpand weigert, zijn de onderhandelaars diep verontwaardigd. Het is nochtans de terugkeer van de normaliteit.
De puzzelstukken voor langer werken haalbaar en aantrekkelijk te maken, in plaats van het doemscenario van “uitpersing” waarvoor op deze pagina’s werd gewaarschuwd (DS 7 maart), zijn genoegzaam bekend en worden al lange jaren toegepast in andere landen. Het vergt andere loonlasten en loonevoluties over de loopbanen, zodat ouder niet noodzakelijk duurder maakt. Het vergt een veel doordachtere planning en onderhoud van de loopbanen, met meer verandering en meer investering in inzetbaarheid. Het vergt meer mogelijkheden tot flexibel werken, met name in de eindeloopbaan. Het vergt een klemtoon op investering, in plaats van op cash, bij ontslag. Het vergt de juiste financiële ondersteuning door de overheid, die alles op het stimuleren van activiteit en niets op het onderhouden van inactiviteit zet. Het vergt een personeelsbeleid doordrongen van duurzaamheid en talentdiversiteit. Het vergt 360 graden opvolging van alle werkzoekenden, punt.
Op al die terreinen is al vooruitgang geboekt, soms met mondjesmaat en soms met stevige tred. De puzzelstukken liggen op tafel. Nu nog allemaal samen de puzzel maken. Ik ben er van overtuigd dat we de afschrijfcultuur die er via het brugpensioen is in gekropen er weer samen met dat brugpensioen gaan uitkrijgen. Ik ben er van overtuigd dat personeelsverantwoordelijken vandaag al inzien dat ze het beschikbare talent beter moeten benutten, ook in welbegrepen eigenbelang.
Het begint met een lijn in het zand te trekken. Er moet een moment komen van symbolische kanteling, waarbij geen grijs compromis à la belge maar een duidelijke zwart/wit-keuze de hele boel in beweging zet. Dat moment is nu. Veel andere puzzelstukken staan verspreid in de diverse regeerakkoorden die ons land rijk is: de federale regering wil andere loopbanen via een loopbaanrekening, een ambitieuze pensioenhervorming staat in de stijgers, de taxshift weg van arbeid is in voorbereiding en de regionale regeringen – Vlaanderen voorop – willen allemaal het geld beter besteden voor activering naar werk.
Er komt dus de komende jaren nog veel meer op ons af dan wat vandaag voor zoveel rumoer zorgt. De inzet is daarom belangrijker dan gedacht. Wat zich nu afspeelt, is de voorronde voor het echte debat. Hoe de betrokken partijen zich gedragen, wie plooit en wie wint, zet de toon en is een precedent. Ik hoop echt dat we de neuzen in dezelfde richting en de handen aan dezelfde ploeg krijgen. Laten we gaan voor de win-win.
De zoveelste pantomime over het zoveelste rondje frommelen met brugpensioen, toont andermaal dat de knop richting andere loopbanen nog niet is omgedraaid. Brugpensioen heet sinds 2012 “werkloosheid met bedrijfstoeslag”, precies om aan te geven dat het geen pensioenhangmat maar een werkloosheidsregime is voor mensen die nog werk te zoeken. Welnu, dat is zoals de term “allochtoon” verbieden en denken dat daarmee de integratieproblemen weg zijn. Niet dus. De psychologie van brugpensioen is en blijft dumpen en afschrijven. Die nefaste psychologie is de inzet van het huidige conflict.
"Kwantitatief is de brugpensioendiscussie van vandaag een paar druppels in de oceaan van de vergrijzingskosten. Kwalitatief is ze van kritiek symbolisch en pyschologisch belang."
Kwantitatief is de brugpensioendiscussie van vandaag een paar druppels in de oceaan van de vergrijzingskosten. Kwalitatief is ze van kritiek symbolisch belang. Tot midden jaren 1970 duurden loopbanen in België doorgaans een stuk langer dan vandaag. Dat waren niet de donkere middeleeuwen, dat was geen slavernij en veel beroepen waren toen fysiek meer belastend dan nu. Het was de mentaliteit. De invoering van het brugpensioen, oorspronkelijk bedoeld als tijdelijke crisismaatregel, is tussen de oren gekropen en heeft van vroeg stoppen een cultuur gemaakt.
Iedereen is daar debet aan: de werknemers die al aftellen als ze de 45 jaar naderen, de werkgevers die afschrijven, niet meer in ervaren werknemers investeren en er geen rendement in zien, de rekrutering die oud als ‘out’ beziet, de vakbonden die van alle gewoontes verwachtingen maken en van alle verwachtingen rechten, en de overheden die het hele boeltje mee hebben georganiseerd en gefinancierd. Het sociaal overleg, in theorie een verstandshuwelijk, is mede daardoor ontaard in een driehoeksrelatie met de overheid als subsidiërende derde. Als die ineens uit haar rol valt en onderpand weigert, zijn de onderhandelaars diep verontwaardigd. Het is nochtans de terugkeer van de normaliteit.
De puzzelstukken voor langer werken haalbaar en aantrekkelijk te maken, in plaats van het doemscenario van “uitpersing” waarvoor op deze pagina’s werd gewaarschuwd (DS 7 maart), zijn genoegzaam bekend en worden al lange jaren toegepast in andere landen. Het vergt andere loonlasten en loonevoluties over de loopbanen, zodat ouder niet noodzakelijk duurder maakt. Het vergt een veel doordachtere planning en onderhoud van de loopbanen, met meer verandering en meer investering in inzetbaarheid. Het vergt meer mogelijkheden tot flexibel werken, met name in de eindeloopbaan. Het vergt een klemtoon op investering, in plaats van op cash, bij ontslag. Het vergt de juiste financiële ondersteuning door de overheid, die alles op het stimuleren van activiteit en niets op het onderhouden van inactiviteit zet. Het vergt een personeelsbeleid doordrongen van duurzaamheid en talentdiversiteit. Het vergt 360 graden opvolging van alle werkzoekenden, punt.
Op al die terreinen is al vooruitgang geboekt, soms met mondjesmaat en soms met stevige tred. De puzzelstukken liggen op tafel. Nu nog allemaal samen de puzzel maken. Ik ben er van overtuigd dat we de afschrijfcultuur die er via het brugpensioen is in gekropen er weer samen met dat brugpensioen gaan uitkrijgen. Ik ben er van overtuigd dat personeelsverantwoordelijken vandaag al inzien dat ze het beschikbare talent beter moeten benutten, ook in welbegrepen eigenbelang.
Het begint met een lijn in het zand te trekken. Er moet een moment komen van symbolische kanteling, waarbij geen grijs compromis à la belge maar een duidelijke zwart/wit-keuze de hele boel in beweging zet. Dat moment is nu. Veel andere puzzelstukken staan verspreid in de diverse regeerakkoorden die ons land rijk is: de federale regering wil andere loopbanen via een loopbaanrekening, een ambitieuze pensioenhervorming staat in de stijgers, de taxshift weg van arbeid is in voorbereiding en de regionale regeringen – Vlaanderen voorop – willen allemaal het geld beter besteden voor activering naar werk.
Er komt dus de komende jaren nog veel meer op ons af dan wat vandaag voor zoveel rumoer zorgt. De inzet is daarom belangrijker dan gedacht. Wat zich nu afspeelt, is de voorronde voor het echte debat. Hoe de betrokken partijen zich gedragen, wie plooit en wie wint, zet de toon en is een precedent. Ik hoop echt dat we de neuzen in dezelfde richting en de handen aan dezelfde ploeg krijgen. Laten we gaan voor de win-win.