Naar overzicht

Coronashock als gevolg van ‘organized irresponsibility’?

Onze reactie op globale risico’s – inclusief op pandemierisico’s die op televisie aangekondigd worden – is beperkt en laattijdig. De belangrijkste aanbevelingen uit pandemiedraaiboeken bleven dode letter; voor de invoering van de Belgische lockdown light was er geen enkele beperking op de (internationale) personenmobiliteit en twee maand na de identificatie van het nieuwe virus bleek ons land amper te beschikken over testcapaciteit. Vanaf 23 januari gingen 15 steden in de Chinese provincie Hubei in quarantaine en Wuhan liet in twee weken tijd een noodhospitaal optrekken met 10 000 bedden. Ongeziene noodmaatregelen volgens de WHO maar een groot deel van de Westerse wereld verwarde deze alarmerende signalen blijkbaar met ‘fake news’.

Een maand later zorgde COVID-19 voor chaos in Noord-Italiaanse ziekenhuizen en nog enkele weken later reageerde de rest van Europa eindelijk op de coronadreiging. En dan bleek dat we voor eenvoudige maar belangrijke producten zoals mondmaskers afhankelijk waren van China waar het aanbod de bruuske explosie van de vraag niet kon volgen. De saga over de mondmaskers begon en hoewel niemand ook maar enig idee kon hebben van het exacte aantal besmettingen in ons land, hoopten we collectief dat de ‘curve snel zou afvlakken’. De wereld bleef draaien maar de confrontatie met onze kwetsbaarheid en het gebrekkige reactievermogen zorgde voor een coronashock.

Een pandemieplan is niet voldoende


Ulrich Beck introduceerde met zijn boeken Risk Society (1992) en World Risk Society (1999) het concept van de risicomaatschappij met een cultuur van ‘organized irresponsibility’. Voor Beck zijn de globale markt en de complexe maar logge overheid twee belangrijke uitingen van georganiseerde onverantwoordelijkheid omdat deze instituties geen verantwoording moeten afleggen, ook niet tegenover zichzelf. Ondanks de welvaartscreatie van de laatste decennia leven we in toenemende mate in een ‘uninsured society’ en lijken we hierin te berusten. Zijn er pragmatische oplossingen die ons reactievermogen op bedreigingen zoals nieuwe pandemierisico’s verhogen? Het opmaken van een pandemieplan is niet voldoende. Er moet ook een kader gecreëerd worden dat het mogelijk maakt om moeilijke maatregelen zoals een beperking op de internationale personenmobiliteit wel te kunnen nemen. In het boek Coronashock introduceer ik hiertoe o.a. het mechanisme van een interventiefonds. En welke lessen trekken we uit de corona-aanpak voor andere onverzekerde risico’s zoals de mogelijke impact van de klimaatverandering, biodiversiteitsverliezen, de uitval van cruciale infrastructuur, cyberaanvallen of voedselcrisissen?

Door de quarantaines in Hubei en Noord-Italië vielen heel wat Europese bedrijven plots zonder grondstoffen en onderdelen. Uit analyses van softwareontwikkelaar Resilinc bleek dat de duizend grootste bedrijven ter wereld begin maart afhankelijk waren van twaalfduizend producenten en logistieke spelers in zones met een lockdown of quarantaine wegens COVID-19 (China, Italië en Zuid-Korea). Door het virus had ook een deel van de globale supply chain nood aan beademing. Betalen we de prijs van een overdreven hyperglobalisering? Een tijdelijke onderbreking in de aanvoer van printers, autobanden of sneakers is natuurlijk geen drama. Maar beseffen we voldoende dat tachtig procent van alle actieve farmaceutische ingrediënten die in Europa gebruikt worden, ingevoerd wordt uit China en India? China is ook goed voor zestig procent van de wereldwijde productie van paracetamol. Moeten we resoluut opteren voor meer productie binnen de eigen of Europese grenzen of bieden investeringen in zeer flexibele productiecapaciteit een (deel) van de oplossing?

De confrontatie met onze afhankelijkheid van de anonieme supply chain biedt opportuniteiten


De confrontatie met onze afhankelijkheid van de anonieme supply chain biedt ook opportuniteiten, o.a. voor het klimaatbeleid. Door de lockdown van een groot deel van de wereldeconomie daalden de CO2-uitstoot en de omgevingsconcentratie van conventionele vervuiling spectaculair. De implosie van de olieprijs vermindert echter het rendement van investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparingen. De finale impact van het coronavirus op de evolutie van de CO2-uitstoot zal afhangen van de beleidskeuzes die in de tweede helft van 2020 en in 2021 gemaakt worden. Het conventionele klimaatbeleid met nationale (non-ETS) emissiereductiedoelstellingen bekijkt alleen de lokale emissies en negeert de continue outsourcing van energie-intensieve activiteiten buiten de EU, om de producten hiervan achteraf terug in te voeren. In de praktijk assembleren Europese bedrijven in een relatief koolstofarme omgeving complexe producten waarvan een groot deel van de onderdelen en grondstoffen geïmporteerd wordt uit koolstofintensieve economieën. In Coronashock illustreer ik hoe een bijsturing van onze afhankelijkheid van de anonieme supply chain belangrijke klimaatwinsten kan opleveren. Enkele beleidsinstrumenten maken het mogelijk om het innovatieve potentieel in de rest van de wereld aan te sturen.

De coronafactuur komt bij de al hoge uitstaande overheidsschuld en de te verwachten factuur van de klimaatverandering. Wie twijfelt of het klimaatbeleid wel een prioriteit moet zijn op korte termijn, denk best even na hoe de huidige en toekomstige generatie aankijkt tegen deze opeenstapeling van facturen. Een wervend maatschappijproject is nodig om al onze talenten te kunnen mobiliseren. Het negeren van de klimaatuitdaging is geen optie. Waarom zou de huidige generatie zich dubbel plooien om de coronafactuur en de hoge uitstaande overheidsschuld weg te werken, om daarna de klimaatfactuur gepresenteerd te krijgen? Tegenover het klimaatrisico kunnen we ons niet georganiseerd onverantwoord gedragen.

Uit heel wat analyses blijkt dat hot spots van conventionele luchtvervuiling een hogere coronamortaliteit laten noteren. Luchtvervuiling tast de longen en het immuniteitssysteem aan. Volgens het Europese Milieuagentschap overlijden in Europa jaarlijks meer dan 400 000 mensen vroegtijdig als gevolg van conventionele luchtvervuiling (in het bijzonder fijn stof). Toch is een sterke verbetering van de luchtkwaliteit nog steeds geen uitgesproken beleidsambitie. Dit sluit niet aan bij de noodzaak om een wervend toekomstproject te ontwikkelen. Enkele grote steden boeken wel grote klimaat- en milieuwinsten en kunnen inspireren.

Het virus bevestigt dat de makkelijke keuze voor medicatie de immuniteit niet versterkt


Het nieuwe coronavirus ontziet niemand maar treft vooral ouderen met chronische aandoeningen zoals diabetes type 2 en een hoge bloeddruk. Ook valt het op dat mensen met obesitas oververtegenwoordigd zijn op de afdelingen intensieve zorgen. In Nederlandse afdelingen intensieve zorgen bleek in april ongeveer 75% van de COVID-patiënten een (veel) te hoge BMI te hebben. Het coronavirus bevestigt andermaal het belang van een gezonde levensstijl (in een gezonde omgeving). Een groot deel van de dure chronische aandoeningen kan immers vermeden worden dankzij een betere levensstijl. Dit is geen nieuw inzicht maar het virus bevestigt dat de makkelijke keuze voor medicatie – zonder een aanpassing van de levensstijl – wel de bloedparameters beïnvloedt maar de immuniteit niet versterkt.

De economische stilstand uit zich momenteel in oplopende begrotingstekorten, een hogere werkloosheid en een zeer grote onzekerheid in sectoren zoals horeca, cultuur, evenementen, retail en natuurlijk het internationale toerisme. De omvang van de coronafactuur hangt vooral af van het economische herstel in 2021. Maar wat willen we herstellen? Was het economische systeem voor de uitbraak van het coronavirus perfect en willen we zo snel mogelijk de economische activiteit herstellen, zonder het economische systeem bij te sturen? Of willen we het economische systeem aanpassen en verbeteren zodat een meer duurzaam economisch herstel centraal staat? Kiezen we voor een restart of voor een reset? Overheden hebben de financieel-economische crisis van 2008/2009 niet aangegrepen om de economie structureel te hervormen en te verduurzamen. Het onbeperkt injecteren van geld in de economie – met weinig of geen aandacht voor wat met dit geld gebeurt- loopt intussen gewoon door. Deze vorm van financiële doping kan leiden tot gevaarlijke speculatieve bubbels, wat net de bron was van de vorige crisis.

De coronacrisis wordt hopelijk wel aangewend om structurele verbeteringen door te voeren. In januari 2020 circuleerden cijfers over een verwacht begrotingstekort tot € 14 miljard. Toch was de werkgelegenheid nog nooit zo hoog in ons land… De politieke commentatoren hekelden een ‘ontspoorde situatie’. Met of zonder coronavirus, een beter bestuur van ons land is en blijft een dringende noodzaak.

Voorwaarden koppelen aan de steunmaatregelen


Overheden kunnen voorwaarden koppelen aan de steunmaatregelen voor specifieke sectoren. Hierdoor kan de maatschappelijke meerwaarde van deze sectoren verhoogd worden. Ook zijn er hervormingen nodig die een meer efficiënte reactie op externe bedreigingen mogelijk maken. Daarnaast kunnen ingrijpende economische hervormingen onze economie op een duurzame manier heroriënteren met een grote aandacht voor levenskwaliteit. Investeringen in de juiste infrastructuur, in aantrekkelijke steden en natuurlijk in mensen zijn essentieel om een wervend toekomstproject vorm te geven.

Johan Albrecht (2020). Coronashock. Hoe de coronacrisis de veerkracht van onze economie en samenleving kan versterken (ISBN 9789463932301)

https://borgerhoff-lamberigts.be/boeken/coronashock