Naar overzicht

Verlos ons van het begrotingsjuk

De federale regering torst een collectieve erfenis van begrotingslaksheid en hervormingszwakte. Ze wil op beide fronten een doorbraakregering worden, maar vervalt blijkbaar snel in die typisch Belgische combinatie van improvisatie en roekeloosheid in overheidsfinanciën. We moeten vooral hopen dat de ogenschijnlijke begrotingscrisis, toevallig maar handig afgekoeld met een belangrijke EU-top, uiteindelijk slechts schijn zal blijken. Maar het gemak waarmee de demonen van politieke fetisj en taboe het begrotingsdebat overschaduwen, getuigt van lichtzinnigheid die het kritieke geopolitieke tijdsgewricht niet verdraagt.

De wortel van het probleem ligt in het regeerakkoord. Dat is veel sterker en concreter in hervormingen dan in begroting. Budgettair overheerst voluntarisme: geen stijging van de globale belastingdruk en twee derde van de begrotingsinspanning via hervormingen en hun terugverdieneffecten. In dat oppervlakkige voluntarisme uit zich de Belgische politieke begrotingscultuur. Zonder een zweepslag in economische activiteit en werkgelegenheid en zonder een besparingslogica die de hervormingslogica flankeert, zit de regering gekneld tussen droom en werkelijkheid. Een van de twee vergt bijstelling, anders zullen begrotingscorrecties de coalitie permanent in de tang nemen. 

Terwijl partijvoorzitters het Wetstraatspel spelen, draait de wereld door. De nieuwe wereldorde, de transformatie van de Europese Unie in een bastion van industriepolitiek en strategische autonomie, vergen een regering die daarin de Belgische toekomst kan maken. Niet begroting, maar competitiviteit, productiviteit, strategische investeringen, industrie, energie: dat zouden de politieke slagzinnen moeten zijn. België in de vuurlinie van de financiële markten, de slaaf van rentelasten, de ergste begrotingszondaar in de eurozone, onder curatele van de Europese Commissie: dat is het omgekeerde van wat investeerders willen zien en het omgekeerde van ons land nodig heeft.

Neem defensie. Het regeerakkoord was naïef in het prikken van 2029 als deadline om 2% van het bbp te alloceren voor defensie-uitgaven. Dat hielp het begrotingsvoluntarisme. De inkt van het akkoord was nog niet droog of de 2% moest al meteen bereikt worden. Die extra miljarden zouden een begrotingscorrectie moeten vergen. Alleen rekent België op de permissiviteit van Europa, dat toelaat tot 1,5% van het bbp in het rood te gaan voor uitgaven die normaal bovenop de NAVO-norm zouden moeten komen. En van investeringen in weerbaarheid en veiligheid, een bijkomende anderhalve procent afgesproken in de NAVO, hoor je niets. 

Terwijl heel Europa mobiliseert om van defensie een motor van industriële en technologische investeringen te maken, mist België daarin snelheid en slagkracht. En als straks de oorlogswinsten van Euroclear niet meer in onze schoot vallen, wordt het nog meer harken om vooral andermans wapens te kopen terwijl kansen voor nieuwe industrie en kampioenbedrijven passeren. Ondertussen luiden de alarmbellen over desinvesteringen en herstructureringen en kreunen sterkhouders als de chemie en de biofarma onder dreigend verval. Dat zou de prioriteit van de regering moeten zijn. 

We kunnen ons niet permitteren dat de begroting als een molensteen rond deze regering blijft hangen. Premier De Wever ontdekt zijn innerlijke Dehaene wanneer hij de mix van het Globaal Plan dertig later opnieuw bovenhaalt: loonmatiging, btw-verhoging of crisisbelasting, en het aftoppen van de groei in zorguitgaven. Er zijn wat andere ingrediënten denkbaar, waaronder een kritische doorlichting van allerhande voordeeltarieven en subsidies. Maar een mix die de begrotingscrisis kan beheersen en evacueren voor de rest van de legislatuur is echt meer dan wenselijk. 

De politieke energie die daarmee vrijkomt moet ook gaan naar een tweede fase in het herstel van de overheidsfinanciën: een echte kentering in de drift naar steeds meer overheidsbeslag en steeds meer schulden in ons land. Een brede en diepe belastinghervorming, al voorbereid in de vorige legislatuur. Een hersteltraject van besparen, vereenvoudigen, verbeteren en productiever maken, voor de hele overheid en voor de welvaartsstaat. Een efficiënte en duurzame staatsstructuur, inclusief meer regionale fiscale verantwoordelijkheid en een reset voor Brussel. Elke definitieve kentering van de Belgische begrotingsmalaise vergt die driehoek. De voorbereiding daarvan kan in expertisegremia ondersteund worden.

Een federale regering die de acute begrotingscrisis stopt met een overbruggingsplan, die ambitieus inzet voor welvaartsgroei en die tegen het einde van de legislatuur herstelscenario’s voor goed bestuur kan presenteren aan de kiezer. Dat heeft het land nodig. Dat zal de ondraaglijke lichtheid van de begrotingscultuur en de beloftecultuur doorbreken, ook bij de volgende verkiezingen. Als dat niet kan met de huidige partijenmix die federaal en regionaal aligneert, wanneer dan wel?