Naar overzicht

Schuldverslaving

Sinds de start van de eurocrisis in 2010 woedt onder economen een pennenoorlog of Europa onder begrotingsdiscipline lijdt. De discussie is helemaal terug nu de Italiaanse regering de geldkraan wil openzetten om, naar aloude Keynesiaanse logica, via schulden uit de schulden te groeien. Tegenstanders van de Europese orthodoxie hopen stilletjes dat Italiaanse populisten de ban van de budgetdiscipline zullen breken. Ik denk dat ze dwalen.

Ik vind de discussie over te veel of te weinig budgetcarcan in Europa vooral een salondiscussie. Ze negeert het verleden van opgebouwde schulden. In Italië staat de teller van de overheidsschuld al boven de 130 percent van het bruto binnenlands product. Wie dan roekeloos schulden wil bijmaken, riskeert al snel de toorn van de financiële markten. Als de twijfel over solvabiliteit aanslaat, is het snel terug naar af. Herinner u Griekenland in 2015. De populisten van  Syriza wonnen toen de verkiezingen met een beloofd einde van de besparingen. Die belofte verdampte meteen na de eerste reacties op de markten.

De theorie van Keynes wil dat de overheid best schulden bijmaakt als het economisch slecht weer is, om te minderen wanneer het weer betert. Dat is inderdaad economische theorie. De praktijk van democratische politiek is anders. In de politiek zijn nieuwe uitgaven zeer gemakkelijk om te maken maar aartsmoeilijk om te stoppen. Politici zijn halve Keynesianen: ze kennen alleen de uitgavenkant. Daarom staan de overheidsschulden overal zo hoog, ook bij ons.

Malgoverno

Dan zijn er het soort uitgaven. Onze welvaartsstaten doen aan permanent Keynesianisme onder de vorm van uitkeringen. Uitkeringen verhogen, is een favoriete politieke sport. Maar niet alle problemen zijn met uitkeringen dicht te smeren. Italië staat economisch stil. Concurrentiekracht, investeringen, infrastructuur, innovatie, maffia, en de beruchte malgoverno: stuk voor stuk structurele manco’s, geen economische dipjes die met gelddoping kunnen worden overbrugd.

De Europese budgettaire discipline vertaalt de realiteit dat veel landen van de Eurozone, Italië en België inbegrepen, schuldverslaafd zijn: ze verbergen structurele economische gebreken achter voortdurende begrotingstekorten. Gedwongen begrotingsdiscipline is dan gedwongen verandering voor meer economisch potentieel. Europa dwingt ons om de techniek van uitkeringen in te ruilen voor die van hervormingen.

De Italiaanse regering wil armen en werklozen tot 780 EUR extra in de maand toekennen. Dat kan armoede tijdelijk verlichten. Maar wat zal de impact zijn op de oorzaken van de armoede? Zullen de werklozen meer werkbereid zijn? Zal hun opleidingsniveau verbeteren? Zullen er meer jobs worden gecreëerd? Zal de achterstand van Zuid-Italië verminderen? De vragen stellen, is ze beantwoorden, helaas. Precies daarom is de budgettaire schoonmoeder in Brussel belangrijk.

Natuurlijk is de formele budgetdiscipline in de Eurozone een onbehouwen poging om negentien verschillende landen over dezelfde kam te scheren. Landen als Italië, Spanje, of Frankrijk hebben andere noden dan pakweg Duitsland of Nederland. Iedereen dezelfde begrotingsregels is te streng voor de ene en te laks voor de andere.

Veel tolerantie

Maar ook die terechte kritiek is vooral theoretisch. De budgetnormen zijn al aangepast aan conjuncturele factoren, die van land tot land kunnen verschillen. Bovendien tolereert de Europese Commissie veel afwijkingen. De praktijk van de Europese begrotingsorthodoxie is daardoor al behoorlijk onorthodox geworden, meer theorie dan praktijk.

Dat is misschien wel het echte probleem. Niet zozeer de Europese begrotingsregels maar hun toepassing is willekeurig aan het worden. Zolang de Eurozone geen transferunie wordt, is collectieve begrotingsstabiliteit nochtans noodzakelijk voor de stabiliteit van de euro. Wie pleit voor het einde van budgettaire discipline pleit voor een muntunie waarbij gedisciplineerde landen de andere moeten subsidiëren. Dat zou de euro politiek torpederen.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.