Duurzame aanpak van armoede
Armoede is een enorm probleem, zoals blijkt uit de cijfers: meer dan twee miljoen Belgen lopen het risico op armoede en sociale uitsluiting en bijna 500.000 mensen worden geconfronteerd met ernstige materiële ontbering. En deze cijfers houden geen rekening met de verarming van het minder rijke deel van de middenklasse als gevolg van de energiecrisis. Dit deel van de bevolking, dat nu al in moeilijkheden verkeert, voelt een reëel risico om af te glijden als de energiecrisis aanhoudt.
Armoede is ook een cruciale kwestie, en wel om drie redenen:
Ten eerste brengt armoede de autonomie en de waardigheid van mensen in gevaar. Ze doet afbreuk aan het leven van mensen en verhindert dat kinderen, jongeren en volwassenen in hun ontwikkeling hun volledige potentieel voor zichzelf en voor anderen verwezenlijken.
Ten tweede schaadt ze de samenleving. Enerzijds omdat armoede, door individuen te beschadigen, de gemeenschap berooft van de bijdragen van allen: wanneer burgers uit de boot vallen, verliest de hele samenleving. Anderzijds omdat ze de stabiliteit van bepaalde wijken en gemeenten in gevaar brengt.
Ten slotte stelt armoede de rol van de staat en de gemeenschap ter discussie. Wij vinden dat de staat niet verantwoordelijk moet worden gehouden voor het geluk van individuen. Ieder van ons, niet een of andere autoriteit, moet kunnen beslissen wat wij als een goed leven beschouwen. Maar de staat, en meer in het algemeen de gemeenschap, moet mensen verzekeren en beschermen tegen onge-vallen en gevaren van het leven. Het toeval bepaalt ons leven, van onze geboorte tot onze dood, en we zijn daarbij niet allemaal gelijk. De staat en het maatschappelijke middenveld moeten optreden om de impact van dit onrecht als gevolg van het toeval te beperken. Zij moeten de omstandigheden creëren die een waardig leven mogelijk maken.