Naar overzicht

Onvermogen om te besparen

De overheidsuitgaven zijn de voorbije tien jaar met meer dan 60 miljard euro gestegen, waarvan 36 miljard door de sociale uitkeringen en ondanks lagere rentelasten. De regering-Michel heeft haar begrotingsdoelstellingen al met 10 miljard naar beneden bijgesteld. Voor echte besparingen bleken de politieke obstakels weer te groot. Er spelen heel wat mechanismen, waardoor burgers steeds meer overheidsuitgaven verlangen of ze toch niet verwerpen.

Dat nieuwe uitgaven op minder weerstand stuiten mits gefinancierd met extra schulden eerder dan met belastingen, wist John Stuart Mill al in 1848.Een sterk mechanisme is de ‘fiscale illusie’. Bij velen dringt onvoldoende door dat uitgaven ook door iemand betaald moeten worden. Dat de generaties die onze schulden erven vandaag electoraal nog niet bestaan, versterkt dat nog.
Het mechanisme is verwant aan dat van de ‘common pool’. Groepen met goede politieke connecties bedingen gretig voordelen voor hun achterban, wetende dat de kosten afgewenteld kunnen worden op de hele bevolking. We zijn allen vertrouwd met politici die in verkiezingstijden beloven dat zij in ‘Brussel’ hun invloed zullen aanwenden voor de lokale bevolking.

Fiscale trukendoos

Overheden met een groot gat in de hand mijden meestal grote fiscale hervormingen. Belastingbetalers blijken minder gevoelig voor belastingen die al lang bestaan. Kleine aanpassingen die specifieke groepen bevoordelen, zijn dan weer schering en inslag, omdat ze meestal ongemerkt passeren voor het grote publiek. Dat mechanisme leidt tot een steeds complexer fiscaal systeem, waarin enkel wie dure fiscale adviseurs kan betalen zijn weg nog vindt. Af en toe steekt er een mediastorm op over het falen van een overheidsagentschap. Dat falen wordt gemakkelijker toegeschreven aan te weinig middelen dan aan te weinig goed bestuur. Onderzoek toont aan dat de lagere weerstand tegen belastingverhogingen na zo’n incident vaak probleemloos benut wordt om extra geld op te halen.

Het fiscale beleid maakt ook slim gebruik van het feit dat men een hogere belastingdruk makkelijker tolereert bij een groot aantal verschillende belastingen dan bij enkele grote, erg zichtbare. Een overheid met een grote geldhonger weet ook vaak belastingen goed te verstoppen in de prijsstructuur van producten. Denk aan alle extra heffingen op onze elektriciteitsfactuur. Klassiek is ook dat de inflatietaks, waarbij geldschepping geld ontwaardt, minder protest uitlokt. Het debat over het monetair beleid van de Europese Centrale Bank beroert maar een kleine kring van insiders.

Tijdelijk

Nog een handigheidje is belastingen invoeren als ‘tijdelijk’, terwijl ze een permanent karakter hebben. Die truc heeft een tegenhanger aan de uitgavenzijde: nieuwe uitgaven doen wegens een ‘uitzonderlijke’ omstandigheid. De kosten worden vaak pas veel later duidelijk.

In een land met een torenhoge belastingdruk lijkt het net belangrijk om het bijdragebeginsel meer in te schakelen. De verbruiker van publieke diensten wordt dan geconfronteerd met de werkelijke kosten. Zo bekeken, getuigen tolheffingen om grote infrastructuurwerken te financieren van gezond verstand. En ze kunnen perfect gepaard gaan met een lagere belasting op het wagenbezit. Dat is dan een intelligente taxshift.

In de sociale zekerheid geldt dat als de werknemer een duidelijke relatie ziet tussen de betaalde premies en de opgebouwde rechten, hij de premies meer zal zien als een prijs dan als een belasting. De premie heeft dan minder verstorende effecten op de arbeidsmarkt, zoals een daling van het arbeidsaanbod en een afwenteling op de werkgever waardoor de reële loonkosten stijgen. En de patiënt zou minstens bij het verlaten van het ziekenhuis wel eens de totale factuur mogen zien, zodat hij ook weet in welke mate de gemeenschap tussenkwam. Er mag ook wel eens worden gewerkt aan een transparanter loonstrookje, zodat de burger een duidelijker zicht krijgt op waar hij allemaal aan meebetaalt.

Verantwoordelijkheid nemen veronderstelt dat men zowel de baten als de kosten draagt van wat voortvloeit uit eigen keuzes. Dat kan ook de sleutel zijn tot maatschappelijke verbeteringen in breder perspectief. De staat is in al zijn geledingen een hele generatie lang zowat de grootste zelfbedieningszaak van België geworden. Niets is zo verleidelijk voor politici als de illusie creëren dat er geen grenzen zijn aan de cadeaupolitiek van de overheid. Maar ooit moet de rekening worden betaald.

Deze column verscheen in De Tijd op 28/03/2017