Nieuw rechts
Toen het financiële kapitalisme een dikke tien jaren geleden implodeerde, voorspelden velen de terugkeer van politiek links. De breed gedragen consensus voor marktwerking lag aan diggelen. Uit de as van het zogenaamde neoliberalisme zou een nieuw links verhaal herrijzen. Daarvoor waren er genoeg revolutionaire betogers en protestbewegingen. Het was enkel wachten op verkiezingen.
Zoveel jaar en zoveel linkse verkiezingsnederlagen verder is het niet politiek links maar politiek rechts dat in de crisis wederopstanding heeft gevonden. Eerst waren er overwinningen in de marge, voor populistisch of extreem rechts. Ondertussen is populisme aan het uitgroeien tot een nieuwrechtse consensus. Die heeft de macht in de thuishavens van de vorige consensus – Washington en Londen – en breekt fundamenteel met de orthodoxie van oud rechts.
Nieuw rechts verlaat vrijhandel voor gecontroleerde handel. Gedaan met de overtuiging dat meer welvaart voor iedereen komt uit het openen van markten voor iedereen, dat verliezers moeten geholpen worden voor verandering en niet beschermd tegen verandering. Handel dient alleen het nationale belang en wordt dus nationaal gestuurd. Daarom speelt president Trump soloslim en verlaat premier Johnson de Europese Unie.
Nieuw rechts staat niet langer voor privatiseren en markten, maar voor economische sturing door de overheid. Elke schroom voor het politiseren van de economie is verlaten omdat economisch nationalisme vooropstaat. Nieuwe infrastructuur, industrieel beleid, ontwikkeling van achtergestelde regio’s, ecologische transformatie: de politieke prioriteiten verschillen, maar overheidsinmenging is de gemene deler. Daaraan ontsnapt ook niet het monetair beleid van nationale banken, want dat moet voortaan de nationale politieke agenda dienen.
Oud rechts stond voor budgettaire orthodoxie. Elk begrotingstekort was een kwelling, symptoom van spilzieke en zwaarlijvige overheden. Voor nieuw rechts doen begrotingstekorten of overheidsschulden er niet toe. Onder Donald Trump tekenen de Verenigde Staten voor hun grootste tekorten in vredestijd. Amerika wordt Europees in zijn schuldverslaving, maar niemand geeft er een moer om. De Britse conservatieven waren tot voor kort de partij van besparingen. Boris Johnson heeft nu verkiezingen gewonnen met dure beloften van uitgaven en investeringen.
Nieuw rechts heeft niet meer als missie om de welvaartsstaat te transformeren, maar om die te beschermen tegen het buitenland. Tegen buitenlandse concurrentie die banen en lonen kost, tegen immigratie die uitkeringen kost, tegen internationale instellingen. Nieuw rechts scoort bij linkse kiezers met nationalistisch populisme, grote overheidsprojecten, hogere uitkeringen en lagere belastingen. Het komt daarmee weg omdat niemand de rekening moet betalen: de begroting is bijzaak.
Protectionisme, overheidscontrole, schulden en uitkeringen: de recepten van nieuw rechts lijken verdacht veel op die van oud links. Ik acht ze weinig duurzaam. Maar ze beleven hun hoogtijd. Ons tijdsgewricht vraagt om robuuste nationale strategie tegenover de opkomst van China, de klimaatverandering, de sociaaleconomische ongelijkheden, de digitale transformatie en de noodzaak van digitale soevereiniteit.
Nieuw rechts heeft geen diepe wortels. Het is een eerste antwoord op de grote vragen van de 21ste eeuw. Het is meer opportunisme dan ideologie. Maar in dat opportunisme schuilt opportuniteit. De opkomst van nieuw rechts kan het smeden van parlementaire meerderheden vergemakkelijken. De loopgraven van weleer worden verlaten. Coalities die vroeger ondenkbaar waren, worden denkbaar. Dat zien we in Oostenrijk, waar nieuw rechts met de groenen regeert.
Zonder pragmatisme en bestuurskunde kan nieuw rechts ontaarden in monsterverbonden die de toekomst opsouperen. Dat zagen we in België, waar Vlaams Belang en PVDA elkaar vonden in gratis uitkeringen. Maar misschien, heel misschien, kan nieuw rechts wel mee de weg banen naar een sterke federale regering. Hoop doet leven.
Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.
Zoveel jaar en zoveel linkse verkiezingsnederlagen verder is het niet politiek links maar politiek rechts dat in de crisis wederopstanding heeft gevonden. Eerst waren er overwinningen in de marge, voor populistisch of extreem rechts. Ondertussen is populisme aan het uitgroeien tot een nieuwrechtse consensus. Die heeft de macht in de thuishavens van de vorige consensus – Washington en Londen – en breekt fundamenteel met de orthodoxie van oud rechts.
Nieuw rechts verlaat vrijhandel voor gecontroleerde handel. Gedaan met de overtuiging dat meer welvaart voor iedereen komt uit het openen van markten voor iedereen, dat verliezers moeten geholpen worden voor verandering en niet beschermd tegen verandering. Handel dient alleen het nationale belang en wordt dus nationaal gestuurd. Daarom speelt president Trump soloslim en verlaat premier Johnson de Europese Unie.
Economische sturing door de overheid
Nieuw rechts staat niet langer voor privatiseren en markten, maar voor economische sturing door de overheid. Elke schroom voor het politiseren van de economie is verlaten omdat economisch nationalisme vooropstaat. Nieuwe infrastructuur, industrieel beleid, ontwikkeling van achtergestelde regio’s, ecologische transformatie: de politieke prioriteiten verschillen, maar overheidsinmenging is de gemene deler. Daaraan ontsnapt ook niet het monetair beleid van nationale banken, want dat moet voortaan de nationale politieke agenda dienen.
Oud rechts stond voor budgettaire orthodoxie. Elk begrotingstekort was een kwelling, symptoom van spilzieke en zwaarlijvige overheden. Voor nieuw rechts doen begrotingstekorten of overheidsschulden er niet toe. Onder Donald Trump tekenen de Verenigde Staten voor hun grootste tekorten in vredestijd. Amerika wordt Europees in zijn schuldverslaving, maar niemand geeft er een moer om. De Britse conservatieven waren tot voor kort de partij van besparingen. Boris Johnson heeft nu verkiezingen gewonnen met dure beloften van uitgaven en investeringen.
Nieuw rechts heeft niet meer als missie om de welvaartsstaat te transformeren, maar om die te beschermen tegen het buitenland. Tegen buitenlandse concurrentie die banen en lonen kost, tegen immigratie die uitkeringen kost, tegen internationale instellingen. Nieuw rechts scoort bij linkse kiezers met nationalistisch populisme, grote overheidsprojecten, hogere uitkeringen en lagere belastingen. Het komt daarmee weg omdat niemand de rekening moet betalen: de begroting is bijzaak.
Robuuste nationale strategie
Protectionisme, overheidscontrole, schulden en uitkeringen: de recepten van nieuw rechts lijken verdacht veel op die van oud links. Ik acht ze weinig duurzaam. Maar ze beleven hun hoogtijd. Ons tijdsgewricht vraagt om robuuste nationale strategie tegenover de opkomst van China, de klimaatverandering, de sociaaleconomische ongelijkheden, de digitale transformatie en de noodzaak van digitale soevereiniteit.
Nieuw rechts heeft geen diepe wortels. Het is een eerste antwoord op de grote vragen van de 21ste eeuw. Het is meer opportunisme dan ideologie. Maar in dat opportunisme schuilt opportuniteit. De opkomst van nieuw rechts kan het smeden van parlementaire meerderheden vergemakkelijken. De loopgraven van weleer worden verlaten. Coalities die vroeger ondenkbaar waren, worden denkbaar. Dat zien we in Oostenrijk, waar nieuw rechts met de groenen regeert.
Zonder pragmatisme en bestuurskunde kan nieuw rechts ontaarden in monsterverbonden die de toekomst opsouperen. Dat zagen we in België, waar Vlaams Belang en PVDA elkaar vonden in gratis uitkeringen. Maar misschien, heel misschien, kan nieuw rechts wel mee de weg banen naar een sterke federale regering. Hoop doet leven.
Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.