Naar overzicht

Nationalisme in het Witte Huis

In oktober 2018 schandaliseerde de voormalige president Donald Trump de wereld door zichzelf op een verkiezingsrally trots een nationalist te noemen. Ik moest daaraan denken toen ik las hoe de voorzitter van Hyundai, de Zuid-Koreaanse automaker, halsoverkop naar Washington is gereisd om er te lobbyen voor zijn elektrische auto’s. Let wel, die auto’s zijn een succesverhaal: Hyundai en Kia steken in de VS Tesla naar de kroon. Wat de voorzitter naar Washington doet snellen, is de kersverse ‘Inflation Reduction Act’ die internationaal gelauwerd wordt als het Amerikaanse antwoord op de klimaatopwarming.

Deze nieuwe wet voorziet in belastingvoordelen tot 7.500 dollar voor de wie een elektrische auto koopt. Maar er zit een adder onder het gras: alleen auto’s die in Noord-Amerika zijn geassembleerd, komen in aanmerking. Tegen 2024 mogen ook de batterijen niet uit China of andere zorgwekkende landen komen. Een jaar later geldt hetzelfde voor de zeldzame mineralen die daarvoor nodig zijn. De Amerikaanse autoproducenten wrijven zich in de handen. Slechts 21 van de 71 elektrische modellen die thans in de VS te koop zijn, kunnen de voordelen genieten. De lijst zal nog krimpen. Het is auto’s produceren in Amerika met materialen uit Amerika, of de Amerikaanse overheid prijst u uit de markt.

Uyghur Forced Labor Prevention Act

Met dit soort economisch nationalisme is president Biden niet aan zijn proefstuk toe. De handelsoorlog die Trump met invoertarieven op Chinese producten had ontketend, heeft Biden grotendeels aangehouden. In juni jongstleden trad bovendien de nieuwe ‘Uyghur Forced Labor Prevention Act’ in werking. Alle goederen geheel of gedeeltelijk ontgonnen, geproduceerd of gefabriceerd in de Chinese provincie Xinjiang, of door entiteiten die de Amerikaanse overheid op een daarvoor verdachte lijst zet, worden verboden voor invoer in de VS. Biden neemt symbolisch actie tegen de onmenselijke behandeling van de Oeigoeren door Peking, maar hij zorgt vooral voor onzekerheid over de mogelijke blokkade van honderden producten waarvan de waardeketen ook maar enigszins met Xinjiang kruist, tot grote bezorgdheid van het bedrijfsleven.

In februari dit jaar onthulde Biden al zijn strategie voor ‘kritieke aanvoerketens’, een blauwdruk om diverse federale agentschappen de Amerikaanse economie te doen doorlichten vanuit een perspectief van Amerikaanse controle, met als uitdrukkelijk doel het ‘revitaliseren van Amerikaanse industrie’. In uitvoering daarvan heeft het Witte Huis al diverse presidentiële orders uitgevaardigd voor industriële planning op Amerikaanse bodem, onder andere voor batterijen, kwantumcomputers, cyberveiligheid, essentiële medicijnen, voedsel, groene energie en daarvoor kritieke mineralen. De finaliteit is telkens Amerikaanse verankering, Amerikaanse productie en Amerikaanse banen. Als klap op de vuurpijl wil de ‘CHIPS and Science Act’ van begin augustus de productie van halfgeleiders in de VS organiseren via tientallen miljarden subsidies, in combinatie met een productieverbod voor de bevoordeelde bedrijven in China.

Amerika Eerst, systematische strategie

Onder Trump was ‘Amerika Eerst’ vooral een slogan. Onder Biden is het een systematische strategie. Met Amerika leidt de voormalige kampioen van de globalisering zowaar de de-globalisering via een storm van nationalistische en protectionistische planning. We kijken verbijsterd toe terwijl dezelfde president Biden officieel de wereld van democratieën rond zich wil verenigen. De Europese Unie gaat ook al voor autonomie achter een Europese muur. Dat is niet de manier om de wereld robuust te maken voor vrijheid en samenwerking. Amerika en Europa zouden samen een nieuwe fase van betere globalisering kunnen promoten. Nu drijven we landen weg. China sluit hen graag in de armen. Ooit zal ons dat zuur opbreken.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.