Naar overzicht

Expertise en beleid

Gedurende heel de coronacrisis hoorden we aanmaningen om 'de wetenschap’ te volgen. Niemand spreekt echter in naam van “de wetenschap”. Hopelijk is het inzicht ondertussen groter dat wetenschap vaak vooral complex, onvolledig en zelden afgerond is.

Het is niet aan wetenschappers om waardeoordelen te maken die onvermijdelijk zijn bij de uitvoering van het beleid. Vaak zijn er zoveel invalshoeken dat zowat altijd meer dan één beleidsoptie compatibel is met wat wetenschappers kunnen aanreiken. Besturen is kiezen. Wetenschap kan in het beste geval aantonen wat de impact van schoolsluitingen is op de verspreiding van het virus en de gevolgen voor de leerachterstand van de kinderen. Wetenschap kan niet zeggen of de scholen dan open of dicht moeten. Het proces van het organiseren van kennis voor beleid door middel van adviescommissies is zowel politiek als wetenschappelijk. Het gaat er bijvoorbeeld al om dat meerdere wetenschappers tot verschillende inzichten komen. In de coronacrisis zagen we ook dat meerdere landen tot ander beleid kwamen. Deze verschillen worden verklaard door politiek en niet wetenschap.

Stikstof

We hebben een heel actueel voorbeeld van de moeilijke verhouding tussen expertise en beleid met de stikstofproblematiek. Persoonlijk stel ik vast dat relevante beleidsvragen onvoldoende aan bod komen. Hoeveel natuurdiversiteit wil men nu precies in Vlaanderen? En zijn Ferrariskaarten van meer dan 200 jaar geleden voor iedereen de evidente maatstaf daarbij? Het is uiteraard legitiem dat sommigen graag tientallen grassoorten in elk dorp zien verschijnen. En evident is stikstof een pertinent debat waard. De vraag is echter wat er aan de andere kant van de tradeoff staat. Wat is de impact van een bepaald ideaalbeeld op de plaats voor de landbouw in Vlaanderen? Vandaag zien we academische experten met veel emotie in het debat staan waarbij kreten als “foei” niet van de lucht zijn tegenover iedereen die vragen stelt. Nochtans kan het beleidsinstrumentarium terzake met “kritische depositiewaarden” bekritiseerd worden als problematisch in zijn uitvoering. Delicaat op het vlak van democratische terugkoppeling is natuurlijk de regelgeving die op EU niveau tot stand komt. Vlaanderen lijkt zich sterk te inspireren op het beleid gepromoot door D66 in Nederland wat veel ingrijpender is dan hoe Duitsland met de uitdaging omgaat. Ondertussen wil de Nederlandse minister Adriaansens er voor gaan zorgen "dat Nederland niet langer sommige Europese regels strenger uitlegt dan andere landen.” Is het een optie dat Vlaanderen daar een voorbeeld aan neemt in plaats van de D66 visie te kopiëren? Hoe gaan we om met de vraag dat de natuur dertig jaar geleden ook niet ingeklapt is, toen de stikstof uitstoot drie keer hoger lag? Gaat ze dat binnen dertig jaar dan wel doen, terwijl de stikstof uitstoot sowieso verder daalt? De stikstofuitstoot zal dalen, de natuurkwaliteit zal verbeteren, de landbouw zal verduurzamen. Kunnen we dan slimmer beleid voeren dan tot nu toe met regels die langs alle kanten rammelen?

Cruciaal bij beleidsevaluatie is dat deze gebeurt met een blik op de brede impact. Evidentie verzamelen over beleidseffectiviteit impliceert ook steeds een transparante bijsluiter over de beperkingen van modellering. Kleine veranderingen in de aannames van de modelmakers kunnen grote effecten hebben op de schattingen en implicaties.

Chilling

Het is duidelijk dat velen aarzelen om belangrijke discussies te voeren in het verhit klimaat waarin we leven. Terughoudendheid wegens chilling effecten is problematisch. Ik ben persoonlijk benieuwd hoe in de opleiding journalistiek gesproken wordt over de strategie van sommige activisten om het tegensprekelijk debat wel erg moeilijk te maken. 

Het huidige debat over stikstof krijgt voor sommigen een religieus karakter waarbij iedereen die alternatieve opties bevraagt als ketter wordt afgeschilderd. Wetenschap censureert niet. In de loop van de pandemie verwijderde YouTube video's van universiteitsprofessoren met onpopulaire opvattingen. Het hele ideaal dat we ideeën moeten confronteren, bespreken, debatteren en weerleggen, wordt vandaag niet bepaald gehonoreerd.

Praktijk

Wat in theorie werkt, werkt in de praktijk niet altijd. Er zijn onderzoekers gespecialiseerd in de studie van de kloof tussen wat werkt in ideale omgevingen en wat werkt gezien de rommelige realiteit van de echte wereld. Het is aan het beleid om te achterhalen waarom de boodschap niet overkomt en hoe de acceptatie van het beleid te verbeteren. Wat er gebeurt als wetenschap het echte leven ontmoet, is toch wel de essentie bij overheidsbeleid.