Naar overzicht

Elke verkiezing draait om goed bestuur



We zijn in een periode aanbeland waarin het erop aankomt extra voorzichtig te zijn. Nadat de burger jarenlang rond de oren geslagen werd met uitspraken als 'we zitten op ons tandvlees' blijkt de politiek ineens van alles weg te kunnen geven. Over de meer dan 100 miljoen euro voor enkele aanpassingen aan de erfbelasting zei men zelfs letterlijk dat die tot doel hadden ermee 'naar de verkiezingen te trekken'. Nu valt er ook ineens ruim 100 miljoen euro uit de lucht voor onder meer een loonsverhoging van 0,3 procent voor 175.000 leerkrachten.




Wat aan deze pre-electorale maatregelen opvalt, is dat ze in domeinen gebeuren waar al jaren wordt gediscussieerd over de nood aan werkelijk ingrijpende hervormingen. Zo wordt in het onderwijs al sinds 2009 gesproken over een echt loopbaanpact dat inzet op kwaliteit bij de leerkrachten. De ambitie moet zijn dat de beste studenten leerkrachten willen worden. Om te schetsen hoelang dat al aansleept: je kan gemakkelijk memoranda vinden uit de tijd van de regeringen-Peeters (2007-2014) die oproepen om het loopbaanpact 'dringend' te realiseren. Hervormen betekenen letterlijk 'een nieuwe vorm' geven. In electorale tijden wordt dat echter nog al eens gereduceerd tot 'wat extra geld geven'.




Het probleem is natuurlijk dat veel kiezers zich daar niet van bewust zijn of, nog erger, het zich laten welgevallen. Het gevolg is dat de politiek zich vaak vooral bezighoudt met zaken die burgers kortstondig sympathiek lijken. Dat leidt tot een tendens om niet 'door te denken' over de gevolgen op termijn van bepaalde keuzes. Je zou Darwin-gewijs zelfs kunnen suggereren dat een natuurlijk gevolg daarvan is dat politici die niet 'doordenken' en zich beperken tot het maken van op het eerste gezicht sympathieke keuzes zo dominant aanwezig zijn.

Lichtzinnigheid


Mensen die reflecteren over de langetermijngevolgen van politieke keuzes stoort zo'n lichtzinnigheid enorm. Wie voor de korte termijn kiest, heeft hoogstens het excuus dat hij niet beter weet. Daarbij past dan weer de nuance dat er misschien weinig nagedacht wordt over de economische gevolgen van de beslissingen, maar dat er wel doorgedacht wordt over de politieke effecten.

In fiscale materies spreken we over het fenomeen 'don't tax me, tax the man behind the tree'. Zo was ik een keer uitgenodigd voor het radioprogramma BEL10 waarop luisteraars hun voorstellen konden doorbellen. De meeste suggesties kwamen erop neer dat ze de belastingen die ze zelf betalen, wilden verlagen en deze die anderen betalen, wilden verhogen. Opnieuw kan je dan vragen om door te denken. Belastingen op bedrijven klinken velen aantrekkelijk in het oor, tot je de luisteraar vraagt of die bedrijven daardoor misschien niet minder jobs creëren. Niet iedereen is echter bereid om enkele stappen verder te denken.

In theorie moet het parlement uiteraard het algemeen belang centraal stellen en de particuliere belangen overstijgen. Dan moeten we wel bereiken dat dat opnieuw functioneert. De realiteit is een particratie die heerst op basis van een volgzame meerderheid in een parlement, dat niet meer werkt vanuit het concept van 'checks and balances' maar als een stemmenmachine die van elders instructies krijgt. Ex-premier Herman Van Rompuy stelde eens dat 'een parlementslid van de meerderheid moet zwijgen. En bij de oppositie heeft men zelfs niets te zeggen.' Uiteraard is deze problematiek niet nieuw. Een remedie die ook door de Founding Fathers van de Verenigde Staten werd bepleit, is transparantie. Waak erover dat de kiezer die finaal de rekening betaalt tenminste op de hoogte is.





Electoraal opportunistisch gedrag lijkt voor velen misschien eerder onschuldig. Het is echter niet moeilijk talloze recente voorbeelden te geven van ernstige afwijkingen van de regels van goed bestuur, en dat op elk bevoegdheidsniveau in België. Dat kan gaan van wanpraktijken in het oerwoud van Brusselse vzw's tot het geknoei bij de aanwerving van ambtenaren bij Selor. Denk aan geknoei met aanbestedingen, ondoorzichtige selectieprocedures waarbij kandidaten na het afleggen van de tests naar de eerste plaats opschuiven doordat de score voor motivatie achteraf werd opgetrokken en werknemers die hun eigen onkostennota's ondertekenen. Minister van Ambtenarenzaken Steven Vandeput (N-VA) heeft zeker een punt als hij stelt dat 'iedereen kan vaststellen dat de veranderingen zeer traag verlopen'.




Van alle tijden


'Het bestuur is gebrekkig en ondoorzichtig. Waar de macht wordt uitgeoefend, bestaat weinig of geen democratische controle. De burger voelt dat aan, maar ziet niet klaar in de onzindelijke warboel. Hij weet niet echt wat er gebeurt en wie achter de schermen beslist. Hervormingen, conflicten, schandalen verdwijnen in grijze nevelen. Het gebrek aan degelijke informatie voedt de walg voor de politiek.' Klinkt vertrouwd? Dat is nochtans geen recente analyse. Ze komt uit het boek 'Achter de maskerade, over macht, schijnmacht en onmacht' dat Manu Ruys, decennialang hoofdredacteur van de krant De Standaard, over ons land in 1996 gepubliceerd heeft.




Goed bestuur is dus een eeuwige strijd die vooral structureel gevoerd moet worden. Het gaat niet op de zaken voor te stellen als 'enkele schandalen' als het om systemische effecten gaat. Onderdelen van die strijd zijn het verduidelijken van de opdrachten en doelstellingen, het aanpassen van de organisatiestructuren, het definiëren van de delegatie van bevoegdheden en het ontwikkelen van de noodzakelijke competenties. Verantwoording afleggen bij het gebruik van belastinggelden vereist een effectieve praktijk van evaluatie en objectieve prestatie-indicatoren met positieve beloningen en negatieve sancties.




In electorale tijden zal men steeds proberen de aandacht eerder op oppervlakkige fenomenen te vestigen. Maar onze toekomst hangt vooral af van de mate waarin we erin slagen de werf van het goed bestuur de aandacht te geven die ze verdient.

Deze opinie is gepubliceerd in De Tijd op 27 februari 2018.