Naar overzicht

Een mooie nota voor een ander land

Leo Neels maakt brandhout van de gelekte informatienota van Paul Magnette. Er mogen dan veel nobele doelen in staan, realistisch zijn ze niet.

Paul Magnette heeft een schitterende nota geschreven voor een ander land. Een land met goed bestuur, fors opgebouwde reserves, en bestuurders die projectmatig denken. Het plan-Magnette past bij de grote macro-economische fundamenten van België zoals een hulpbisschop bij een bordeel. De informateur doet aan wens­denken. Zijn ambitie is die van een tweedeklasser die de Champions League wil winnen. Kortom, de nota is een recept voor verdere achteruitgang.

Ons probleem is niet dat we aan de top staan en moeite doen om er te blijven. Het Belgische probleem is dat we zowel federaal als met de regio's achteruitgaan. Er is geen enkele internationale index met macro-economische gegevens waarin we boven de middelmaat uitsteken.

Welk geld?


Volledige tewerkstelling is een nobel doel, maar energie-efficiëntie en de magische oplossing van de files zullen onze productiviteit niet fenomenaal opkrikken. We hebben geen performant openbaar vervoer, wat nodig is om de mobiliteit te herstellen. Dé kern van productiviteitswinst is dat iedereen die kan langer actief blijft, en dat er opnieuw meer inactieve Belgen de weg naar de arbeidsmarkt vinden.

Onze grootste vijanden­ zijn de rigiditeit van de arbeidsmarkt­reglementering en de houding van vakorganisaties, die vertrekken van verworven rechten en zo het noodzakelijke herstel blokkeren. Dat is ook nadelig voor jongeren, voor wie de instap in de arbeidsmarkt te moeilijk is: er ontbreken daartoe te veel sporten onder aan de loopbaanladder.

De groene economie is een mooi doel, maar we zijn niet in staat afscheid te nemen van kernenergie. We hebben onvoldoende gascentrales en blijven dus aan­gewezen op import van dure energie van elders. Hoe milieuvriendelijk die is geproduceerd, is niet altijd helder, en de energieprijs is in werkelijkheid al een vorm van alternatieve inning van belastingen om de verliezen van verkeerd milieubeleid uit het verleden te betalen.

Hogere pensioenbijdragen en kortere arbeidsduur zijn, in het licht van de tekorten in de sociale zekerheid, vrome wensen waarvoor geen middelen zijn. Magnette vindt dat de overheid het tekort in de sociale zekerheid opnieuw automatisch moet bijpassen. De regering-Michel had daar voorwaarden aan gekoppeld, maar die wil hij opheffen. Dat katapulteert ons terug naar de periode van 'alles kan, alles mag op'.

Goede migratie kan onze activeringsgraad deels verhogen, maar dat vergt een uitgewerkt plan van selectieve immigratie, een degelijk plan om ongewenste immigratie te blokkeren én een goed humanitair plan om vluchtelingen die het verdienen correct te verwelkomen en snel naar de arbeidsmarkt te leiden. Daar is maar weinig van te vinden. Ook de aftredende regering maakte daar niet echt werk van.

Justitie en veiligheid moeten meer geld hebben. Welk geld? En is geld daar altijd het probleem, of zijn achterhaalde organisatie, manke uitrusting, slechte wet­geving en werkwijzen uit vorige eeuwen dat ook?

De staat moet efficiënter werken. Dat zal wel. Krijgen we dan beleid zoals in Wallonië? Symboolbeleid zoals de afschaffing van de Senaat of cosmetisch werk aan de staatshervorming zal de zaken echt niet oplossen.

Big bang


Er is een big bang nodig. De politieke wereld moet ontwaken in het jaar 2019, ná het electorale debacle van mei. Ze moet heldere beleidsdoelen formuleren op grond van een écht inhoudelijk debat, projecten opstellen met zichtbare en meetbare doelen, de fundering van onze macro-economie saneren, de rol van de overheid fors beperken en werk maken van kostenefficiëntie. Andere landen, die ook een zware verzorgingsstaat te financieren hebben, deden het ons voor: Zwitserland, Denemarken, Zweden en Nederland.

Het kan zonder in te grijpen in uitkeringen als we de achterhaalde administratieve processen aanpakken. Dat vergt politieke moed, eerlijkheid om de inzet goed uit te leggen aan de burger en een goede uitvoering.

De olifant in de kamer is de slechte particratie, die gekozenen altijd doet focussen op hun herverkiezing, die dure kabinetten verzint om de normale werking van de administraties te belemmeren en die de aandacht blijft richten op kleine particuliere belangen en het algemeen belang verwaarloost.

Er is nu al veel nagedacht in het Elysette, de Wetstraat en het Martelarenplein. Maar zouden ze in de hoofdkwartieren van de partijen ook al in eigen boezem gekeken hebben? Ze kunnen het politieke vak heruitvinden en resetten door de methoden van de vorige eeuw achter zich te laten en fris en doelgericht te leren optreden voor de goede zaak: de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.