Naar overzicht

Een antwoord op het ongenoegen

De kiezer heeft gesproken. En wie de democratie ernstig neemt, zou nu eindelijk wakker moeten zijn. De voorbije maanden was er veel te doen over klimaatjongeren die op straat betoogden. Sommige partijen probeerden daarop meer in te spelen dan anderen maar vaak te vol van zichzelf en meer gestoeld op niet meer dan het morele vingertje. Terwijl zoveel afhangt van realiteitszin. Burgeractivisten kunnen inderdaad hun recht gebruiken om hun zorgen kenbaar te maken. Er zijn er die betogen omdat ze vrezen voor het einde van de wereld. Anderzijds zijn er die effectief moeite hebben om het einde van de maand te halen. In een democratische rechtstaat is het aan verkozen politici om vaak tegenstrijdige belangen te verzoenen. Alleen vinden veel politici het paradoxaal nog steeds moeilijk te zien wat de kiezer zondag in het kieshokje wilde uitdrukken.

Een ding staat als een paal boven water: er is een groot ongenoegen in ons land. Nu kunnen politieke gezagsdragers niet voor alles verantwoordelijk gehouden worden. De kern van waar ze dat wel voor kunnen, is de deugdelijkheid van het bestuur. En dat is alles behalve een triviaal thema. Als er iets zowel welvaart als welzijn van een bevolking significant beïnvloedt, is het dat wel. Vandaag leeft er in het publiek debat vooral veel morele verontwaardiging, pure emotie… Mensen zijn nochtans in staat te begrijpen dat zaken complex zijn: als hen tenminste wordt uitgelegd waarom soms ook moeilijke beslissingen zich opdringen.

Middelmatige positie

Het is belangrijk te erkennen dat ons land op heel wat maatstaven een heel middelmatige positie inneemt. We presteren onder ons niveau. We hebben een te lage tewerkstellingsgraad, een te hoge staatsschuld, een te dure overheid… De noordelijke landen doen het op veel vlakken heel wat beter. Het is belangrijk dat we meer ambitie ontwikkelen en dat zullen we dus niet doen door ons enkel te vergelijken met een land als Frankrijk. Op de meer dan dertig indices die Itinera opvolgt, scoort België op zowat alles beter dan Frankrijk maar op bijna geen enkele beter dan een land als Zwitserland. We denken vaak dat we bij de besten horen, maar dat spoort niet met het totaalbeeld van de laatste decennia. Neem nu de competitiviteitsindex van het World Economic Forum, gebaseerd op zestig economische, ecologische en sociale criteria. Ons land is ondertussen weggezakt tot de eenentwintigste plaats. Duitsland en Nederland staan op plaats drie en zes.

Ons voorstel is dat platgetreden paden verlaten worden en dat in plaats van een gebruikelijk regeerakkoord de ambitie hoger gelegd wordt. Waarom zou ons land geen doelstellingen voor meerdere legislaturen kunnen formuleren? Bijvoorbeeld: België moet de ambitie hebben om te presteren zoals Nederland en Duitsland, van de eenentwintigste naar de vijfde plaats in het Concurrentievermogen. Die index combineert overigens economische en financiële met sociale en ecologische indicatoren, en hun onderling evenwicht kortom: goed bestuur. Een belangrijke sleutel is het beter benutten van expertise. Politici kunnen de doelstellingen en criteria vastleggen: dat is de taak van bestuurders. Hoe de ambitie realiseren via concrete maatregelen is een zaak van operationeel beheer waar professioneel management en expertise centraal moeten staan.

Geen verrassing

Deze week startte de zoektocht “waarom heeft men niet op ons gestemd?”. De onvrede van de bevolking heeft te maken met veel factoren. Nochtans zou niemand echt verrast mogen zijn. In talloze enquêtes blijkt al jaren dat het vertrouwen in de instellingen in ons land fors zwak noteert. Allerlei ondoordachte initiatieven die meer belastingen en administratieve last opleveren zijn daar niet vreemd aan. Het uitblijven van een correcte en doordachte aanpak van de uitdagingen inzake migratie en integratie speelt een centrale rol. Dat iemand als Elio Di Rupo zich uitspreekt voor de Belgische staat zoals die is waarin de Vlamingen enkel maar moeten zorgen voor de fiscale en parafiscale inkomsten ook.

Wat nodig is om de onvrede tegen te gaan enerzijds en voor goed bestuur anderzijds overlapt op korte termijn niet volledig. Op lange termijn is er geen alternatief voor beter bestuur en daadkrachtig beleid waarbij men bewijst dat het algemeen belang hoger noteert dan partijbelangen. Wanneer mensen het gevoel hebben dat het huis in brand staat, hebben ze een echt perspectief nodig eerder dan politici die enkel op de winkel passen.