Naar overzicht

Doordacht fiscaal hervormen

Ons land heeft niet zo’n goede track record in het gebruiken van expertise in het beleid. In verkiezingen durven partijen fiscaliteit te gebruiken als beloftes om hun achterban te belonen eerder dan het algemeen belang te dienen. Van het populisme “don’t tax you, don’t tax me, tax the man behind the tree” wordt frequent gebruik gemaakt. Wat vaak op ongeletterdheid rust want het is niet omdat sommige belastingen elders lijken terecht te komen dat ze finaal niet bij de kiezer belanden, door hogere prijzen in de winkel bijvoorbeeld.

Elke dag dient echter zich in principe een kans aan om het beter te doen. Het nog steeds niet publiek beschikbare rapport van de Hoge Raad van Financiën biedt zo’n kans. We moeten dan wel af van een aantal slechte gewoontes. Er wordt iets te gemakkelijk de term “primaat van de politiek” bovengehaald zonder de voorwaarden te benoemen die maken dat deze effectief ook functioneert zoals het hoort. Uiteraard is het daarbij essentieel dat “de politiek” goed geworteld is naar de bevolking toe en capteert welke overtuigingen en belangen daar leven. Evengoed vereist het een diep inzicht in de materie om tot onderbouwd beleid te komen. Zo drong het lang nauwelijks door dat de woonbonus vooral de woningprijzen opdreef en niet bijdroeg tot betaalbaar wonen. Als de politiek niet inziet dat een btw-verlaging in de horeca evengoed in de marge van leverancier, de uitbater of misschien toch deels bij de consument kan terechtkomen, dan zijn teleurstellingen onvermijdelijk. Een  analyse  van  de  werkelijke  incidentie  of  neerslag  van  een  belasting  is essentieel.

Economen hebben de voorbije decennia vooruitgang gemaakt om tot beter onderbouwd fiscaal beleid te komen. Met name om fiscale  hervormingen te evalueren op basis van hun effect op de herverdeling en de economische efficiëntie. Het is belangrijk dat beleidsmakers kennis nemen van die evaluaties. Evengoed is het essentieel dat men er goed mee omgaat. Zo is een economische evaluatie wel wat anders dan een louter mechanische druk op de knop van een belastingssimulatie zoals “Tax on web”. Een beleidsmatige verlaging van de belasting op arbeid heeft als doel het gedrag van bedrijven en individuen te beïnvloeden. Een statische tool kan je gebruiken om de belastingsrekening te maken zonder en met een belasting op arbeid in de veronderstelling dat het gedrag niet verandert. Bijna het omgekeerde van wat een economisch model dient te doen dus.

Kennis van arbeidsmarkt


Gedragseffecten is dus waar de beleidsmaker op moet focussen. Die effecten kunnen best erg verschillend zijn op korte en lange termijn. Het beleid houdt er best ook rekening mee dat economische modellen relatief minder sterk zijn op dat laatste (de lange termijn). Ook relevant om te beseffen is dat we een betrouwbaarder beeld kunnen vormen van sommige gedragseffecten dan van andere. Een aanpassing van de belasting op arbeid vergt een goede kennis van de werking van de arbeidsmarkt. Daarover bestaat meer onderbouwde evidentie dan op belastingen die de zin voor ondernemerschap beïnvloeden.

Complexer wordt het als meerdere instanties gebruik maken van wel erg verschillende evaluatietools. Zo rapporteerde in het verleden het federaal planbureau nog al eens de impact van belastingsaanpassingen gebruikmakend van modellen die erg keynesiaans van inslag waren. Maatregelen die vooral inwerken op de vraagzijde van de economie kwamen daardoor nogal eens voordeliger uit de evaluatie dan maatregelen op de aanbodzijde. Dat betekent niet dat de resultaten onbruikbaar waren. Wel dat beleidsmakers bij de interpretatie van de resultaten beseffen dat ze die beter kunnen gebruiken voor de korte termijnimpact op de belastingsinkomsten dan om alternatieve belastingshervormingen te rangschikken op hun gunstig effect op de arbeidsmarkt op lange termijn.

De principes waarop je een wenselijke belastingshervorming baseert, komen best tot stand door gebruik te maken van de brede kennis opgebouwd in de wetenschappelijke literatuur. Het is minstens zo belangrijk dat de politiek daarvan kennis neemt dan van de laatste resultaten van een scenario doorgerekend in een simulatiemodel. Ook de opportunistische verwijzing naar een belastingstarief in een ander land is een valkuil. Duitsland wordt vandaag bijvoorbeeld geciteerd als “een land met meerwaardebelasting”. Tot men nader kennis neemt van de precieze details en vaststelt dat dit eerder een soort speculatiebelasting is die enkel geldt onder specifieke voorwaarden op het vlak van termijn en aard van de transactie . Vaak geldt in deze: "what you see IS NOT what you get".

Geen fiscale hebbedingetjes


Een leidend principe dat we vandaag bijvoorbeeld centraal moeten zetten is eenvoud. Dit kan door te streven naar een  zo  breed  mogelijke  belastingbasis die lagere tarieven mogelijk maakt. Enkel voor cruciale prioriteiten (zoals klimaat) kan daar misschien nog van afgeweken worden maar alleen voor de meest effectieve maatregelen. Het laatste wat we nodig hebben is een nieuwe waslijst van fiscale hebbedingetjes op dat vlak. Koppel  de resterende  fiscale  maatregelen aan één, hooguit twee  meetbare  doelstellingen. Alleen dan kun je de maatregel ook evalueren op haar effectiviteit en efficiëntie. Het  parlement  moet zijn  rol vervolgens  ten volle kunnen spelen om die maatregelen periodiek te kunnen evalueren.

Een cruciaal principe is om een hervorming globaal te beoordelen. Er zijn ingrepen mogelijk (bv. In de BTW) met een belangrijk hefboom naar meer efficiëntie en groei. Te vaak worden die geblokkeerd door een partiële analyse. Misschien hebben ze een aantal nadelen maar kunnen die gecompenseerd worden door ingrepen elders in het fiscaal systeem. De echte opportuniteit ligt dus in een holistische benadering weg van de focus op deelaspecten zonder oog voor de coherentie van het geheel.

Het is duidelijk dat er in de Hoge Raad van Financiën niet alleen technisch werk geleverd is maar ook al een voorafname gebeurde op de politieke discussie. De keuze tussen een meer radicale of geleidelijke hervorming vergt een inschatting van het maatschappelijke draagvlak en finaal zal het parlement daar de knoop moeten doorhakken. Laat het als startpunt dienen van een doordachte en brede fiscale hervorming die ons land nodig heeft. Stabiliteit en voorspelbaarheid zijn essentiële kenmerken van een houdbaar fiscaal stelsel. Ga het engagement aan dat na de fundamentele belastingherziening de fiscaliteit minstens gedurende twee legislaturen stabiel blijft. Als dit het criterium is dan wordt ineens duidelijk waar er geen plaats meer voor is.