Naar overzicht

De Europese illusie

Er was een tijd, geen vijftien jaar geleden, toen de Europese Unie als een nieuwe wereldleider werd gezien. Ziedaar een landenclub die vreedzaam tien Oost-Europese landen en een rist kandidaat-landen tot het opgeven van de nationale soevereiniteit had bewogen. Ziedaar een model van politieke invloed zonder macht, van ‘soft power’ die landen in zijn kielzog meetrekt. Een Europese droom als alternatief voor de Amerikaanse, aldus de bestseller.

Doorspoelend naar 2020 is die droom in een beschamende illusie uiteengespat. Turkije, nota bene een kandidaat-lidstaat van de Europese Unie, dreigt met oorlog tegen de EU-lidstaat Griekenland omdat de Grieken het zeerecht willen handhaven in een gebied waar gas te winnen valt. Rusland springt de dictator van Wit-Rusland ter hulp om de democratische opstand aldaar te begraven met een feitelijke anschluss bij een herboren Russisch Rijk. Enkele Baltische lidstaten roeren zich, andere doen aan diplomatie. De Unie, zij beweegt niet.

We zijn intussen zodanig gewoon geworden aan de afgang van Europa dat we deze rampzalige ontwikkelingen niet meer als een collectieve vernedering ervaren. De lijst van onbeantwoorde kaakslagen is lang. Wie spreekt nog over de Russische annexatie van de Krim? Over de feitelijke bezetting van Oost-Oekraïne? Wie stopt het Kremlin met het vergiftigen van regimevijanden op ons grondgebied, of met het manipuleren van verkiezingen? Wie legt Erdoğan een strobreed in de weg als hij Turkije islamiseert en Ottomaanse ambities lanceert? Wie schrapt Turkije als kandidaat-lidstaat en confronteert de Turkse chantage met vluchtelingenstromen?

Van generlei betekenis


Europa heeft al lang elke internationale ambitie, die voor onze voorouders eeuwenlang evident was, opgegeven. Maar ook in onze eigen achtertuin, in Oost-Europa, in de Balkan, in het Midden-Oosten en in Noord-Afrika, is de Europese Unie van generlei betekenis meer. Hooguit steken daar individuele lidstaten om historische redenen hun nek uit, in het bijzonder Frankrijk dat onder president Macron aankoopt met missie en drang. Voor het overige is Europa vooral de boksbal van de geopolitiek.

Zelfs op het eigen grondgebied kan Europa nog amper een vuist maken. We verkopen onze ziel aan Turkije om geen vluchtelingen te moeten opvangen. We zijn machteloos als Polen en Hongarije richting autocratie afdrijven. We gedogen systemische corruptie in bijvoorbeeld Roemenië. We tolereren dat China diverse Europese lidstaten verleidt en verdeelt met voorkeursrelaties die vooral Chinese invloed dienen. Met het Verenigd Koninkrijk verloren we de enige lidstaat voor wie geopolitiek geen geschiedenis was geworden.

Militaire en strategische relatie


Europa zonder de Britten is een schip dat zijn laatste stuurman is kwijtgeraakt en doelloos dobbert op de woelige golven van de wereldpolitiek. Iedereen timmert aan het schip, niemand denkt aan de koers. Er komt wel een handelsakkoord, als was het maar omdat Boris Johnson de Schotten niet wil provoceren en na corona enige competentie moet demonstreren. Veel belangrijker is de militaire en strategische relatie. Als twee NATO-landen, Griekenland en Turkije, op de rand van oorlog staan, moeten de alarmbellen toch afgaan.

Zowel Rusland als Turkije werken naarstig aan regionale invloedssferen die de eer van hun vervlogen rijk moeten herstellen. China en Amerika concurreren wereldwijd om macht, ook in onze gewesten. Europa is omsingeld en bedreigd, economisch, politiek en cultureel. Kan Europa zichzelf en zijn waarden herontdekken? Wil het die in geopolitiek en -strategie uitdragen? Durft het die met bloed, staal en bytes te verdedigen? Er is geen invloed zonder macht in de wereld van nu. We kunnen daar samen iets doen, of we zullen samen ten onder gaan.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.