Naar overzicht

Leergeld en hybris

Men vraagt me al eens wat mijn bezorgdheden over de financiële markten kan milderen. De lijst van zorgen is te lang om hier uitgebreid te bespreken. Laat me zeggen dat het vaak neerkomt op de te grote discrepantie tussen de fundamentele factoren onderliggend aan de economische realiteit en de financiële markten. Het is de essentie zelve dat de financiële markten kunnen vooruitlopen op de economie. Maar dat markten verblind kunnen zijn, is een cruciaal inzicht dat niet licht genegeerd mag worden. Risico’s nemen die ontstaan door niet te weten wat je doet, is niet minder dan roekeloosheid. Dat doen met het geld van anderen, laat staan met het lot van de hele maatschappij, moet heel zwaar aangerekend worden.

Er zijn helaas veel indicaties dat dergelijke hybris weer op te veel plaatsen aanwezig is, van het beheer van stuwdammen in Wallonië tot het beheer van vermogens op de finan­ciële markten. De lichtzinnige commentaren telkens als ­financiële markten risico’s vergeten bij indicaties van het (nog langer) voortzetten van extreem laks monetair beleid spreken boekbeelden. Het opbod voor grotere relance­plannen zonder in te zetten op slimme hervormingen die meer weerstand oproepen tegenover systemische schokken evenzeer.

De aanpassingen van het financieel systeem na de schuldencrisis zijn door de ingrepen in deze coronaperiode deels ongedaan gemaakt (bekijk de schuldniveaus), deels opgeschort tot de periode van normalisering ‘na corona’. Echte normalisering kan er pas komen nadat het besef voldoende gerijpt is dat de economie meer op principes van robuustheid gestoeld moet worden.

Geen kandidaten voor analyse

Hybris is een structureel menselijk kenmerk, maar het hangt samen met groepsdenken dat in sommige periodes en omgevingen problema­tischer is dan in andere. Of het nu gaat over het beheer van de stuwdam in Eupen, de hulpacties na de overstromingen of de vele cruciale fases in de coronacrisis: de evaluatie ervan moet nog gebeuren op de meest ernstige wijze. Dat in de eerste aanbestedings­periode geen kandidaten ­gevonden werden om een onafhankelijke analyse te doen naar het beheer van de Waalse waterwegen tijdens de overstromingen van juli is weer een knipperlicht dat op rood springt.

Sommige Amerikaanse presidenten ontdekten in rampen dat geen herstel ­mogelijk is zonder het gezond maken van de verziekte ­bestuurscultuur. Abraham Lincoln (en president John F. Kennedy pas na de desastreuze Cubacrisis) ontwikkelde al spontaan methodieken tegen het zo gevaarlijke groepsdenken waarbij niemand nog het dominante narratief in vraag durft te stellen. Kennedy deed dat door twee groepen adviseurs apart aanbevelingen te laten uitwerken en dan elkaars posities te laten bekritiseren.

Lincoln maakte dat hij niet persoonlijk aanwezig was bij te veel voorbereidende beraadslagingen. Hij had gemerkt dat zijn aanwezigheid ertoe kon leiden dat medewerkers probeerden in te schatten wat hij zou willen horen.

Meerlaagse strategie nodig

Als een maatschappij op zoveel terreinen op gevaarlijk territorium terechtkomt, is een meerlaagse strategie als antwoord nodig. Het is fundamenteel te waken over meer robuustheid van het systeem. Een ingenieur maakt een brug niet zo efficiënt mogelijk, maar stevig genoeg voor de zwaarste vrachtwagen met dan nog eens een extra veiligheids­marge.

Inzetten op een betere bestuurscultuur hoort evenzeer bij de benodigde strategie. De selectie van de juiste mensen op de juiste plaats is cruciaal. Het was na de val van Kaboel ontstellend te zien hoe ook op geopolitiek vlak een oppervlak­kige keuze gemaakt wordt voor een zogenaamde havik- dan wel duifstrategie, meer op basis van iemands allerindivi­dueelste expressie dan wel afgaand op diepgaande kennis en reflectie. Als we op monetair en economisch vlak minder diepgaand oordeelsvermogen tolereren, kan dat niet anders dan duur betaald worden.