Naar overzicht

Crisisdenken kan niet zonder risicodenken

Veel systemen worden gekenmerkt door een lange periode van stilstand, onderbroken door plotse verschuivingen die leiden tot radicale verandering. Het is een van de verklaringen waarom voorspellingen vaak de mist in gaan en hangt samen met menselijke overmoed. De hybris van centraal bankiers biedt een fascinerend schouwspel. Hoe ze de inflatie onderschatten en blind geloven in problematische modellen. Nog pijnlijker is dat hun beleid alleen maar de fragiliteit van ons economisch systeem heeft verhoogd.

Vandaag worden kritieke punten bereikt, of het nu gaat over gekke bokkensprongen op de wisselmarkten of electorale pandoeringen voor regeringspartijen. En men is er in grote mate blind voor. Men onderschat hoeveel processen niet-lineairefases kunnen vertonen. Al tien jaar schrijf ik over het belang van het vermijden van groepsdenken in raden van bestuur. Het is alleen toegenomen. 

Beleid moet plaats bieden voor improvisatie en snelle actie, maar ook voor strategische visie en veiligheidspolitiek waarmee een land problemen anticipeert. Dat zo’n strategisch risicobeleid in ons land veel beter kan is een eufemisme. In snel reageren heeft ook de Europese Unie serieuze missers gemaakt. Het is alsof men hoopte dat het probleem vanzelf zou weggaan. Al in de zomer van 2021 was sprake van marktmanipulaties door de Russische gasgigant Gazprom. Er werd toen vooral weggekeken.

Politieke aardverschuiving

Vandaag treft de ontsporende inflatie bedrijven en bevolking diep en zwaar. Poetins machtsbasis komt onder druk door militair gezichtsverlies. Ook de EU zal meer en meer te kampen krijgen met maatschappelijke onrust. De politieke aardverschuiving in Italië is niet de laatste. Beleidsmakers gaan bijna altijd in het defensief: achteraf is het makkelijk praten, we schieten niets op met analyses en we moeten nu eenmaal handelen. Uiteraard moet je in crisistijden ingrijpen, maar cruciaal is dat ingezoomd wordt op de disfuncties die ertoe geleid hebben dat we niet beter voorzien zijn om de crisis op te vangen, te anticiperen of zelfs te vermijden.

De echte vraag is: zijn we in staat tot strategisch denken en het ontwikkelen van een robuust risicobeleid? Je start met een goede analyse van de kwetsbaarheden van een land. Voor heel wat domeinen hebben we nu ‘preparedness plannen’, maar je zal flink moeten zoeken naar een Belgische risico-analyse voor zaken als een explosie van energieprijzen. Onze bestuursraden kampen met veel blinde vlekken. Je kan toch moeilijk volhouden dat het scenario van een schok op de internationale brandstoffenmarkt
onvoorspelbaar is? Bijna een halve eeuw geleden kondigde de OPEC haar olie-embargo af.

Niet te ver gaan in 'optimaliseren' van het systeem

De eerste regel in risicobeheersing is niet te ver te gaan in het ‘optimaliseren’ van het systeem, maar in voldoende redundantie en uitwijkmogelijkheden te voorzien. Geografische diversificatie van de toeleveringskanalen en de energiebronnen is een manier om het risico en de onzekerheid tegen te gaan. Zelfvoorziening is daarvan het schoolvoorbeeld, met eigen energiewinning of minstens het aanleggen van strategische voorraden. Wat zijn de kosten en baten van de opties? Welke ‘verzekeringspremie’ zijn we bereid te betalen om de ergste of meest dringende risico’s af te dekken?

Risico’s voorkomen is beter dan een crisis oplossen. Het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid blijft essentieel. Op de weg daarheen liggen twee valkuilen. Je mag geen te smal perspectief nemen in de risicoanalyse. Alleen focussen op technische bevoorradingszekerheid, maar blind zijn voor het risico van een prijsexplosie, bijvoorbeeld. Een belangrijke dimensie is interdisciplinariteit en het raadplegen van een voldoende brede groep met verschillend perspectief. Er zijn veel oproepen tot ‘crisis-denken’. Minstens even belangrijk is ‘risicodenken’, waardoor het beleid ook de preventieve kant meer ontwikkelt.

De tweede valkuil is dat een veiligheidsbeleid ontwikkelen te vaak een papieren oefening blijft. Vergelijk het met militaire ‘preparedness’, die alleen werkelijkheidswaarde heeft als zegepaard gaat met realistische oefeningen op het terrein.

Een louter ambtelijk proces dat uitmondt in een afvinklijst voldoet niet. Wie zich effectief op risico’s voorbereidt, schrikt er niet voor terug om te handelen en bijvoorbeeld tijdig voorraden aan te leggen. Op energievlak is nogmaals aangetoond hoe snel men wegkijkt van de kostprijs van afhankelijkheden en risico’s. De kosten-batenanalyse voor wie die ‘verzekeringspremie’ pas betaalt als het huis (bijna) in brand staat, ziet er niet fraai uit.