Naar overzicht

Zevende staatshervorming

De federale regering wil zich ontpoppen tot een regering die crisisbeheer overstijgt. De tijdloze werven van onze gescleroseerde politiek – arbeidsmarkt, belastingen, pensioenen, overheidsschuld, gezondheidszorg, energie – moeten tegen de nationale feestdag een doorbraak krijgen. Ik hoop op een ademstoot maar verwacht een zucht. De opkomende stagflatie betekent vooral meer partijpolitieke spanning over meer crisisbeheer.

De vraag wat federaal nog vermag tegen 2024 wordt ook ingehaald door de vraag wat er federaal overblijft na 2024. Het is een publiek geheim dat Bart De Wever en Paul Magnette in finaal mislukte regeringsonderhandelingen een deal hadden over feitelijk confederalisme. Die verstandhouding tussen de onvermijdelijke partijen voor elke staatshervorming wordt blijkbaar onderhouden tussen de N-VA en Vooruit, nog altijd de zusterpartij van de PS.

Daartegenover profileren de Vlaamse liberalen zich als een partij voor federale werkbaarheid, met onder andere een federale kieskring en een nieuw kiesstelsel dat politieke versplintering wil keren. Rationeel ligt de weg naar beter bestuur in België niet noodzakelijk in meer regionaliseren, doch herfederaliseren staat haaks op de historische, culturele en sociaaleconomische grondstroom van een land dat als samenleving uiteendrijft. Maar tussen droom en daad van een zevende staatshervorming staan praktische bezwaren.

De balans na zes afleveringen

Na zes afleveringen is dit de balans: van zijn 143 miljard belastinginkomsten in 2022 houdt het federale niveau er zelf minder dan 23 miljard over. Voor bijna 85 procent is het een doorschuifluik dat tegengestelde regionale realiteiten dichtsmeert en de uitdijende welvaartsstaat onderhoudt met federale belastinginkomsten. Met de resterende 15 procent moeten zowat alle klassieke kerntaken van de staat worden betaald, waaronder defensie, politie, justitie en nationale veiligheid, bovenop de werkingslast van de overheid zelf.

Het resultaat kennen we. De uitgeklede federale staat geeft bijna het dubbele uit van wat het heeft aan eigen middelen en nog knellen overal nood en achterstand. Elke verdere regionalisering van bevoegdheden regionaliseert structurele federale tekorten richting de regio’s. Diezelfde regio’s zitten zelf al diep in het rood. Brussel en Wallonië geven jaarlijks pakweg twintig procent meer uit dan hun inkomsten. Hun totale schuldgraad ligt al fors boven de 200 procent. Vlaanderen kent een tekort van meer dan 5 procent maar heeft wel de marge en de ambitie om beter te doen.

Ofwel minder staat, ofwel meer belastingen

Een zevende staatshervorming is de kwadratuur van een begrotingscirkel: onbetaalbare federale bevoegdheden verhuizen naar regio’s met al onbetaalbare uitgaven. Het lijkt onwaarschijnlijk dat Brussel of Wallonië willen tekenen voor georganiseerd faillissement. Er zijn dus maar twee opties. Ofwel moeten de uitgaven fors omlaag, ofwel moeten de inkomsten fors omhoog. Staatshervorming betekent ofwel minder staat, ofwel meer belastingen en transfers van Noord naar Zuid. De liberale familie die tegen de staatshervorming is, is de enige die pleit voor minder staat. De andere families willen ofwel meer regionale staat, ofwel meer staat zonder meer. Daarom vinden Vlaams-nationalisme en socialisme elkaar.

Welke prijs is Vlaanderen bereid te betalen? Hoeveel territorium heeft het veil om Brussel niet eeuwig aan het infuus te houden? Hoeveel geld heeft het over om de pil van onder-gefinancierde bevoegdheden voor Wallonië te vergulden? Hoeveel van de erfenis aan federale overheidsschulden en vergrijzingskosten wil het torsen? De ongemakkelijke waarheid is dat het hervormen van de staat niet gaat over het verbeteren van de lekkende staatshuishouding en het manke staatsbestuur, maar over het onderhouden daarvan. Hoog tijd om de logica om te keren.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.