Welkom in de techdystopie
Zou het internet hetzelfde zijn, mocht het vandaag worden uitgevonden? In een netwerk verbonden computers bestonden eerst voor defensie en wetenschappelijk onderzoek, zorgvuldig afgesloten van derden. De opkomst van glasvezelkabels in het begin van de jaren negentig liet wereldwijde netwerken toe. Idealistische IT-profeten bepleitten toen een open wereldwijd web, zonder grenzen en overheden. “Regeringen van de industriële wereld, ik kom uit Cyberspace. Namens de toekomst vraag ik u van het verleden ons met rust te laten. Je bent niet welkom bij ons. Je hebt geen soevereiniteit waar we samenkomen.” Aldus de Verklaring van de Onafhankelijkheid van Cyberspace uit 1996.
Utopie, natuurlijk. Maar wel sprekend voor een tijdsgeest van techoptimisme, vooruitgangsdenken en geloof in de kracht van wereldwijde vrijheid en samenwerking. Een tijdgeest die verklaart waarom de internetdragers werden vrijgesteld van aansprakelijkheid voor de inhoud van de informatie die op hun netwerken circuleert. Een vrijstelling zonder welke de hele interneteconomie, het mobiele internet en de appwereld ondenkbaar zouden zijn. Een vrijgeleide voor de innovatiemachine die Silicon Valley zou worden.
We spoelen vooruit naar 2023. Voor het eerst sinds lang beleven we opnieuw revolutionaire innovatie: de generatieve voorgetrainde transformator, beter bekend als ChatGPT. De lang verwachte doorbraak van artificiële intelligentie verbaast en verbluft. Maar ze boezemt vooral schrik in. IT-visionairen staan deze keer niet te juichen, maar te jeremiëren. In een open brief pleiten ze voor een moratorium van zes maanden om regels, transparantie, aansprakelijkheden en overheidscontrole te organiseren. Ook bij ons circuleert een petitie die alarm slaat over de gevaren van desinformatie en manipulatie door artificiële intelligentie.
Vooruitgang bedreigt
Welkom in onze hedendaagse dystopie van techpessimisme, waar stilstaan frustreert, maar vooruitgang bedreigt. Waar stagnatie wordt verkozen boven innovatie. Waar uitvinders zowaar uitvindingen willen cancelen. Waar een land als Italië, al decennialang op zoek naar meer productiviteit, de productiviteitssprong van artificiële intelligentie liever verbiedt dan het risico te lopen dat artificiële intelligentie persoonsgegevens verwerft. Waar de kans dat sommige mensen door een foute chatbot bij de neus worden genomen, volstaat om de hele artificiële intelligentie verdacht te maken. Waar bij elke technologische sprong meteen wordt berekend hoeveel banen er niet staan te verdwijnen.
Ik ben geen naïeve libertarische tech-utopist. Ik geloof niet dat laissez-faire artificiële intelligentie ons een idyllische toekomst garandeert. Maar ik vraag me af of we de balans tussen voorzorg en vernieuwing niet te ver naar voorzorg doen doorslaan en zo het potentieel van de vernieuwing dreigen te fnuiken. Of we niet zo risicoavers worden dat we de vooruitgang bij voorbaat afremmen. Innovatie kan pas rijpen door een open proces van trial-and-error, met veel interactie en feedbackloops. Wie vanaf het begin perfectie nastreeft, sluit de onvermijdelijke verbetering door ondervinding uit. Drones, zelfrijdende auto’s, robottaxi’s, digitale munten: het lijstje uitvindingen waarvan de grote doorbraak op perfectie wacht, is lang.
Ik denk dat artificiële generatieve intelligentie ernstige vragen van governance, democratische bandbreedte, marktwerking en datarechten oproept. Ik denk niet dat we die vragen voldoende kunnen kennen en beantwoorden zonder artificiële intelligentie te laten bloeien en groeien. Ik denk niet we in staat zijn alle AI-problemen wereldwijd preventief weg te reguleren. We moeten de innovatie én loslaten én opvolgen. We leven in het tijdperk van de technologie. Als we technologische innovatie van bij de geboorte willen controleren, dan controleren we ons verval.
Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.