Naar overzicht

Volume versus waarde

Iedereen vertrouwd met strategievorming in complexe dossiers weet dat het proces allemaal begint bij het stellen van de goede vragen. Strategisch verantwoordelijken inzake logistieke activiteiten dienen zich regelmatig te bevragen hoe best omgaan met duurzaamheid. Hierbij komt onder meer efficiënt ruimtegebruik en leefbaarheid sterk naar voren. Het is de taak van economen om in te zoomen op schaarste en ook ruimte voor economische activiteiten is een schaars goed. Dit vergt dus een rationeel debat eerder dan het ontkennen van de realiteit. Voor havenactiviteiten wordt dit over heel de wereld gekristalliseerd in het onderscheid tussen een volumestrategie en een waardestrategie.

Onze noorderburen hanteren vaker een recht voor de raap debatcultuur en dat toont zich ook in dit domein. In Nederland is de discussie of Rotterdam zich dan moet omvormen van een 'tonnenhaven' tot een 'waardehaven' al zo oud als de straat. Een volumestrategie is zoals de naam doet vermoeden erg gericht op het maximaliseren van goederenstromen en toont zich onder meer in het steeds verder aansnijden van nieuwe haventerreinen. De noodzaak tot steeds grotere volumes hangt samen met een sterke focus op kostenleiderschap. Zowat overal in de wereld loopt dit echter op een bepaald moment tegen grenzen aan op het vlak van duurzaamheid of het nu gaat over leefbaarheid of de beschikbare ruimte.

Specialistische activiteiten

Dit betekent dat op tijd gewerkt moet worden aan de alternatieve piste van een waardestrategie. In een waardestrategie gaat het veel meer om differentiatie en niches exploreren dan wel kostenleiderschap. In plaats van uitsluitend grote kapitaalsintensieve activiteiten spreken we dan over een verschuiving richting specialistische activiteiten veeleer gebundeld in een netwerk. De verschuiving van een volumestrategie naar een waardestrategie loopt heel vaak parallel met een overgang van een historische situatie met havensteden die elkaar op leven en dood beconcurreren naar veeleer een context van samenwerking in een breder netwerk. Hierbij vervult de havenkern aanvullend de rol van aansturing van activiteiten naar omliggende knooppunten.

Zoals in veel processen inzake duurzame economische ontwikkelingen kan men erop rekenen dat de grenzen zich wel vanzelf zullen manifesteren. Managers zullen in hun dagdagelijkse praktijk elke dag meer bewust worden van de knelpunten. Toch is het wenselijker dat deze evolutie tijdig op een strategisch niveau wordt opgevangen. De overheid kan zich al helemaal niet veroorloven achter de feiten aan te lopen. In de eerste plaats omdat zij de behoeder is van maatschappelijke belangen op het vlak van leefbaarheid en duurzaam ruimtegebruik. Het is echter ook zo dat het volumemodel typisch aanzienlijke overheidsinvesteringen vergt waarvan de rendabiliteit niet evident is.

Essentiële pijler

Het haven- en het industriecomplex van onze havensteden vormen een essentiële pijler van de Vlaamse economie. De bredere strategie voor de Vlaamse economie ligt ondubbelzinnig in het opschuiven op de ladder van toegevoegde waarde. Dit impliceert ook voor Vlaamse havens dat ze selectiever zijn op het vlak van havenverbonden activiteiten. De mantra dat de roeping van Vlaanderen ligt in een kenniseconomie zal zich ook alleen maar nog meer vertalen in onze havenactiviteiten. Alleen zo kan perspectief geboden worden inzake werkgelegenheid voor zowel hoger àls lager geschoolden.

Als bij het jaaroverzicht voor de haven niet meer gecommuniceerd wordt over recordhoeveelheden op vlak van tonnages maar over evolutie van toegevoegde waarde dan zou dit een bevestiging zijn van een natuurlijke ontwikkeling waaraan niemand zich kan onttrekken.