Naar overzicht

‘Trek de juiste lessen uit Van Hool'

Moet de Vlaamse regering het noodlijdende Van Hool bijspringen en van een gewis faillissement redden? Die vraag ligt op tafel aan het Martelarenplein, nu blijkt hoe acuut de crisis bij de busbouwer is. Met de rug tegen de muur moet de Vlaamse regering ofwel bijdragen aan een kredietlijn, ofwel een traditiebedrijf, duizenden werknemers en een hele regio in rouw dompelen aan de vooravond van verkiezingen.


Er was een tijd dat we de vraag om een overheidsinterventie resoluut hadden afgewezen. De markteconomie draait op open concurrentie. Overheden moeten geen winnaars kiezen of verliezers redden met belastinggeld, maar ervoor zorgen dat de marktwerking de klanten optimale kwaliteit en prijzen biedt. Overheidssteun is concurrentievervalsing die wringt met vrijhandel en die Europa verwerpt. Dat was ook de logica achter de Vlaamse aanbesteding van elektrische bussen bij een goedkopere Chinese concurrent in plaats van bij Van Hool.

Die marktlogica staat evenwel onder druk. Klimaatneutraliteit vergt lokale groene industrie in combinatie met proactieve overheidsinvesteringen. De terugkeer van geopolitiek en het einde van de globalisering vergen een strategische autonomie in kritieke sectoren. Een economie die hoogwaardige banen oplevert en de bakermat van onderzoek en ontwikkeling onderhoudt, vergt ook een eigen industrie. Het paradigma is gekanteld van een principiële scheiding tussen markt en staat naar een strategische synergie tussen markt en staat, van staatsonthouding naar een nieuw industrieel beleid.

Dat nieuwe paradigma is een grijze zone met veel ruimte voor willekeur of gelobby. Denk maar aan de subsidieraces die overal in Europa woeden voor grote symboolinvesteringen – ook in Vlaanderen, zoals met Ineos, ArcelorMittal en imec. Een kleine regio als Vlaanderen moet in staat zijn de drie drijvers van een nieuw industrieel beleid – duurzaamheid, geopolitiek en welvaartspotentieel – te verbinden in een toekomstvisie die inzet op de sterktes van het Vlaamse economische en innovatieweefsel. Het recente verleden van het relancebeleid en de Vlaamse speerpuntclusters is daarvoor de vanzelfsprekende uitvalsbasis.

Met een duidelijk industrieel beleid zou de politiek niet hoeven te improviseren.

Vlaanderen heeft de knowhow voor een industrieel beleid dat zou toelaten om de casus-Van Hool in een breder plaatje te plaatsen. Vinden we een producent van bussen of de expertise bij Van Hool een strategische asset, nu elektrificatie, waterstoftechnologie of zelfrijdende bussen in de sterren geschreven staan? Is Van Hool een verankering waard als alternatief voor afhankelijkheid van China? We hebben er het raden naar. Ik vermoed van niet, maar met een duidelijk industrieel beleid zou de politiek alvast niet hoeven te improviseren. Elke cent belastinggeld of andere overheidsmiddelen die met leningen of participaties richting Van Hool zouden gaan, kunnen niet naar elders gaan.

Bij gebrek aan een helder industrieel beleid resten ons nog de eeuwige waarheden die Van Hool opnieuw pijnlijk illustreert. Internationale kostencompetitiviteit doet er echt toe in de maakindustrie. De energieprijs, de loonkosten, de kostprijs van alle regels, de complexiteit van procedures, de rechtsonzekerheid van vergunningen: kerntaken die niemand anders dan de overheid toekomen en die al te vaak miskend blijven. En succesvolle ondernemers, zo vaak verguisd als fraudeurs of geviseerd als superrijken, blijken onontbeerlijk voor banen en welvaart. Wie maakt van ons land een mekka voor aspirant-ondernemers en -investeerders uit binnen- en buitenland?

Trek de juiste lessen uit Van Hool en we kunnen het falen van een individueel bedrijf veel gemakkelijker aanvaarden als deel van een algemene vooruitgangsdynamiek. Laten we die ambitie alvast omarmen om alle getroffen gezinnen snel een perspectief op een nieuwe baan te bieden.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.