Naar overzicht

Participatieve democratie is een gevaarlijke illusie

Herinnert u zich de G1000? In 2011 was dit initiatief voor politieke participatie maandenlang mediavoer. Schrijvers en mediafiguren trokken de kar. Wetenschappers steunden de rekrutering van burgers voor representatieve deliberatie. Beleidsexperts, waaronder uw dienaar, hielpen geselecteerde burgers met inhoudelijke voorbereiding. Alles in het teken van een burgertop die helaas een burgerflop werd: opgewarmde politieke kost met vage aanbevelingen en verdeelde meningen. Nadien nog een plichtmatig rapport en vooral oorverdovende stilte.

Maar zie: uit de onpeilbare diepte van het Belgische politieke moeras herrijst de participatieve democratie als een alternatief voor de Senaat. Natuurlijk ben ik voorstander van initiatieven die onder de bevolking politiek bewustzijn en democratische betrokkenheid willen organiseren. Politiek burgerschap is immers de basisvoorwaarde van elke democratie. We kunnen elke ondersteuning daarvan goed gebruiken. Zeker op lokaal vlak kan burgerparticipatie ook het beleid inspireren. Maar ik ben een tegenstander van initiatieven die burgerparticipatie willen institutionaliseren in de politieke besluitvorming.

De essentie van democratie is de politieke vertegenwoordiging van de burgers via verkiezingen waarbij elke burger één stem heeft. Politieke macht is legitiem omdat ze via algemene verkiezing wordt verworven. Vertegenwoordigers moeten zowel hun kiezers als het algemeen belang dienen. Ze leiden evenzeer als ze vertegenwoordigen. De burgers krijgen in de volgende verkiezing de kans om dat beleid te belonen of te bestraffen.

 

Vetocratie

Die beginselen van de parlementaire democratie hebben we sterk laten verwateren. Politieke partijen en partijdiscipline domineren. Belangengroepen interfereren. Hyperinflatie aan procedures voor advies, overleg en inspraak heeft ons tot op de rand van een vetocratie gebracht, waarbij groepen of individuen de meerderheid verlammen. Van die evolutie is de Senaat het slachtoffer. Een Senaat heeft zin als een referentiekamer in een democratie waar het parlement domineert, of als een deelstatelijke kamer in een voltooide federale of confederale constructie. We zijn niet langer het eerste en nog lang niet het tweede.

Maar het alternatief van formele burgerparticipatie bestrijdt de ziekte van onze parlementaire democratie met een nog grotere dosis van het virus. Ze voert nog een extra laag, nog een extra overleg en nog een extra obstakel toe aan het proces van democratische meerderheidsbeslissing. Ze doorkruist democratische legitimiteit op basis van verkiezing met de selectieve benoeming van burgerpanels. Die selectie zal ofwel keuze, ofwel loterij zijn. Beide zijn problematisch.

Pleitbezorgers geloven dat burgerparticipatie politieke impasse doorbreekt. Hoe de klimaatopwarming bestrijden? Wat met de pensioenen? Wie moet waarop belastingen betalen? Evacueer strijdvragen naar burgerpanels en je komt eruit. Dat is een gevaarlijke illusie. Er is een groot tekort aan expertise en zakelijkheid in de moderne politiek. We hebben meer bestuursbekwaamheid en minder populisme nodig. De modale burger is niet goed geplaatst om tussendoor over complexe beleidsvragen te beslissen. Precies daarom organiseren we verkiezingen en hebben we politici.

 

 

Hallucinante partijprogramma's

Verkiezingen en partijpolitiek falen niet door een tekort aan burgerinspraak. Ze falen door een acuut gebrek aan politieke kwaliteit en goed bestuur. Zowat alle grote beleidsdossiers worden stelselmatig verprutst – denk aan de staatsschuld, de pensioenen, de belastingen, klimaat en energie. De recentste verkiezingen die ons in de zoveelste impasse hebben gestort, waren gemanipuleerd met hallucinante partijprogramma’s zonder realisme of verantwoordelijkheid.

Onze ambitie moet niet zijn om een kaduke Belgische democratie te decoreren met burgerdialogen. Onze ambitie moet zijn om het niveau van de parlementaire democratie en het politieke bestuur fors te verbeteren. Burgerdialogen kunnen helpen om kiezers te betrekken en te informeren. Maar ze zijn noch werkbaar noch wenselijk als alternatief voor parlementaire democratie.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.