Maak plaats voor vaders: ouderschap is niet alleen moederschap

Ik mocht mijn eerste Vaderdag vieren. De afgelopen tien maanden waren de mooiste, meest vermoeiende, meest voldoening gevende, meest intense, meest plezierige, meest angstige, en meest trotse van mijn leven. Tien maanden vol gelach, gehuil, geschater, vol ontdekkingen en verrassingen. Met onderbroken nachten en outfits die het zelden de hele dag uithouden zonder onder de melk, eten, of andere sappen te eindigen. Maar met een ondertussen zeven tanden tellende lach die dan weer alles goed maakt.
Maar ook met frustratie. Met een gevoel - impliciet of expliciet - dat ouderschap, toch nog vooral moederschap is. Met slechts een figurantenrol voor de vader. Een korte bloemlezing. Die met de vinger wijst en een uiting is van gemis, maar vooral een uitgestoken hand wil zijn.
Vaders niet welkom
Het begon al voor de geboorte. Ik regel de administratie thuis, maar leerde al snel dat ik alle afspraken, inschrijvingen en registraties, moest doen op naam van mijn echtgenote. Het is waar, zij droeg onze zoon. Maar het ging veel verder dan puur medisch. Zelfs tot en met zo'n gratis geboortepakket aanvragen, wat schijnbaar niet werkte, tot ik op mijn echtgenotes naam registreerde. Of allerhande gesprekken die volledig gericht werden naar mijn echtgenote, alsof ik er niet eens bij zat.
Daarna kwam de inschrijving voor een postnatale cursus, te specifiek om bij naam te noemen. De uitgestoken hand, niet de gebalde vuist, weet u wel. Er werd in de beschrijving verwezen naar een groep van minstens vier mama's. Eerste rode vlag. Maar ik nam contact op om ons in te schrijven, zonder argwaan. Dan kregen we te horen dat ze uit praktische overwegingen de groep klein houden. Fair enough, zouden we dan afwisselend kunnen deelnemen? Uiteindelijk viel het woord dan toch, neen, vaders zijn niet welkom.
Zou het zijn omdat moeders zich misschien minder vrij voelen om te spreken als er een man bij is? Minder vrij om ervaringen uit te wisselen over een heel kwetsbare periode? Misschien. Daar heb ik begrip voor. Maar zeg dat dan. Kom daarvoor uit. Laat me niet hopen, bespaar me de teleurstelling.Fast forward tot kort na de bevalling. Een vroedvrouw in het ziekenhuis die me vroeg "of ik het zag zitten om een luier te verschonen". Ik was sprakeloos. Zouden ze dat vragen aan een moeder? Ja, toegegeven, ze moesten het me uitleggen en tonen. Maar natúúrlijk zie ik het zitten mijn eigen zoon te verschonen. Na een moeilijke bevalling en pittig herstel, heb ik de eerste week bijna elke luier verschoond.
Alle frustraties opsommen brengt ons te ver. Maar het laatste, misschien meest treffende voorbeeld, is een boekje om herinneringen op te bergen en neer te schrijven. Een boekje met plaats voor de eerste echo, de eerste foto, de wensen die je je ongeboren of pasgeboren kind wil meegeven... Met soms bijzonder weinig plaats opdat we beiden iets konden schrijven.
Eerste rode vlag. Maar ook, een boekje dat vraagt 'wanneer je de baby voor de eerste keer gevoeld hebt'. Tweede rode vlag. En dan, kwestie van twijfel de wereld uit te helpen, 'hoe heb je het de vader verteld, en hoe heeft hij gereageerd'? Alsof ik er niet naast zat bij elke test, tot we eindelijk dat tweede streepje zagen verschijnen. Alsof we niet samen de herinneringen aan het opschrijven waren. Alsof de vader niet telt.
Kan het ook anders? Jazeker! Bij onze pracht van een vroedvrouwpraktijk hebben we een prenatale cursus gevolgd, waar beide ouders steeds welkom waren. En bijna elke les waren de koppels voltallig aanwezig. Het creëerde ook voor vaders een band, en gaf ons een actievere rol in de zwangerschap en nakende bevalling.
Postnataal hebben we een cursus babyyoga gedaan. Ook hier opnieuw gevraagd of we met twee konden deelnemen. Ook hier opnieuw te horen gekregen dat dat niet kon, deze keer omdat de oefeningen uitvoeren zonder kind of met twee ouders per kind, niet zou gaan. Maar, direct ook het voorstel om dan afwisselend deel te nemen. En wanneer ik ging met onze zoon - weinig verrassend, als enige vader - kreeg ik direct een enorm welkom gevoel van zowel de lesgeefster als de andere ouders.
Of onze afspraken bij Kind en Gezin, die gegeven ons flexibele werkroosters altijd overdag werden ingepland. Maar toen ik in een drukkere periode minder flexibiliteit had, was het geen enkel probleem om na de werkuren langs te komen. Zo konden we hem samen troosten na die waardevolle maar toch wel enge en pijnlijke prikjes.
In 2016 schreef ik De staat van het gezin, over het gezinsbeleid in België en wat we kunnen leren uit internationale ervaringen. Inclusief aandacht voor moeders én vaders, als ouder én als werknemer/ondernemer; en met een voorgestelde hervorming die erg gelijkloopt met het familiekrediet in het huidige federale regeerakkoord. Gebaseerd op onderzoek en gesprekken met stakeholders. Maar pas de laatste tien maanden ervaar ik ten volle wat ik toen al schreef.
Samen
(Pril) ouderschap is al een periode die geplaagd wordt door zoveel angsten en onzekerheden, zoveel gevoel van falen en tekortkomen ondanks de uiterste inspanning. Voor vaders én voor moeders. Als ouder, als partner, als werknemer, als collega, als vriend of vriendin. Versterk dat gevoel dan niet.
Verwelkom vaders die kiezen voor een actievere rol in dat vaderschap, en verwelkom moeders die weer aan de slag gaan. Want ouderschap, dat doen we samen. Vaders, moeders, grootouders, andere zorgverantwoordelijken en de hele spreekwoordelijke village waar ik oprecht hoop dat elke ouder op kan terugvallen.