Naar overzicht

Leo Neels over Een Plan voor het Land - Transcriptie

Waar naartoe met België? In deze eerste aflevering van Itinera Talks hebben Leo Neels en Simon Ghiotto het samen over Een Plan voor het Land, de nieuwste publicatie van Itinera. De centrale vaststelling van het boek: België presteert in zo goed als alle internationale vergelijkingen onder zijn niveau. De oplossing? We moeten meer ambitie tonen en een toekomstperspectief creëren voor alle burgers. Stilstaan is achteruitgaan. Ontdek alles over de analyses uit Een Plan voor het Land in deze eerste aflevering van Itinera Talks.

Sprekers: Simon Ghiotto, Leo Neels

Simon Ghiotto: Goedendag en welkom bij deze eerste aflevering van Itinera Talks, de podcast van de beleidsdenktank Itinera over politiek en beleid.

Mijn naam is Simon Ghiotto, fellow van Itinera en uw gastheer voor deze podcast. In deze podcast zal ik samen met collega's en visiting fellows het hebben over politiek, beleid en het werk van Itinera. Laat ons weten wat je denkt op Twitter en Facebook met #ItineraTalks.

Ik ben hier samen met Leo Neels, algemeen directeur van Itinera en professor emeritus aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Antwerpen.

Itinera is gestart in 2006. Leo Neels, hoe is Itinera gestart en wie waren daarbij betrokken?

Leo Neels: Ondernemers liggen aan de basis van Itinera en zij stelden de toen al prangende vraag of België in staat zou zijn de welvaart die de naoorlogse generatie kende, te garanderen voor zijn kinderen en kleinkinderen. Confronterende vraag op dat ogenblik. Er was een zorg dat het antwoord mogelijk niet positief zou zijn. Bart Verhaeghe, nog steeds voorzitter en Gaëtan Hannecart, lid van de raad van bestuur, waren ondernemers die van de eerste dag betrokken waren. Het was een ontmoeting met academici. De vraag was: als we die zorg hebben, wat kunnen ondernemers daaraan doen? Academici zegden dat ze veel kennis konden maken, research verrichten, we kunnen kennis overbrengen op onze studenten, maar kunnen we ook een steen verleggen in de samenleving? Een naam die vermelding verdient, is aan de academische zijde uiteraard Marc De Vos, stichter en eerste directeur van Itinera. De verstandhouding was van ons te laten werken op basis van kennis, waarbij de ondernemers het werk faciliteren, mogelijk maken, maar de intellectuele onafhankelijkheid garanderen, waarbij de academici hun wetenschappelijke kennis benutten om analyses te maken, de zogenaamde facts and figures, de basiselementen, van de grote maatschappelijke dossiers en daar dimensie aan toevoegen, deze van de beleidsaanbevelingen. Hoe zet je dan die kennis om in beter bestuur? Dat was eigenlijk de basisgedachte van 2006 en is ze vandaag nog steeds.

De focus van Itinera is dubbel: goed bestuur op alle bestuursniveaus in België en de blik op de iets langere termijn. Een van de elementen van goed bestuur is vooruitzien, projectmatig denken. Itinera kijkt wat langer en waarschijnlijk is een van de tekorten van de politieke besluitvorming een neiging om op de korte termijn te denken en te willen beslissen. Het middel is wetenschappelijk onderzoek, de facts and figures en het formuleren van beleidsaanbevelingen, ook vaak op grond van best practices, kijken naar landen die hervormingen hebben ingevoerd, die dingen hebben uitgeprobeerd enzovoort, wat zijn daarvan de goede voorbeelden waar je naar kan kijken?

De financiering van Itinera is 100% privaat. Daar zijn we bijzonder trots op. Ondernemers, ondernemingen en families financieren Itinera en zij garanderen ook een totale intellectuele onafhankelijkheid. De fellows van Itinera, het team, hebben de verplichting om uitstekende kwaliteit af te leveren. Dat is ook het beste bewijs van die onafhankelijkheid, waarbij Itinera fellows afstand moeten kunnen nemen van hun vooroordelen of taboes of hun ideologische vooringenomenheid en kijken naar die lange termijn en die onafhankelijke analyse.

Itinera let op de grote maatschappelijke domeinen. Wij zijn niet bezig met de dagelijkse polemiek. Wij analyseren de grote maatschappelijke domeinen waarbij we het verschil kunnen maken. We beogen impact. We willen dingen veranderen. We willen invloed op die langere termijn in de richting van beter bestuur.

Simon Ghiotto: Zou je eens een voorbeeld kunnen geven van een aantal van die grote maatschappelijke domeinen?

Leo Neels: Ja. Het gaat om de domeinen die grote impact hebben, grote bevolkingsgroepen raken en grote financiële middelen. Een kenmerk van Itinera is dat we ook letten op waardecreatie, omdat veel debatten gaan over herverdeling. Wij letten op de creatie ook. Het ondernemerschap is zo een dossier. In de verzorgingsstaat zijn er grote maatschappelijke domeinen, denk aan de gezondheidszorg, denk aan jongerenbeleid, kinderbijslag en de hele omgeving daarrond. Denk aan de pensioendossiers, denk aan fiscaliteit et cetera, dus je hebt snel grote dossiers met een enorme impact op de bevolking, met enorme taken van overheden en met de inzet van grote financiële middelen. Staatsschuld kan je daartoe rekenen enzovoort. We willen minder focussen op de polemiek van elke dag. Natuurlijk worden Itinera en zijn fellows vaak gesolliciteerd om het beleid te commentariëren. Dat doen we ook, omdat dat ook te maken heeft met de pertinentie van wat Itinera doet. Die grotere analyses, die facts and figures, zoals we dat vaak samenvatten, hebben een onhebbelijkheid van altijd terug te komen. Men kan die dus in de dagelijkse politieke polemiek weleens negeren of denken dat men dat kan overstijgen, maar die poppen toch terug op en dan kijken media toch heel vaak naar Itinera om daaraan te herinneren en spelen we wel een rol in dagelijkse commentaar.

Simon Ghiotto: Is dat dan wat je de doetank noemt van Itinera?

Leo Neels: De doetank is dat en heeft ook nog een dimensie meer. De doetank betekent ook dat alles wat we publiceren en analyseren, op onze website staat of wordt uitgegeven in publieksboeken. De doetank betekent ook dat we al die analyses, eens ze er zijn, onder de arm nemen en onze ronde voortdurend maken bij de politieke partijen, bij de fracties, in de parlementen, in de regeringen, in de kabinetten, in de administraties en ook in de civiele samenleving. Dus alle spelers, vakorganisaties, ziekenfondsen enzovoort, die een rol hebben in wat men vroeger het middenveld noemde. We nodigen al die personen die daar verantwoordelijkheden opnemen ook heel vaak uit op onze evenementen en we gaan al onze analyses bij ze toelichten omdat zij degenen zijn die impact kunnen realiseren, die dat kunnen inbrengen in het beleid. Er zijn voorbeelden van en soms is het zorgwekkend dat het lang kan duren. Bijvoorbeeld toen Itinera zijn eerste analyses publiceerde over ouderenzorg en gezondheidszorg, een achttal jaar geleden, dan was de reactie dat het misschien toch wat academisch is, dat het hier zo niet werkt. Maar vandaag staan die aanbevelingen in de beleidsbrieven van de gezondheidsminister federaal en de welzijnsministers regionaal. Dat is wat we beogen. Soms gaat dat gelukkig sneller. Een goed voorbeeld is toen onze senior fellow Johan Albrecht van de Universiteit Gent zijn Energietrilemma publiceerde. Het evenwicht tussen beschikbaarheid van energie, betaalbaarheid van energie en het ecologisch aspect van de productie van energie en een rekenmodel daarachter, werd hij quasi onmiddellijk, bij het verschijnen van het boek, gesolliciteerd door de autoriteiten om het fameuze energiepact door te rekenen. Dan heb je dus heel snel impact. Dus het ritme kan variëren, maar die impact is er wel degelijk.

Simon Ghiotto: Verkiezingen zoals deze van 26 mei zijn belangrijk in de democratie. Dat bleek ook wel uit het resultaat dat velen verrast heeft. Politici verklaarden dan dat ze het signaal van de kiezer begrepen hadden. Hoe kijkt u daarnaar?

Leo Neels: In de democratie zijn verkiezingen een breukelement, er gebeuren nieuwe dingen. De mandaten vervallen, er kan een verjonging, een verandering of een vervrouwelijking zijn van het politiek personeel. De machtsverhoudingen kunnen verschuiven, zoals we gezien hebben op 26 mei. Het is ook een moment van consolidatie. Het is een moment waarop men zich moet beraden over meerderheid, oppositie. Hoe worden die ploegen samengesteld, want we verkiezen geen meerderheden meer, we verkiezen minderheden. Dus er moeten coalities gevormd worden en als je impact wil hebben op het beleid, is dat natuurlijk ook een belangrijk moment waarin je die impact tracht te consolideren. Je hebt wat intensiever contact naar de partijen die zich manifesteren, democratische partijen die zich manifesteren en ook naar de partijen die gaan onderhandelen en de regeringen gaan vormen. Wij hebben veel regeringen, dus het zijn complexe zaken, omdat je naar die regeerakkoorden moet kijken of zij die aanbevelingen rond goed bestuur kunnen opnemen. Om die reden had Itinera al in 2014, maar ook bij deze verkiezingen, recente studies samengebundeld. Ditmaal hebben we dat gedaan met een publieksboek dat in het Nederlands en het Frans is uitgegeven, Een Plan voor het Land, Un Projet pour la Belgique, waarop we intens gewerkt hebben zowel naar de publieke opinie als naar de politieke opinie en die civiele samenleving waar we de doetank 100% hebben doen functioneren opdat iedereen de analyses zou kennen en beschikbaar hebben bij de onderhandeling.

Simon Ghiotto: U hebt gezegd 'we verkiezen minderheden', wat bedoelt u daarmee?

Leo Neels: We zijn een land waar geen enkele partij nog een meerderheid verkrijgt bij verkiezingen om te besturen. Er is een versplintering van het partijlandschap met als resultaat dat we naar coalitievorming gaan. Een van de eigenaardigheden is dat we eventueel wel weten voor welke politici of partij we onze stem uitbrengen, maar we weten in feite niet of ze deel zullen nemen aan het beleid. Er is een tweede etappe. Dus op zondagavond 26 mei zagen we dat alle politici de verkiezingsuitslag evalueerden en daarvan wat opkeken. Men noemde het een belangrijk signaal. Wij hadden gehoopt, en dat was ook een van onze aanbevelingen, dat men dan wat afstand zou nemen van de politieke besluitvormingswijze van de vorige eeuw met de onderhandelaars, de achterkamers, een beetje een troebele periode, maar we zien vandaag, een maand na de verkiezingen, dat we daar toch wel wat in verzeild zijn.

Simon Ghiotto: De klassieke begrotingsconclaven allemaal opgesloten in een kasteel voor een nacht en 's ochtends is er witte rook?

Leo Neels: Het is de formule om beschikbare kennis, facts and figures, te negeren en te vergeten. We proberen daar toch een rol te spelen door met onze rapporten en boeken daar virtueel aanwezig te zijn. We hadden gezegd om een ambitieus wervend positief toekomstplan te formuleren voor de bevolking. Want indien het signaal van de verkiezingen iets betekent, dan is het misschien de expressie van de vertrouwensbreuk die in alle peilingen altijd wordt vastgesteld. De gepubliceerde peilingen kijken naar de minieme verschuivingen in de verkiezingsresultaten tussen partijen, maar de peilingen naar vertrouwensindex van de jongste jaren zijn bijzonder consistent. Zij tonen in Vlaanderen, in België en in Europa de confronterende paradox aan dat in een democratische rechtsstaat van het Westerse type die enorme welvaart en herverdeling kan creëren, een grote meerderheid van de bevolking haar vertrouwen in zijn instellingen en zijn politiek personeel heeft opgezegd. Dat was al langer bekend. Het heeft zich weer eens vertaald in de verkiezingsuitslag en daarom is blijkbaar iedereen verrast. Maar zo verrassend was dat niet. Waaraan schrijft men dat toe? Aan een zekere vermoeidheid van de bevolking bij de complexiteit van de vraagstukken bij een soort continu besparings-, hervormingsmantra, terwijl wij zeggen om een enorme ambitie te formuleren. Een ambitieus project, laat dat op de lange termijn zijn, laat dat wervend en positief zijn voor jongeren, ouderen, mensen die productief zijn, mensen die dat niet meer kunnen zijn, nog niet zijn of tijdelijk niet zijn, voor iedereen. Hergenereer die maatschappelijke betrokkenheid van alle burgers, want de goede democratie kan niet zonder functioneren. Dat is eigenlijk een van de kernboodschappen van Een Plan voor het Land, los van de hoofdstukken van alle fellows die die grote maatschappelijke dossiers nog eens hebben samengevat ten behoeve van de onderhandeling en de regeringsvorming.

Simon Ghiotto: Maar kwamen de grote maatschappelijke dossiers wel aan bod tijdens de verkiezingsdebatten? We hadden soms de neiging om te kijken en ons te verwonderen over verkiezingsdebatten die niet over beleid, maar over politiek gingen en niet over de grote uitdagingen die op ons afkomen, maar over kleine issues?

Leo Neels: Dat is het spijtige een beetje van politieke campagnes. Men wil eigenlijk alles meer en beter beloven. Men vergeet een beetje de basiskenmerken. Alles kan meer en beter worden als we het beter gaan doen. Itinera had al in september een document gepubliceerd op de website, dertig internationale indexen, een selectie uit heel veel meer, die allerlei autoriteiten en instituties zoals de Wereldbank, zoals de OESO, het World Economic Forum, de IMD Business School et cetera publiceren. We hadden er daar dertig van samengebracht op onze website, die worden daar nu bijgewerkt, voortdurend, omdat dat het beeld van de staat van het land objectiveert. En de overweldigende indruk wanneer je naar die indexen kijkt, is de mediocriteit van België. Hoe middelmatig wij presteren. De confronterende waarheid is dat België het veel beter kan doen dan we bezig zijn te doen. Dat overstijgt onmiddellijk die politieke marketing zoals die in een campagne gevoerd werd. We hadden twee vaststellingen gedaan: België scoort maar matig, functioneert onder zijn potentieel en andere landen springen in die index over België. Dat is misschien nog meer verontrustend. Laat dat nu landen zijn die wel beter besturen. De beslissende factor voor landen die het beter doen, is niet dat zij plots geweldige goudaders of oliebronnen hebben aangeboord, al die moderne democratieën hebben het moeilijk met hun besluitvorming en al die verzorgingsstaten hebben het moeilijk met hun financiering.

Maar welke landen doen het beter? Eigenlijk de landen met een Calvinistische historische traditie die zich onderscheiden met beter bestuur. Dat zijn ongeveer alle landen ten noorden van België en Zwitserland. Dus het kan anders, het kan beter, dat is eigenlijk onze positieve boodschap. Onze boodschap was om eens projectmatig te leren denken, formuleer eens een grotere ambitie. Een beetje the man on the moon benadering die president Kennedy had toen hij Amerika wilde verder brengen in de jaren 60. Wij zeggen niet man on the moon, wij zeggen dat België wegzakt op de competitiviteitsindex van het World Economic Forum of de IMD Business School. Andere landen doen het beter. Nederland staat op plaats 4, Duitsland op plaats 6 en België is weggegleden van de 17de naar de 21ste plaats. Dus dan zeggen we, om eens een ambitieus wervend project te formuleren voor alle Belgen, oud en jong, klein en groot, aan de slag, niet actief, om het even, dat België naar de 5de plaats stapt. Dat is het project. Vraag aan uw kennisinstellingen om kennis te valoriseren in het beleid. Dat is misschien een van de grootste zwakke punten in onze politieke besluitvorming, valoriseer kennis in uw beleid en vraag aan uw kennisinstellingen, universiteiten, Planbureau, Nationale Bank en andere, om het plan te formuleren. Dan kun je een consistent plan krijgen en begin dan te meten wat de opvolging is en stuur bij. Dat zou een heel sterk signaal zijn, een motiverend signaal, waarbij de politiek aan de burgers zegt: “Ik heb u niet alleen begrepen op zondagavond in mei, ik neem u mee voor een boeiende toekomst door de garantie van deze welvaart voor uw kinderen en kleinkinderen.” Dat motiveert alle burgers.

Simon Ghiotto: Toch beschrijf je in ons laatste boek, in Een Plan voor het Land hoe we onze grote projecten, onze letterlijke werven niet meer kunnen bolwerken. Je beschrijft hoe projecten vastlopen en hoe blijvende werven in onze steden openliggen en stilstaan. Ons publiek patrimonium verloedert en we krijgen die grotere projecten niet op gang, denk maar aan Oosterweel. Hoe komt dat dan allemaal?

Leo Neels: Overheden zijn eigenlijk zeer ambitieus vandaag en doen duizend dingen. Ze moeten daar misschien wat kritischer naar kijken, wat wel hun te rol is en wat niet. Tweede element in het hoofdstukje bestuursrecht of stilstand is een kritische analyse gemaakt van de omstandigheid dat veel grote werven, en Oosterweel was een overheidswerf, dat we daar al 25 jaar mee sukkelen. We krijgen dat niet goed. Onder meer ook niet omdat wanneer er dan toch een politiek besluit is, het kan worden aangevochten door Jan en alleman en de rechtsbescherming het wint van de rechtszekerheid. We zien dat te veel beslissingen, ook van de Vlaamse overheid, worden geschorst en vernietigd. Er is door de Vlaamse gemeenschap al naar gekeken, men kent het probleem. Er is gekeken naar het stukje rechtsbescherming. Maar wij zeggen om naar het stuk regelgeving te kijken. Wanneer de Vlaamse administratie er niet in slaagt om bij grote meerderheid rechtsgeldige vergunningen af te leveren, hebt u een probleem met de kwaliteit van uw regelgeving. Dat moet in de investeringsstaat die we geworden zijn, die we willen zijn, uitzonderlijk vlot lopen. Rechtsbescherming is goed, maar rechtszekerheid is ook een belangrijke waarde in een rechtsstaat en we zijn dat evenwicht verloren. We kunnen ons die vertraging, die een quasi stilstand is op veel domeinen, eigenlijk niet permitteren. Het is de oproep naar overheden, ook regionale, om te zeggen van daarnaar te kijken, het ten gronde aan te pakken aan de bron, geen genoegen te nemen met façadeoplossingen, met het bijschilderen, het bijplamuren van wat in de façade verkeerd lijkt. Kijk eens naar de funderingen van uw bestuursrecht, dat dateert van de vorige eeuw. Daar zijn heel veel goede dingen in, maar u moet daar ook een efficiëntie- en rechtszekerheidselement terug in herevalueren, omdat alle ondernemersinitiatieven, maar ook overheidsinitiatieven maar kunnen slagen als u het gedaan krijgt. Dan moet je uw huiswerk beter in orde hebben dan tot nu toe.

Simon Ghiotto: Met de taakstellende uitdaging voor de autoriteiten kunnen we afsluiten. Bedankt om bij deze eerste aflevering te zijn. Abonneer je op de podcast en blijf op de hoogte van politiek, beleid en Itinera. Laat ons weten wat je denkt met #ItineraTalks. Het boek dat vandaag aan bod kwam, Een Plan voor het Land, Un Projet pour la Belgique, is beschikbaar in de boekhandel en via onze website.

Leo, nog een laatste boodschap voor de luisteraars?

Leo Neels: De bevolking heeft ook een actieve rol in een democratische rechtsstaat, verzorgingsstaat en investeringsstaat. Dus een van de onthutsende elementen is dat we waarschijnlijk niet meer beseffen in deze bijzonder welvarende regio in de wereld waar we al zeer lang vrede kennen, hoe goed we het stellen.

De bevolking heeft haar vertrouwen opgezegd in de instellingen en de politiek. Dat blijkt uit de metingen van het publiek vertrouwen jaar na jaar en dat is blijkbaar ook het signaal zoals politici het gelezen hebben in het verkiezingsresultaat. Ook aan de bevolking zeggen we dat een democratie, een rechtsstaat, een verzorgingsstaat rust op haar verantwoordelijkheid, op haar bijdrage, haar intellectuele bijdrage, haar vertrouwensbijdrage, desgevallend haar financiële bijdrage. U bent daar een actief onderdeel van. Keer er u niet met de rug naartoe, realiseer u het belang van uw betrokkenheid in die moderne staat, ook voor uw eigen kinderen en kleinkinderen. Uw rol garandeert mee dat zij zullen kunnen genieten van een blijvende welvaart waarvoor deze generatie moet instaan. Dat is eigenlijk de doorslaggevende boodschap.