Naar overzicht

Kapitalisme in crisis

Tien jaren zijn verstreken sinds de toxische combinatie van rommelkredieten en beleggingsproducten de grootste financiële crisis ooit provoceerde, die op haar beurt de eerste wereldwijde recessie sinds de Tweede Wereldoorlog inluidde. Hoe moeten we die dramatische kapitalistische Apocalyps gedenken? Voor de financiële sector is veel veranderd: veel meer regulering en veel meer toezicht. De les van honderden jaren financiële crises is echter dat we de uitspattingen van het verleden kunnen bestrijden maar de mensheid niet kunnen immuniseren tegen de bubbels van de toekomst. Hoe zit het dan onder het reguleringsoppervlak?

De eerste vaststelling is dat we misschien de financiële lont uit het economische kruitvat hebben gehaald, maar dat het kruitvat zelf alleen maar vergroot is. De dolgedraaide kredietverlening van tien jaar geleden was ook de exponent van een schuldverslaafde economie die kredietdoping nodig had om te blijven functioneren. Welnu, wereldwijd zijn schulden alleen maar blijven toenemen, in verhouding tot de economie met veertig procent in tien jaar. In Westerse landen zijn vooral overheden schulden blijven opstapelen, alle besparingsslogans ten spijt. In de grote ontwikkelende landen steken vooral bedrijven en gezinnen zich dieper in de schuld. De totale schuldgraad van China is sinds 2008 bijna verdrievoudigd: een nieuwe schuldencrisis, annex financiële crisis, in volle aanmaak.

Verhouding overheid en economie

Net zoals de onderliggende economie zelf, is ook de verhouding tussen overheid en economie geenszins verbeterd. Tijdens en na de financiële crisis kwamen overheden arbitrair tussen om banken en bedrijven te redden. Daar is veel vitriool over gevloeid, want in een markteconomie mogen politici en belastingbetalers geen verliezers redden of winnaars maken. Maar die onzalige vermenging van politiek en bedrijf is intussen alleen maar verdiept. Regeringen vallen over elkaar met grootste plannen voor nationale industriële strategieën. Het klimaat is een excuus voor de complete politisering van het energiebeleid. Hyperactieve monetaire politiek is overal als economisch beleid gemobiliseerd. En internationaal is wereldhandel ingeruild voor koehandel of protectionisme.

De traditionele rolverdeling tussen markt en overheid is misschien wel het grootste slachtoffer van de financiële crisis. De bankencrisis is weggezet als een crisis van deregulering. Het morele gezag van de scheiding van politiek en economie is daarmee samen met de banken gesneuveld. In de plaats daarvan krijgen we politieke improvisatie, opbod en het recht van de sterkste. Een overheid die de markt bespeelt, veronachtzaamt haar taak als marktmaker en marktbewaker. Juist die klassieke taken zijn nochtans cruciaal voor het herstel van onze economische gezondheid.

Schuldverslaving

Kapitalisme is superieur omdat het door de combinatie van private eigendom, beschikbaar kapitaal, open markten en vrije concurrentie voortdurende innovatie en vooruitgang stimuleert. Het is in al die fundamenten aangetast. Schuldverslaving en monetair activisme manipuleren de stroom van kapitaal. De politisering van economie verstoort marktwerking zowel nationaal als internationaal. Concurrentie is in veel sectoren een lachertje door golven internationale fusies en doordat de interneteconomie afglijdt naar een winnaarseconomie van enkelingen. Voor de grondstof van de nieuwe economie, persoonsdata, bestaat zelfs geen eigendomsmodel.

Tien jaar na het begin van de financiële crisis is duidelijk dat we de overheid hard nodig hebben, maar dat die vooral aanwezig is waar ze afwezig zou moeten blijven, en afwezig waar ze aanwezig zou moeten zijn. Zolang we die logica niet omkeren, blijft het kapitalisme structureel in crisis.