Naar overzicht

Itinera over de taxshift door Michel I

De regering is dus bevallen van haar taxshift. Er komt een bijkomende lastenverlaging van 3,7 miljard euro zodat samen met de eerder besliste maatregelen van deze regering men op 7,2 miljard euro komt. Dit is zowat 2 procent van het bbp. Dit is wellicht meer dan had verwacht kunnen worden op zo'n korte termijn gegeven de grote meningsverschillen die binnen deze coalitie bestaan. Een werkelijke strategische hervorming van ons belastingstelsel vergt echter tijd. Bovendien vereist dit vertrouwen dat dit niet zal uitdraaien op een tax lift. Werk voor de komende jaren dus.

Dat de BTW op elektriciteit opnieuw op 21 procent komt is feitelijk geen nieuw beleid. De vorige regering Di Rupo had deze maatregel sowieso voorzien als slechts een tijdelijke ingreep. Dit omdat de verlaging geframed werd als een relancemaatregel. Dit was vooral de enige manier waarop kon voorgewend worden dat de kostprijs ervan beperkt zou blijven. Sowieso werd deze maatregel door de burgers zelf betaald omdat de prijs van elektriciteit in de index van de consumptieprijzen opgenomen is. Een lagere stijging vertaalt zich dan ook in een kleinere stijging van de lonen bij indexering. Met andere woorden: de loontrekkende zou dit "cadeau" betalen via zijn eigen loonbriefje. Bovendien was gezien de concentratie in de elektriciteitssector het wel erg realistisch dat de BTW-verlaging vooral een cadeau was voor de marges in de sector. Het was altijd ongeloofwaardig dat gesteld werd dat het efficiënter was voor jobcreatie om de BTW op elektriciteit te verlagen dan de kost van arbeid direct te verlagen. In feite kon dit gelden als een illustratie hoe fiscaal beleid niet gevoerd moet worden. Met name maakt men hier gebruik van de kortzichtigheid van de buitenwereld om fiscaliteit te reduceren tot een cadeaupolitiek voor de achterban. Belastingen herleiden tot een wegnemen van middelen bij de belastingplichtige kan enkel uitmonden in slecht beleid.

Wat we nodig hebben is dat de regering nu aan de administratie de opdracht geeft om de impact van haar beslissingen te laten evalueren. Laten we er even van uitgaan dat de regering haar administratie niet wil misbruiken voor louter partijpolitieke discussies. In dat geval formuleert ze de vraag voor het becijferen van een voorstel op zo’n manier dat zowel de voordelen als de nadelen afgewogen worden, zowel op korte als op lange termijn. Als de administratie een steekproef heeft van de bevolking, is het uiteraard het makkelijkst om de directe neerslag van een fiscale maatregel te berekenen op bepaalde onderdelen van de totale populatie. Daar mag dergelijke oefening allerminst bij stoppen. Uiteraard is het veel complexer om het doorwerken van de maatregel te bekijken in de economie. Het is echter niet omdat dit moeilijker is dat dit niet moet gebeuren. Een belastinghervorming heeft een hoger doel dat niet bestaat uit bepaalde groepen in de bevolking tegen elkaar uit te spelen. De beoordeling van een fiscale hervorming moet dan ook gebeuren met criteria inzake het behalen van dat doel.

Pas wanneer dat thema voor iets anders staat dan het creëren van winnaars en verliezers, is het klimaat rijp voor een betekenisvolle en diepgaande fiscale hervorming. De huidige taxshift kan daartoe niet anders dan als een eerste aanzet gezien worden. Het is nu in grote lijnen duidelijk hoe de verlaging van de werkgeversbijdrage van 33 naar 25 procent gefinancierd wordt. Dat is sowieso goed want in een land met onze overheidsschuld zijn budgettaire avonturen uit den boze. De BTW-verlaging op de elektriciteit werd door vorige regering beslist af te lopen einde van 2015. Wellicht rekende ze erop dat een volgende regering onder druk zou komen om deze (onterecht) aantrekkelijke maatregel toch verder te zetten. Deze coalitie heeft de bluf daarvan echter doorprikt. Verder financiert men de verlaging van de lasten op arbeid met het verhogen van de accijnzen op diesel, tabak en drank. Een maatregel die zowat in elke begrotingscontrole aan bod komt. Accijnzen worden immers op fysieke hoeveelheden geheven terwijl andere inkomsten door de effecten van hogere prijzen spontaan evolueren. Een regering vindt daarin dus steevast een welkome bron om een gat dicht te rijden. We bepleiten dat er opnieuw een echte strategische denkoefening komt waarin deze zogenaamde "sin taxes" werkelijk ingeschakeld worden met het oog op hun gedragssturende doel eerder dan een quick fix om de gaten te vullen. Het verhogen van de roerende voorheffing van 25 naar 27 procent is een vervolg op het parcours van vorige regering waarbij deze belasting reeds van 15 naar 21 en 25 ging. Voor een stuk is dit vandaag de weg van de minste weerstand omdat rendementen toch laag zijn. Dan is er nog een speculatietaks bij aan- en verkoop aandelen binnen 6 maanden maar gezien de regering zelf de geraamde opbrengst ervan maar op 28 miljoen legt, blijft dit eerder symbolisch. Samengevat zijn de maatregelen ter financiering van de lastenverlaging niet verrassend en zit er enige innovatie tussen met de 900 miljoen euro via eco- en gezondheidsfiscaliteit. Verder is het uitkijken naar de details van de aankondigde 700 miljoen euro aan 'efficiëntiewinsten' op het overheidsapparaat.

Voor Itinera is het criterium van een voldragen fiscale hervorming dat daarna geloofwaardig een fiscale stabiliteit kan gegarandeerd worden voor minstens twee regeerperiodes. Niemand zal de illusie koesteren dat dergelijke "Pax fiscalis" verwacht kan worden na deze taxshift. We moeten na zoveel jaren dringend afkicken van de verwachting dat een regering zich enkele dagen kan opsluiten in een kasteel en dan kan bevallen van de oriëntatie van het beleid voor de komende jaren. Diepgaande maatregelen vergen nu eenmaal meer tijd. Denk aan de fiscaliteit van bedrijfswagens. Denk aan de  afwezigheid van neutraliteit in ons belastingstelsel waarbij een ander tarief geldt afhankelijk van hoe de burger zijn geld belegt. Denk aan de aftandse fiscale behandeling van onroerend goed. Niet alleen omdat de 'fictieve' huurprijzen al decennia niet meer herzien werden. KI-verhoudingen van 10 tegen 1 voor woningen met een vergelijkbare verkoopprijs zijn geen uitzondering. Je zou denken dat niemand met oog voor het algemeen belang zich comfortabel voelt bij deze status quo. Denk aan de noodzakelijke agenda van vereenvoudiging.

Een essentieel aspect is het vergroten van de transparantie en het nastreven van vereenvoudiging. Het is hoog tijd om alle belastingaftrekken te evalueren. Al jaren is er internationaal een tendens tot het verbreden van de belastbare basis door het schrappen van aftrekken die door allerlei belangengroepen in het verleden bekomen waren, maar die de transparantie en logica van het belastingstelsel ondermijnen. Uiteraard kan de opbrengst daarvan enerzijds gebruikt worden om het belastingtarief te verlagen wat de belastingethiek sterk zou bevorderen. Vervolgens moet er kalender komen met doelstellingen inzake het aantal gezinnen dat vrijgesteld wordt van aangifteplicht. Het moet voor honderdduizenden gezinnen extra mogelijk zijn om de bedrijfsvoorheffing feitelijk bevrijdend te maken. Gezien de enorme compliance kost inzake BTW, moet het een absolute prioriteit zijn om deze te verlichten. Zo gauw men intracommunautair handelt, is er voor de meeste bedrijven geen enkele betaling meer nodig. Geen overbodige lasten, financieringen, teruggaven en onnodige controles. Dit moet ook kunnen voor het Belgisch interne stelsel.

Misschien het opvallendste als je door de lijst van aftrekken gaat, is de eindeloos lange lijst van kleine bepalingen voor vaak erg beperkte bedragen. Dus terwijl er enkele grote aftrekken zijn, zijn er talloze minuscule die het systeem wel onoverzichtelijk maken.

Itinera stelt voor radicaal te wieden in het aantal aftrekken. We bevelen aan om werk te maken van de hergroepering van de aftrekmogelijkheden in korven. Wellicht zullen nooit alle aftrekken verdwijnen. We hebben vandaag wel de kans om eindelijk werk te maken van de hergroepering van de aftrekmogelijkheden in korven, zoals de Hoge Raad van Financiën al bijna tien jaar geleden voorstelde. De drie korven zouden respectievelijk onroerende goederen en lange termijn sparen, sociale uitgaven en diensten aan personen en ten slotte leefmilieu betreffen. Per korf heb je een maximaal af te trekken bedrag waaruit de belastingbetaler zelf kan kiezen waaraan hij dat bedrag besteedt. Dit is administratief en budgettair veel beter te beheersen. Na een tijd kan de overheid de verminderingen of vrijstellingen die amper gebruikt worden afschaffen. Het is vooral de opeenstapeling van allerlei kleine aftrekposten die uiteindelijk de complexiteit veroorzaken, terwijl ze vaak eerder symbolisch zijn.

Itinera (2011) heeft al eerder aangevoerd dat een apart fiscaal regime voor pensioenen in vraag gesteld kan worden. In welke mate is het rechtvaardig dat iemand die 2000 euro per maand verdient door ervoor te werken, zwaarder belast wordt dan een gepensioneerde aan wie elke maand 2000 euro pensioen wordt uitgekeerd?

De OESO riep België al in 2009 op om de hypothecaire interestaftrek af te bouwen omdat deze ook aanzet tot prijsverhogingen. Economen hebben al lang geleden doorzien dat vele fiscale voordelen voor vastgoed verdisconteerd worden in hogere prijzen en dus niet de koper ten goede komen. Bruuske aanpassingen zijn misschien niet gewenst maar de bijna 2 miljard aan fiscale voordelen kunnen ongetwijfeld voor een belangrijk stuk uitgefaseerd worden. Onderzoek toont aan dat de huidige begunstigden van dit stelsel nauwelijks de lagere inkomensdecielen zijn. Als een deel van de budgettaire middelen aangewend worden om het aanbod te stimuleren kan dit zelfs koopkrachtwinst betekenen voor velen in deze categorie. Sommige belastingaftrekken zijn contraproductief, bij andere zou de doelstelling wel eens effectiever behaald kunnen worden door alternatief beleid.

Een essentieel aspect is dus het vergroten van de transparantie en het nastreven van vereenvoudiging wat niet alleen tot lagere administratiekosten zal leiden maar ook de acceptatiegraad bij de burgers zal verhogen. Hierbij is het samenstellen van een expertengroep een instrument dat erg effectief kan zijn (5).

Tabel : Compliance kost belastingstelsel: aantal uren nodig om aan belastingregels te voldoen (links) en aantal belastingbetalingen (rechts)



Tabel: Belangrijkste aftrekken in de personenbelasting, bedrijfsvoorheffing en vennootschapsbelasting (Kostprijs in miljoen €)



Grafiek: Fiscale uitgaven (% bbp)



“Taxshift, Waarom ons land een belastinghervorming nodig heeft” verschijnt bij Lannoo: http://www.lannoo.be/taxshift