Europa buigt voor Trump

De zomer van 2025 betekende voor Europa een dreigende trans-Atlantische scheiding. De toekomst van Oekraïne, van de NAVO en van de handel stond op het spel. Met hun strandvakanties in het vooruitzicht kunnen Europese leiders opgelucht ademhalen. Maar om Donald Trump te sussen, heeft Europa wel drie keer moeten buigen en betalen. Eerst voor de NAVO, met honderden miljarden extra defensie- en veiligheidsuitgaven per jaar. Vervolgens voor Oekraïne, waar wij de VS zullen betalen voor de wapens die Oekraïne nodig heeft. Nu voor de handel, waar de VS eenzijdig tarieven op Europese invoer mag vermenigvuldigen, terwijl Europa nochtans meer dan 1300 miljard dollar belooft aan aankopen van Amerikaanse energie en wapens, en aan nieuwe investeringen op Amerikaanse bodem.
Europese onderhandelaars kunnen erop wijzen dat de Amerikaanse invoertarieven voor veel andere landen nog hoger zijn, dat de Europese product- en veiligheidsnormen van kracht blijven, dat Amerikaanse energie toch een wenselijk alternatief is voor Russische, dat de wapenaankopen al zijn geboekt in de NAVO-plannen, en dat investeringen in de Amerikaanse economie hoe dan ook plaatsvinden. Het Europees plan B voor tariefvergeldingen heeft ook mogelijk effect gehad. Op economisch vlak betaalt Europa misschien een acceptabele prijs voor handelsstabiliteit, als Trump niet van gedacht verandert en mits de uitzonderingen voor staal en farmaceutica niet alsnog leiden tot straftarieven of quota.
Maar Europa kan niet ontkennen dat Trump ons tot concessies dwingt die ruiken naar onderwerping. Europa wil geen handelsoorlog met de VS voeren omdat het verdeeld is. Het kan zich er geen veroorloven omdat het zwak is. Amerika wist dit. De rest van de wereld weet het nu. Europa's opluchting komt uit onmacht en is gemaakt van vernedering. Zal dit ons psychologisch er eindelijk toe aanzetten geopolitieke macht serieus te nemen, of zal het juist Europese verdeeldheid en afhankelijkheid bestendigen?
Europa wil geen handelsoorlog met de VS voeren omdat het verdeeld is. Het kan zich er geen veroorloven omdat het zwak is.
De tekenen zijn niet gunstig. Europese landen willen meer uitgeven aan defensie en veiligheid, maar verder dan het stimuleren van gemeenschappelijke nationale aanbestedingen geraakt het Europeaniseren niet. Het verdiepen van de interne markt als een geopolitieke kracht op gebieden zoals energie, defensie, communicatie en financiën is krachtig bepleit in invloedrijke rapporten, maar krijgt weinig politieke tractie. Meer interne markt betekent ook meer transformatie voor de belangrijkste Europese industrieën die al lijden onder wereldwijde onrust en een algeheel gebrek aan concurrentievermogen. Het mobiliseren van meer gemeenschappelijke Europese middelen, misschien wel de gemakkelijkste weg vooruit, is nog steeds taboe, zoals de recente discussies over de volgende EU-begroting opnieuw aantonen.
De grootste Europese ontwikkeling van het jaar is de wederopstanding van Duitsland als een militaire macht, met een vijfjarenplan van meer dan 600 miljard euro voor defensie en veiligheid. Maar de regering-Merz omarmt een 'Made for Germany'-filosofie. Ze laat de kans liggen om rond een nieuw Duitsland de coalitie te smeden die de basis zou vormen voor een toekomstige Europese defensie-unie. In dezelfde geest is de recente Lancaster House Akkoord tussen het VK en Frankrijk een bilaterale 'entente industrielle' in de oude stijl, geen bouwsteen in een groter proto-Europees project.
Jean Monnet zei ooit dat ‘Europa in crises wordt gesmeed en de som is van de oplossingen die voor die crises worden gekozen’. Paul-Henri Spaak daarentegen zag dat 'er twee soorten landen in Europa zijn: kleine landen en landen die nog niet weten dat ze klein zijn'. Om een einde te maken aan de vernedering van Europa moeten de leidende Europese landen Spaak herdenken en Monnet opnieuw aanleren.
Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.