Naar overzicht

De zelfdiscipline van de rechtsstaat

Als professor had ik het voorrecht nieuwe rechtenstudenten in te leiden in de rechtsstaat, een staatsorde die we danken aan de verlichting en die stoelt op grote impliciete principes. De naweeën van het Reuzegom-proces tonen aan dat die principes niet langer bekend zijn, of gedeeld en beleefd worden.

Ook ik vind de dood van Sanda Dia onnoemelijk tragisch en de strafmaat emotioneel onevenredig met het leed. Maar rationeel verdedig ik de uitspraak, principieel. In een rechtsstaat is elk proces een methode voor juridische vrede, niet voor ultieme rechtvaardigheid. Als de procesregels zijn gevolgd, moet iedereen de uitkomst aanvaarden. Als de regels niet zijn gevolgd, is er (cassatie)beroep. Als de regels zijn gevolgd maar de uitkomst wordt gecontesteerd, dan rest de politieke arena om de regels democratisch ter discussie te stellen.

De zelfdiscipline van de rechtsstaat vergt respect voor justitie, die bezet is met feilbare mensen, maar in de rechtsstaat exclusief juridische vrede en straffen oplegt. Wie het arrest leest, ziet dat het hof van beroep – ik heb het bewust over het instituut en niet over de raadsheren die het instituut vertegenwoordigen – moeilijke afwegingen moest maken over de strafrechtelijke kwalificatie van een ontspoorde studentendoop en de persoonlijke betrokkenheid van jonge studentenleiders zonder strafblad. Die afwegingen hebben de strafmaat bepaald.

De slogans van klassenjustitie en racisme zijn in deze toxische socialemediatijden snel geformuleerd door boze mensen, politici en opiniemakers. De reacties zijn begrijpelijk, maar problematisch. Het respect voor de scheiding van de staatsmachten en voor de rol van het gerechtshof gebiedt dat politici een arrest niet politiseren maar rechtsstatelijke zindelijkheid betonen en hun vertrouwen in de instellingen uiten. Politieke onvrede moet gaan over de onderliggende wetten en regels, waarvan de verbetering verloopt via het parlement. Punt.

Reuzegom-zaak veramerikaniseerd

Bekende en minder bekende publieke figuren hebben de Reuzegom-zaak als het ware veramerikaniseerd. Alsof een racistische jury aan het werk zou zijn geweest, alsof duurbetaalde advocaten het recht zouden hebben verkracht, alsof de rechtbank zelf een deel van het institutionele onrecht zou zijn. Dat klopt uiteraard niet. Tegenover de advocaten van de beklaagden stond de hele Belgische staat. Strafgerechten beslechten individuele misdrijven en organiseren geen discriminatie. Voor zover ‘het systeem’ in het spel was, heeft dat via het Openbaar Ministerie zwaardere straffen geëist. Daartegenover staat het recht van de verdediging en de afweging van alle omstandigheden en nuances door professionele rechters.

De rechtsstaat vergt een rationele hygiëne van zelfdiscipline bij iedereen: functionarissen, machthebbers en burgers. We dragen allemaal verantwoordelijkheid voor het functioneren van een maatschappijmodel dat universeel geldt als het meest vrije, democratische en rechtvaardige dat de menselijke geschiedenis heeft voortgebracht. Dat betekent een plicht tot onthouding en rationeel respecteren voor wie politieke verantwoordelijkheid draagt. Het betekent ook het belijden van de meest fundamentele bouwsteen van de rechtsstaat: de gelijkheid voor de wet. Wie zwaait met claims van klassen en racisme, ondermijnt de rechtsstaat in het diepst van zijn vezels.

In mijn les legde ik studenten uit dat de rechtsstaat finaal berust op een gedeelde rechtscultuur. Zonder die cultuur domineert niet het recht maar de macht, heerst niet de regel maar de willekeur, en vervangt collectief wantrouwen het onderlinge vertrouwen waarop een complexe, succesvolle maatschappij berust. Als we die rechtscultuur niet herontdekken en herbeleven, dan bedreigt de identitaire polarisatie de essentie van onze samenleving.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.