Naar overzicht

De kost van het politiek bestel

Een vraag die bij velen hierbij opkomt, is wat de kost van ons politiek bestel wel is. Nu is enige schroom gepast om de economische meetlat toe te passen op de democratische instellingen van een land. De overheid wordt gemakkelijk gelijkgesteld met “overhead” en dan denkt men vaak intuïtief vooral aan kosten. Ook in een bedrijf bestaat deze reflex die enige achterdocht van de mensen die in directe relatie met de klant staan tegenover de hoofdzetel reflecteert. Uiteraard heeft deze argwaan een zekere basis omdat er inderdaad een neiging is tot steeds meer administratieve functies die veraf staan van het eigenlijke “product” van de onderneming. Toch beseft uiteindelijk de meerderheid dat een zekere “overhead” onvermijdelijk is om de boel draaiende te houden. Zo ook is dit het geval in het bestuur van een land. Het is dan wel essentieel de administratie zo doeltreffend mogelijk te voeren en daar ligt het kalf vandaag gebonden.



Economen stellen dat transactiekosten onvermijdelijk zijn om transacties te realiseren maar ze mogen niet excessief zijn. Ondermeer impliceert dit dat er moet gewaakt worden over voldoende concurrentie tussen dienstverleners die transacties mogelijk maten. Een fundamenteel probleem is dat concurrentie vaak niet bestaat voor het politieke beheer. Voor een stukje wel want op het vlak van de gemeenten zou de burger kunnen stemmen met zijn voeten en zelfs op het vlak van de natiestaat wordt dit meer en meer het geval voor zogenaamde foot loose ondernemingen. Ondermeer omdat bij een overheidsmonopolie elke concurrentiedruk ontbreekt, is kosteneffectiviteit niet zelden problematisch.



Vaak stelt men onzorgvuldig dat transactiekosten geminimaliseerd dienen te worden. Dit creëert het beeld dat deze betalingen louter verspilling inhouden. Dit idee vertrekt echter verkeerdelijk vanuit de premisse dat markten frictieloos zouden zijn (1). In realiteit zijn heel wat tussenschakels nodig om marktransacties vlot te laten verlopen. Om contracten af te dwingen hebben we bijvoorbeeld rechtbanken maar ook een heel gerechtelijk apparaat. Evengoed komen echter ook advocaten en notarissen tussen bij het negotiëren en afdwingen van overeenkomsten. Uitgaven aan transactiekosten zorgen er hopelijk voor dat transacties zo efficiënt mogelijk verlopen. Nobelprijswinnaar Douglas North kwam tot de vaststelling dat al de transactiekostcomponenten oplopen tot bijna de helft van het bruto binnenlands product. Om deze niet te beschouwen als component van de economische welvaart leek hem dan ook al te gortig (2).



Bij een goed geleid bedrijf is er een duidelijke strategie en de bedrijfsstructuren worden helemaal gekneed in functie van dit doel. Een politiek bestel heeft uiteraard wel wat meer om het lijf aangezien er heel wat onenigheid is over de gewenste strategie. Onenigheid die moeilijker een halt toegeroepen kan worden gezien de eigenheid van de democratie. Voor economen is de kans bestaande dat totalitaire regimes op vlak van technische efficiëntie beter scoren, maar dergelijke regimes gaan totaal de mist in op het vlak van allocatieve efficiëntie: er wordt namelijk in dergelijke systemen geen rekening gehouden met de individuele voorkeuren van de burgers.



Er moet geprobeerd worden zoveel mogelijk beleid uit te stippelen op basis van goed onderbouwd beleidsadvies maar in de politiek blijft er meer ruimte voor irrationaliteit dan in een bedrijf. Niet alleen ideologische standpunten kunnen immers een en ander doorkruisen maar ook het opportunistisch motief om herverkozen te raken.



Onafgezien van de inhoudelijke merites van de complexe staatsordening in ons land blijken de transactiekosten van de “onderneming” België recent erg op te lopen. We moeten goed beseffen dat dit de raderen van de economie minder vlot doet werken. Hoe lager de transactiekosten van het politieke bedrijf, hoe ruimer voor een nuchtere econoom de rol van de overheid kan zijn. Oud-premier Jean-Luc Dehaene stelde ooit dat het financieringssysteem precies zo complex was gemaakt opdat niemand het zou aandurven om het in vraag te stellen. Dit kan echter wel excessieve transactiekosten met zich meebrengen die op termijn beginnen door te wegen. Complexiteit is de prijs die men betaalt voor diversiteit, maar het moment komt met rasse schreden dichter wanneer de prijs gewoonweg te hoog wordt.



Een fundamentele vraag vandaag is of de recente politieke crisis ons een kans heeft gegeven op een krachtdadige regering in de toekomst of net niet. Laten we hopen dat de druk die recent hoog opliep rond de kredietwaardigheid van België aanleiding geven tot een catharsis zodat de inwoners van dit land alsnog hervormingen mogen verwachten inzake ondermeer pensioenen, overheidsfinanciën en concurrentiekracht zodat ons land structureel een goede plaats blijft om te leven.



 



(1) Komesar, N., Imperfect Alternatives: Choosing Institutions in Law, Economics, and Public Policy, 1994



(2) Wallis, J., D. North, Should Transaction Costs be Subtracted from Gross National Product?, The Journal of Economic History, Vol. 48, No. 3, 1988


20130116kostpolitiekbestelivdc.pdf
(116.47 KB) Downloaden