Naar overzicht

Arbeidsfuturologie

Sinds twee onderzoekers van de universiteit van Oxford vier jaar geleden voorspelden dat bijna de helft van alle Amerikaanse werkgelegenheid bedreigd zou zijn door computers en robots, hangt er een sfeer van Apocalyps over de toekomst van werk. Pessimisten, waaronder enkele ondernemersiconen van de interneteconomie, denken zelfs dat artificiële intelligentie de mensheid grotendeels werkloos kan maken.

Als werk verdwijnt, moeten we zoeken naar inkomen zonder werk en dus het oeroude idee van een basisinkomen recycleren. Ondertussen herverdelen we best de beschikbare arbeid of laten we de arbeidsregels beter los om jobs te grijpen waar de interneteconomie ze nog overlaat. Afhankelijk van de politieke overtuigingen zijn dat zowat de spasmen van het doemdenken over de toekomst van werk.

Ik heb arbeidsfuturologie altijd een slechte raadgever voor arbeidsmarktbeleid gevonden. De geschiedenis van eeuwen technologische vernieuwing leert ons dat elke vernieuwingsgolf verouderde banen vernietigt, andere banen verbetert en nieuwe banen maakt. Het saldo van die permanente revolutie is overdonderend batig. Anno 2017, met decennia robots, computers en internet achter ons, zijn we nog nooit zo welvarend geweest en zijn nog nooit zijn zoveel mensen in staat geweest om via betaalde arbeid hun leven op te bouwen.

Taken en banen

Wordt de toekomst dan dramatisch anders? Dat is onwaarschijnlijk. De onheilsvoorspellingen maken de kapitale fout om taken met banen te verwarren. Het is niet omdat computers bepaalde taken van juristen of journalisten zouden kunnen overnemen, dat er geen juristen of journalisten meer nodig zijn. Het is niet omdat een algoritme de beurs kan bespelen, dat financiële adviseurs nutteloos zijn. Het is niet omdat software medische analyses kan doen dat artsen zullen uitsterven.

Voor veel banen zal de doorbraak van robots en artificiële intelligentie de mens niet overbodig maken, maar aanvullen en ondersteunen. Daar waar banen effectief verdwijnen, kunnen er nieuwe banen bijkomen. Als er een intelligente robot in elke thuis en in elke fabriek komt, ontstaat er ook een gigantische sector om robots te ontwikkelen, te ontwerpen, te bouwen, te programmeren, te verkopen, te leveren en te onderhouden.

Nieuw onderzoek dat inzoomt op taken in plaats van jobs, en op jobcreatie naast jobdestructie, is veel optimistischer over de arbeidsimpact van wat ondertussen de Vierde Industriële Revolutie heet. De OESO ziet minder dan tien procent van de jobs bedreigd, ook voor België. Een nieuw rapport van McKinsey berekent de positieve kant. Technologie die mensen aanvult, maakt mensen productiever. Productiviteit is de basis voor meer economische groei en een tweede ronde van jobcreatie door meer welvaart.

Hogere snelheid

McKinsey verwacht dat de robots en co een positieve balans zullen opleveren voor België, met inbegrip van een kwart miljoen nieuwe banen tegen 2030. Er zullen verouderde banen sneuvelen, naar verhouding zowat de helft meer dan vroeger, terwijl andere banen zullen veranderen en verbeteren. De moraal van het verhaal is dat de toekomst van arbeid lijkt op het verleden, maar aan een hogere snelheid. Om het verwachte succes te maken, zullen we moeten inzetten op het scholen, bijscholen, herscholen en herplaatsen van het menselijk talent in onze economie.

De Vierde Industriële Revolutie kan dus een succes zijn op voorwaarde dat we mensen en loopbanen mee kunnen laten evolueren en groeien. We moeten het omgekeerde doen van wat de doemdenkers voorstellen: investeren in arbeidspotentieel, niet in arbeidsverdeling of in inkomen zonder arbeid. We moeten dat algemener doen, voor meer werknemers en in meer sectoren dan voorheen. We moeten dat samen doen, overheidsdiensten, werkgevers, partners en werknemers: allemaal mee verantwoordelijk. Als we dat goed doen, zal de toekomst van arbeid mooi zijn. Doen we dat niet, dan dreigt economische leegloop en grote talentenschaarste. De toekomst van arbeid is open en is een keuze. Aan ons om de juiste keuzes te maken.

Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.