Aan alle onderhandelaars: veel meer ambitie, graag!
We leven in tijden van enorme transformatie. Er is de demografie. De vergrijzing zet zich in sneltreinvaart door. Tegen 2030 zal België een klein half miljoen 65-plussers extra tellen. Bijna een kwart van de bevolking zal dan ouder dan 65 jaar zijn. Tegenover de vergrijzing staat de verkleuring. Terwijl het aantal geboorten per vrouw afneemt, stijgt het aandeel van de geboorten waarbij minstens één ouder niet in België is geboren. Bijna één op de drie nieuwe geboorten reflecteert zo hoe divers onze samenleving is geworden – de vrucht van decennia immigratie. Talent, onze enige grondstof, wordt schaarser en complexer, en dat voelt iedereen.
Er is de technologie. Op de vleugels van artificiële intelligentie (AI) boomt en versnelt de technologische innovatie in een nooit gezien tempo. Wereldwijd worden honderden miljarden geïnvesteerd in de race naar AI-suprematie. Alleen al de grootste zeven Amerikaanse technologiebedrijven investeerden het vorige boekjaar meer van 400 miljard dollar in onderzoek en infrastructuur, vooral voor AI-ontwikkeling. De toepassing van AI zal de doorbraken van andere technologie en van de wetenschap versnellen: van zelfrijdende auto’s, drones over robots tot genetica.
Er is het klimaat en de energie. Het Internationaal Energieagentschap heeft berekend dat in 2024 wereldwijd maar liefst 2.000 miljard dollar wordt geïnvesteerd in duurzame energietechnologie en -infrastructuur, tweemaal zoveel als alle investeringen gelieerd aan fossiele energie. Dat tempo moet nog meer dan verdubbelen om de klimaatdoelstellingen te benaderen. We beleven een unieke energierevolutie, die de hele fossiele ruggengraat van de moderne economie verbouwt. Tegelijkertijd ontsnapt niemand nog aan de gevolgen van de klimaatopwarming, wat dan weer grootschalige plannen voor klimaatweerbaarheid vereist – denk maar aan waterbeheer.
We zijn een versplinterd land met een bestuurscultuur die beleidsstrategie vreemd is.
Er is de wereldwanorde. De decennia van vrede, stabiliteit en handel waarvan de mensheid na het einde van de Koude Oorlog heeft genoten, zijn ten einde gekomen. In plaats van vrede kennen we oorlog. In plaats van stabiliteit spanning en conflict. In plaats van handel protectionisme en nationalisme. De sterkte van open economieën en open grenzen, met vrijhandel en globalisering, is plots afhankelijkheid en onveiligheid geworden. We ruilen het vredesdividend in voor nieuwe bewapening. We ruilen vrijhandel in voor een mix van industriële verankering, strategische autonomie, technologische en economische zekerheidspolitiek.
Ons land staat voor die uitdagingen in een positie van grote zwakte. We zijn een kleine, open economie in een Europa dat op zoek is naar een grootmachtenstatus. We zijn een versplinterd land met een bestuurscultuur die beleidsstrategie vreemd is. We zijn een land waarin de overheid zo groot is, omdat ze zo zwak is: de optelsom van een eindeloze beloftecultuur, waarin schaarse middelen steevast worden uitgesmeerd over eindeloze behoeften. Mede daardoor is de overheid ook armlastig en schuldenziek, net op het moment dat overheden snel, strategisch en doelgericht moeten handelen.
De nieuwe regering moet de trend keren en de uitdagingen van onze tijd waardig zijn. Een regering die eindelijk onze arbeidsmarkt en welvaartsstaat aanpast aan de nieuwe demografische realiteit. Die technologische innovatie omarmt als een speerpunt voor nieuwe welvaart. Die in de energietransitie zowel pragmatisch als visionair is, zowel marktgericht als doorbraakgericht. Die in Europa leiderschap toont voor nieuwe defensie, veiligheid en industrie als bakermat voor nieuwe groei. Die daarbij de kentering inzet naar strategisch bestuur en gezonde overheidsfinanciën. Dat is de regering die we nodig hebben. Nu of nooit. Aan alle onderhandelaars: veel meer ambitie, graag.
Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.