Naar overzicht

Interventies nodig voor consument én energietransitie

De energiesteun moet gaan naar de kwetsbaarste gezinnen en bedrijven en moet worden gekoppeld aan verregaande energiebesparingen, zodat de energietransitie kan versnellen.

De prijs van één commodity bedreigt de Europese economie en maatschappij. Ondanks de klimaatambities steeg de vraag naar aardgas in de Europese Unie met ongeveer 20 procent sinds 2014. Net omdat Europa 83 procent van het gasverbruik opvangt met import, kan Rusland de gaskraan als oorlogswapen hanteren.

Sinds eind 2021 compenseren zowat alle EU-lidstaten de toename van de gas- en elektriciteitsprijzen met een combinatie van fiscale kortingen, energiecheques en zelfs directe prijsinterventies zoals in Frankrijk. De Europese economie bleef overeind, maar tussen juni en augustus vervijfvoudigde de gasprijs. Een economische implosie dreigt en ingrijpende noodinterventies - inclusief het bijsturen van de marktwerking - dringen zich op. Toch is de bron van het probleem niet het ontwerp van de energiemarkten, maar de balans tussen een hoge vraag naar gas en een beperkt aanbod.

Noorwegen verhoogt zijn gasproductie in 2022 met 8 procent en wil dat hoge outputniveau aanhouden tot 2030. Meer is niet mogelijk en we moeten niet rekenen op een vriendenprijsje. Ook het aanbod uit de Verenigde Staten en het Midden-Oosten kan niet snel verveelvoudigen. Een belangrijk deel van de oplossing ligt aan de vraagkant.

In de eerste helft van 2022 daalde het Nederlandse gasverbruik met 25 procent. De energie-intensieve bedrijven verbruikten 30 procent minder gas en bij de Nederlandse gezinnen daalde de vraag met 16 procent. Een vergelijkbaar patroon lijkt zich af te tekenen in onder andere Duitsland, waardoor de recente ambitie van de Europese Commissie om het gasverbruik met 15 procent te verminderen haalbaar lijkt. Dan komen we de winter door zonder gas uit Rusland. Eens de markt dat beseft, volgen de prijzen.

Prijsplafond

De Europese Unie overweegt een prijsplafond voor elektriciteit uit niet-gasgestookte centrales (windparken, kerncentrales…). Een limiet op de winst van die centrales heeft in principe geen impact op de marktwerking of op de marktprijs, waardoor de bevoorradingszekerheid niet in het gedrang komt. Voor de consument blijft de elektriciteitsfactuur even hoog, maar een deel van de winst wordt een transfer naar de overheid, die de extra inkomsten goed kan gebruiken om onze bedrijven en gezinnen in nood te helpen. Die tijdelijke interventie wordt administratief beslist een uitdaging, maar omzeilt de juridische complicaties van het snel belasten van de excessieve onverwachte winsten van energiebedrijven.

De opbrengst van het prijsplafond hangt af van vele factoren, onder andere van het aandeel van de elektriciteit die lang op voorhand op de termijnmarkten is verkocht aan lage prijzen. De interventie staat los van de hoge gasfactuur en biedt maar een gedeeltelijk antwoord op de betalingsproblemen die mensen ervaren. Daarom is het cruciaal de steun te focussen op de kwetsbaarste gezinnen en bedrijven en die te koppelen aan ingrijpende energiebesparingen, zodat de energietransitie kan versnellen.

Rendabele sectoren

De energiecrisis verandert namelijk niets aan de Europese ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te worden. Een massale elektrificatie komt op gang terwijl we verwachten dat de fossiele sectoren - de gassector inbegrepen - in de komende twintig jaar desinvesteren. Die verwachting wordt een uitdaging, want in een vrije markt gaan zeer rendabele sectoren zichzelf niet spontaan elimineren. Maar we kunnen ook niet tot pakweg 2045 volop gas gebruiken om dan bruusk de gaskraan dicht te draaien. Door de huidige crisis moet er in de eerstkomende jaren wel geïnvesteerd worden in de Europese gasinfrastructuur. Zonder coördinatie zullen we niet snel verlost zijn van turbulenties op de gasmarkten. 

Het Europese marktmodel blijft voorlopig overeind, maar de vraag blijft of we de energietransitie er optimaal mee ondersteunen. In het laatste decennium is duidelijk geworden dat het Europese marktmodel zorgde voor efficiënte kortetermijnmarkten, maar geen investeringen in nieuwe capaciteit uitlokte. Het was de overheid die voor de investeringsdynamiek moest zorgen via subsidies en capaciteitsveilingen.

Dat is niet wat je verwacht van de klassieke vrijemarktwerking. We genoten van lage prijzen tot 2021, waardoor energie besparen geen echte noodzaak was. Vandaag is dat radicaal anders. Niet alleen de hoge marktprijzen, maar ook innovatieve tariefstructuren en gecoördineerde investeringen kunnen energiebesparingen stimuleren. Het blijft hopen op een zachte winter, maar Europa kan nu ook een richting inslaan waarvan op termijn iedereen beter wordt.

Deze opinie, geschreven in samenwerking met Marten Ovaere, is gepubliceerd in de Tijd op 06/09/2022.