Naar overzicht

Vlaamse en Franstalige scholen: iets zo goed mogelijk proberen te doen en helemaal niets doen

Geconfronteerd met dezelfde uitdagingen om onderwijs op afstand te organiseren, heeft Vlaanderen gekozen voor een strikt kader van leren en de organisatie van zomerscholen om het onderwijsniveau op peil te houden. In het Waals en Brussels gewest wordt minder ondernomen, zodat de ongelijkheden en schooluitval nog groter dreigen te worden.

Het onderwijsbudget van het Franstalig onderwijs bedraagt 9,8 miljard per jaar of 2,6 miljard per trimester. Sinds half maart hebben de scholen hun poorten gesloten voor 190.000 kleuters, 331.000 leerlingen in de basisschool en 368.000 leerlingen in het secundair onderwijs. De lessen werden geschorst bij ministerieel besluit. Ook kinderdagverblijven hebben hun deuren gesloten voor 170.000 kinderen en 205 woon- en jeugdcentra. In Vlaanderen gaat het om 265.000 kleuters, 476.000 leerlingen in het basisonderwijs en 457.000 scholieren in het secundair onderwijs. In totaal gaat het om 2.087.000 leerlingen in lockdown.

Het motto bij de Franse gemeenschap is eenvoudig: geen nieuwe leerstof, geen examens en de duurtijd van de grote vakantie wordt niet in vraag gesteld. Bij een geleidelijke heropstart van de schoolactiviteiten zal alleen het laatste jaar secundair onderwijs onmiddellijk aan de slag kunnen. Dit is het officieel standpunt van minister Caroline Désir (PS) van de Franstalige gemeenschap, ondersteund door een groep van 123 academici (Le Soir 19 april 2020). Het standpunt wordt gerechtvaardigd door de ongekende gezondheidssituatie van het land en de moeilijkheden om afstandsonderwijs te organiseren. Vlaanderen, nochtans geconfronteerd met dezelfde moeilijkheden, neemt een totaal verschillend standpunt in. Het officiële standpunt van Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) luidt dat sinds maandag 20 april de scholen gedurende vier uur per dag nieuwe leerstof te geven, weliswaar op afstand. Verder wordt de garantie ingebouwd om ouderlijke ondersteuning te beperken tot maximaal 2 uur per week, dit om de draagkracht van de ouders, reeds sterk op proef gesteld, niet verder te ondermijnen. Het einde van het schooljaar is ook heel verschillend in Vlaanderen. Terwijl bij de Franstaligen de zomervakantie heilig is en de klassenraden hun beslissingen ten laatste op 30 juni moeten voorleggen, overweegt men in Vlaanderen zomerklassen op te starten om zo op vrijwillige basis aan leerlingen in moeilijkheden aangepaste pedagogische ondersteuning te bieden. In tegenstelling tot de Franse Gemeenschap zijn er examens, al worden deze ingekort. Deze inhaalbeweging op school zorgt ervoor dat alle leerlingen beschikken over de minimale noodzakelijke vaardigheden om over te gaan naar het volgende jaar.

Sinds de Nationale Veiligheidsraad van 24 april 2020 zijn de verschillen iets kleiner, maar nog steeds substantieel. In de Franse Gemeenschap krijgen leerlingen uit het eerste en tweede leerjaar van de lagere school vanaf 25 mei 1 dag les per week en vanaf 18 mei krijgen leerlingen van zesde leerjaar 2 dagen les per week. De andere dagen en leerjaren is er geen les. In Vlaanderen krijgen leerlingen uit het eerste en tweede leerjaar 4 dagen les per week, terwijl leerlingen uit het zesde leerjaar er 2 lesdagen krijgen. De andere dagen en leerjaren krijgen de Vlaamse leerlingen 4 uur preteaching per dag. In het middelbaar onderwijs krijgen de Franstalige leerlingen 2 dagen les per week in het zesde middelbaar vanaf 18 mei en in het tweede middelbaar vanaf 25 mei. Terwijl de Vlaamse leerlingen uit het zesde middelbaar afhankelijk van de onderwijsvorm 1 of 2 dagen les krijgen vanaf 18 mei. Er kunnen ook twee bijkomende leerjaren herstarten. De andere dagen en leerjaren in het Vlaamse middelbaar onderwijs krijgen 4 uur preteaching per dag.

Kwaliteit versus gelijkheid


Het is niet verwonderlijk dat de ministers van tegengestelde partijen als PS en N-VA niet overeenkomen op de te volgen schoolpolitiek tijdens de lockdownperiode met langs Vlaamse zijde de kwaliteit van het onderwijs als prioriteit en langs Franstalige zijde een ander motto, dat van gelijkheid van onderwijs. Onderwijs op afstand vergroot de ongelijkheden in het onderwijs en examens zouden deze ongelijkheden alleen maar versterken. Het rapport van de 123 experten is unaniem: “het enige wat deze schoolevaluaties zullen bevestigen is de toename van de ongelijkheden door de lockdown.”

Een ander argument is de digitale kloof: in arme gezinnen hebben kinderen geen toegang tot een computer. Dit is inderdaad correct maar dit probleem bestaat reeds sinds lange tijd en legt de vinger op de wonde, met name het gebrek aan initiatief van het Waals en Brussels gewest om hier een oplossing voor te bieden. In Vlaanderen bestaat een platform digitalforyouth.be om tegemoet te komen aan deze ongelijke toegang tot digitale middelen door ongebruikte pc’s bij bedrijven, organisaties en families op te vragen en de functionerende pc’s vervolgens over te maken aan arme gezinnen. De crisis die wij op dit moment doormaken is de perfecte gelegenheid om deze digitale kloof op te lossen.

De huidige situatie van ‘het opgeven’, zoals nu gebeurt in de Franse gemeenschap, is zorgelijk om diverse redenen:


Het verwaarlozen van de meest kwetsbaren


Ten eerste laten we de meest kwetsbare kinderen vallen in kansarme gezinnen waar ouders niet in staat zijn leerkrachten te vervangen om ondersteuning, consolidatie en onderwijscontinuïteit te bieden. De situatie is nog dramatischer in het bijzonder onderwijs, waar de hele verantwoordelijkheid nu terecht komt op de schouders van vaak uitgeputte ouders.

Een legitieme begeleiding


Ten tweede worden de leerkrachten volledig doorbetaald terwijl het onderwijs tijdelijk stopgezet wordt, de scholen gesloten zijn en de examens geannuleerd worden. Het grootste deel van het onderwijswerk ligt nu bij de gezinnen of bij de kinderen zelf. De belastingbetaler betaalt 11.380 euro per leerling, en daarom hebben we het recht om daadwerkelijke begeleiding van de leerkrachten te eisen, ook al moet dit op afstand gebeuren.

Ongelijkheid tussen scholen onderling


Ten derde benadeelt dit beleid rechtstreeks de kinderen met een kansarme achtergrond die in hun gezinsomgeving niet de menselijke en materiële middelen kunnen vinden om de afwezigheid van lessen te vervangen en een werkritme te handhaven. In De geslaagde school (2017) laten we zien dat 75% van de 15-jarige leerlingen uit een kansarm milieu minstens 1 schooljaar bleef zitten, tegenover 10% in de welgestelde milieus. Uiteraard zullen we te horen krijgen dat veel Franstalige scholen actief zijn in het aanbieden van pedagogische ondersteuning en begeleiding, maar dit alles blijft het initiatief van de scholen en de scholen zijn zeer ongelijk op dit niveau. Daarom is een ministerieel besluit nodig om de pedagogische ondersteuning door alle scholen en leerkrachten te organiseren.

Een risico van nivellering naar onder toe


Ten vierde is het risico van een nivellering naar onder toe zeer reëel met een vierde trimester zonder onderwijs. Er is vastgesteld dat de schoolprestaties in het Franstalig onderwijs slecht zijn, zoals herhaaldelijk blijkt uit de internationale PISA-enquêtes, met 1 op de 4 leerlingen die het basisniveau in de exacte wetenschappen, wiskunde of lezen niet bereiken.

Nog grotere ongelijkheden


Toegegeven, de ministeriële richtlijn in de Franse Gemeenschap laat veel ruimte voor individuele initiatieven en interpretatie. De externe testen van CEB en CED1 werden geannuleerd, maar de pedagogische vrijheid van de netwerken en scholen laat toe dat er tussentijdse testen kunnen worden georganiseerd. Voor Brussel is deze mogelijkheid verworpen en zal er in juni geen examen zijn. Diezelfde pedagogische vrijheid betekent dat sommige scholen en leerkrachten actiever zullen zijn in het bieden van daadwerkelijke pedagogische ondersteuning op afstand. Het risico bestaat dat deze initiatieven zich concentreren op de ‘betere’ scholen en niet op de ‘minder bevoorrechte’ scholen waar er een concentratie is van kansarme leerlingen. Hierdoor zullen de ongelijkheden tussen scholen, en dus ook tussen leerlingen, verder toenemen onder het voorwendsel dat ze de ongelijkheden willen verminderen. We zullen ook de schooluitval, die in ons land al hoger is dan in andere buurlanden, massaal bevorderen.

De sluiting van scholen, een goede regeling?


We kunnen tot slot zeggen dat dit alles een noodzakelijk kwaad is en dat de gezondheid op de eerste plaats komt, ook boven de toekomst van onze kinderen. Zij zullen echter de rekening van de gezondheidscrisis in de vorm van schulden moeten betalen. Bovendien kunnen we ook vraagtekens zetten bij de effectiviteit van het sluiten van scholen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Een recente studie van het University College of London, gepubliceerd in een toonaangevend medisch tijdschrift, suggereert dat schoolsluitingen slechts een marginaal effect hebben op de verspreiding van covid 19, en een veel kleiner effect heeft dan andere maatregelen van inperking en social distancing. Geschat wordt dat de sluiting van de scholen de covid 19-gerelateerde sterfte met 1 à 2%  zou verminderen. Op Belgisch niveau zou dit concreet betekenen dat het thuishouden van 699.000 leerlingen in de Franstalige leerplicht en meer dan twee keer zoveel in het Vlaams onderwijs het aantal covid 19 overlijdens met 60 tot 120 zou kunnen verminderen, indien we ons baseren op onze brede definitie van covid 19 sterfgevallen (The Lancet Child and Adolescent Health).

Strikte regels vastleggen


Aandacht voor onze leerlingen wordt nu deel van de exit strategie. Recente simulaties op Belgisch niveau van het scenario van een gedeeltelijke exit begin mei voor 30% van de leerlingen en 60% van de werknemers zijn bemoedigend, op voorwaarde dat er strikte regels gelden voor "sociale afstand" en het dragen van een masker (behalve voor kinderen die naar school zijn teruggekeerd, want dat is in de praktijk onhoudbaar). In dit scenario besluiten de onderzoekers: "De epidemie is onder controle in die zin dat de epidemiecurve geen opleving meer vertoont. Ze daalt, zij het langzamer dan ze is gestegen, maar het aantal besmettingen zou binnen enkele maanden (begin september 2020) zeer laag moeten zijn. De snelheid van de daling van de curve die het aantal doden aangeeft, is ook veel acceptabeler." (Le soir van 21 april).