Naar overzicht

Toegevoegde waarde centraal in het betalingssysteem van artsen en ziekenhuizen

Prestatiebetaling heeft onze gezondheidszorg een gezonde dosis concurrentie en patiëntvriendelijkheid gegeven. Maar de nadelige effecten vergen hervorming



De incentives liggen verkeerd, en dat prikkelt tot overconsumptie. Belgen worden dubbel zo veel bestraald als Nederlanders en is er sprake van verspilling tot 15% van het totale budget. Er is een scheeftrekking tussen de honoraria. Artsen die meer technische prestaties leveren kunnen 3 tot 8 keer meer verdienen. Specialismen die we het meeste nodig zullen hebben, zijn vaak het minst aantrekkelijk. Er is een silobenadering die niet in de lijn ligt met de nood tot integrale zorg gezien de dominantie van chronische zorg. Er is weinig transparantie over de reële kostprijs.



Kwaliteit wordt niet beloond. Meer nog, ziekenhuizen met lagere kwaliteit vertonen kunnen meer prestaties leveren en dus meer inkomsten genereren. De nomenclatuur is een complexe collectie van politieke compromissen en overgeleverde tradities. Bijna de helft van de ziekenhuizen draait nu al op verlies. Patiënten en artsen moeten in toenemende mate tekorten opvangen. Er wordt gesneden in het personeelsbestand, wat dramatische effecten kan hebben voor de kwaliteit van zorg. Het systeem dreigt te crashen.



Op naar een betalingssysteem dat op meerwaardecreatie steunt!



De doelstelling moet zijn om zo veel mogelijk toegevoegde waarde voor de patiënt te creëren. Prestatiefinanciering heeft nut voor complexe diagnoses en onvoorspelbare zorg. Voor voorspelbare zorg wordt vooral een vast bedrag betaald. We gaan voor een slimme combinatie van betaling per prestatie met voorafgaande financiering voor planbare zorg en bundled payment over de organisatiegrenzen heen voor langdurige zorg. Dit steeds gepaard gaande met kwaliteitsbeloning.



Wie goede resultaten bereikt wordt beloond, anderen geprikkeld om beter te doen



De financiële risico’s verschuiven zo naar de zorgverstrekkers vanuit het idee dat excellente zorgverstrekkers zullen groeien, anderen zich aanpassen of verdwijnen. De incentives liggen op een zo hoog mogelijke kwaliteit per gespendeerde euro.



Samen met publieke rapportering zet dit de ziekenhuizen aan tot het maken van gerichte keuzes in het zorgaanbod waarin ze willen excelleren. Zo groeien ze uit tot meer gespecialiseerde, efficiëntere zorgverstrekkers aangevuld met een basis zorgpakket, waarbij chronische zorg vooral buiten de ziekenhuismuren plaatsvindt. Er zijn prikkels tot ontschotting, stroomlijning, interprofessionele samenwerking en netwerking tussen ziekenhuizen. Alle spelers hebben een gedeelde doelstelling: meer kwaliteitsvolle, patiëntgerichte zorg.



Er dient verder financiële stabiliteit te komen door het voorzien in voldoende middelen en een voldoende voorspelbaar budget dat een meerjarenbegroting toelaat. Een grondige hervorming van de nomenclatuur dringt zich op waar de scheeftrekking tussen artsenhonoraria wordt weggewerkt door de kloof tussen technische en intellectuele activiteiten te verkleinen. Dit alles moet leiden tot prikkels voor een positieve competitie tussen ziekenhuizen die enkel winnaars kent: patiënten krijgen betere zorg, zorgverstrekkers worden beloond voor excellentie en de kosten voor de samenleving kunnen beter onder controle worden gehouden.