Naar overzicht

Ook bankadviseurs hebben blijkbaar nood aan financiële educatie



De laatste tijd lezen we wel vaker dat het aanhouden van spaargeld op een spaarboekje niet verstandig is omdat het niets opbrengt. Het is zelfs onethisch want het beknot de groeikansen van KMO’s. En omdat we desondanks toch hardnekkig onze spaarrekening blijven spijzen, zal men desnoods de roerende voorheffing op het spaarboekje verhogen.

 

Net als vele anderen ging daarom mijn moeder, op eigen initiatief, naar een bankadviseur om advies in te winnen over hoe ze best haar spaargeld mobiliseert van haar duivelse spaarrekening naar een beter renderend financieel product dat ook nog eens de economische groei stimuleert.

 

De adviseur raadde aan om haar spaargeld te investeren in een ‘fund of funds’ beleggingsfonds. Dat is een beleggingsfonds dat belegt in andere beleggingsfondsen die op hun beurt wereldwijd beleggen in aandelen en obligaties in euro en andere munten. Buiten het feit dat dit een onnodig duur product is, lijkt dit een redelijk voorstel ware het niet dat mijn moeder uitdrukkelijk te kennen gaf dat haar beleggingshorizon ongeveer 1 jaar is. Bovendien beweerde de bankadviseur dat hij een rendement kon garanderen van 5,5% terwijl dit product geen kapitaalsgarantie bevat, laat staan een rendementsgarantie. Gelukkig is mijn moeder mijn moeder en heb ik haar kunnen behouden voor een foute keuze.

 

Ik concludeer hieruit dat de betreffende bankadviseur ofwel geen financiële basiskennis heeft over de relatie tussen het nemen van risico en de lengte van de beleggingshorizon wat het verschil maakt tussen beleggen en speculeren. Anderzijds zou het natuurlijk ook kunnen dat de adviseur ofwel persoonlijk ofwel vanuit zijn leidinggevende ter kwader trouw heeft gehandeld, met het oog op zijn eigen portemonnee en/of die van de bank. Hoe dan ook, dit zijn praktijken die eruit moeten.

 

Ik zou dit, vermoedelijk niet alleenstaand, voorval willen aangrijpen om enkele zaken aan te stippen.

 

Vooreerst toont dit andermaal aan dat er nood is aan financiële educatie voor iedereen, te beginnen in het plichtonderwijs, om als weerbare burger zijn geldzaken kritisch te (laten) beheren. Net zoals in het voorval met mijn moeder hoeft het in de meeste gevallen niet te gaan om ingewikkelde zaken, enkel inzicht in de basisprincipes is voldoende.

 

Ik ga akkoord dat we intelligente oplossingen moeten zoeken om spaargeld te mobiliseren naar de reële economie. Maar in het huidige discours vergeet men dikwijls, dat het enkel mag gaan om de lange-termijn gelden (bijvoorbeeld pensioenspaargelden) die geparkeerd staan op de spaarrekening en niet om het korte-termijn gedeelte. Met ander woorden, het spaarboekje is en blijft nog altijd een aangewezen product voor de korte termijn (< 3 jaar), zeker in vergelijking met de huidige rentes op termijnrekeningen en kasbons. Ik raad wel aan om de rentes van de verschillende aanbieders goed te vergelijken en je niet blind te staren op de, meestal onhaalbare, getrouwheidspremie.

 

Met dat voor ogen is de piste om het fiscaal gunstige regime op de spaarboekjes af te schaffen niet de meest aangewezen oplossing, want heel wat gelden staan op de spaarboekjes op hun juiste plaats. Morrelen aan deze gemediatiseerde en gevoelige fiscaliteit, zal gelijkaardige situaties zoals bij mijn moeder alleen maar verergeren en vooral de modale spaarder treffen. In plaats daarvan is het beter om het pensioensparen efficiënter te koppelen aan de financiering van de economie (cfr. itinerablog, 15 mei 2013)

 

Ons spaargedrag wordt voor een groot deel bepaald door onze risico-aversie dat in de eerste plaats gevoed wordt door een overheid die niet in staat is tot het verschaffen van een stabiel lange termijn kader. Maar ook de financiële sector kan een kwalijke rol spelen voor het vertrouwen en ons spaargedrag, vraag het maar aan mijn moeder.

 

Lieven De Moor is hoofddocent financiële economie aan de Vrije Universiteit Brussel en de Hogeschool-Universiteit Brussel en is gastblogger bij Itinera Institute. Twitter: @Lieven_DeMoor