Naar overzicht

Mediavrijheid is fundamenteel

Terreur werkt. Schept angst, dreiging en druk. En toch: keep cool and carry on, is de boodschap. Reageren met de waarden waarop de vrije meningsuiting rust en die geweld afwijzen.

Twaalf mensen vermoord vanwege vrije meningsuiting. In Parijs, lees: ‘Bij ons’. Niet op een ver continent, maar in de bakermat van de Déclaration des droits de l’homme: ‘Liberté, égalité, fraternité’: 1789. Een schok. Omdat het niet exotisch is, maar hier. En omdat terreur werkt: welke redactie wordt morgen geviseerd?

Ook in 1789, net na de Franse Revolutie, werkte de pas geproclameerde meningsvrijheid niet. De nobele verklaring van rechten en vrijheden botste nog op de reflexen van het ancien régime: adel, burgerij en clerus moesten nog leren wat vrijheden waren, en al helemaal nu ze voor eenieder waren afgekondigd. Zo stond het in de Déclaration, en in de opeenvolgende Franse grondwetten. Maar het kwam er de eerste tientallen jaren niet van: forse mediarepressie, censuur, aanhoudingen en veroordeling van redacteurs, het werd een moeizaam leerproces. Vrijheid versus overheidsrepressie.

Zijn we terug bij de botsing tussen vrijheid en geweld, maar nu dan private repressie, blinde terreur, standrechtelijke executie? Een macabere versie van ‘l’histoire se répète’? Een vervanging van de kunst om grondig en diepgaand met elkaar van mening te verschillen door het opdringen van één mening, en de standrechtelijke executie van wie daar anders over denkt. Daar kunnen we niet licht mee omspringen.

Meningsuiting

Salman Rushdie, Kurt Westergaard - de bedreigde Deense cartoonist - de aanslag op het Brussels Joods Museum, Pegida in Duitsland, en andere ‘eigen volk eerst’retoriek. Meningsuiting is nooit vrijblijvend, maar in een globale context van vrede en welvaart was meningsvrijheid wel makkelijk. In een context van versobering, economische verandering en belangrijke migratie kwam meningsvrijheid onder druk, en werd ze minder vanzelfsprekend aanvaard.

Op het Europese continent kennen we ruime mediavrijheid, maar ook die is niet vanzelfsprekend. Grote beer Rusland - ondertekenaar van het Europees Verdrag voor de Rechen van de Mens - veegt er de vloer mee aan, sommige jonge lidstaten worstelen ermee, kandidaat-lidstaat Turkije breekt media- en meningsvrijheid gewoon af. Mondiaal gaat de meningsvrijheid achteruit, niet vooruit: nog slechts een op de zeven mensen kent een regime met redelijke expressievrijheid (www.freedomhouse.org), meer dan 6 miljard mensen kennen dat níét.

In de Europese context is meningsvrijheid wel fundamenteel, maar niet absoluut. De Amerikaanse free speech is wat radicaler, maar ook niet zonder beperkingen. Wij erkennen het fundamentele karakter van mediavrijheid, ook voor meningen die choqueren, kwetsen of beledigen. Dat stelt het incasseringsvermogen van wie zich gechoqueerd, gekwetst of beledigd voelt op de proef: maar ook dát is, in onze cultuur en in ons rechtsstelstel, een onderdeel van de vrijheid van anderen om hun mening te uiten.

Speeltijd voorbij

Maar ook niet onbegrensd: we wegen de uitingsvrijheid van de enen af tegen de rechten en de rechtmatige belangen van anderen, zoals hun recht op eer en goede naam, hun recht op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer, of nog: de bescherming van vertrouwelijke gegevens of de vrijwaring van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

We kunnen en mogen met geen enkel van die rechten licht omspringen, ze zijn een verworvenheid - tamelijk recent en geenszins universeel. En nu dan échte terreur, de speeltijd voorbij. Andere mening? Standrechtelijke executie, in een West-Europese hoofdstad. Het vergt grote koelbloedigheid om daar correct mee om te gaan, want terreur werkt en creëert angst, dreiging en druk.

Daar kunnen en moeten we op reageren met waarden. Met de waarden waarop de vrije meningsuiting rust en die geweld als expressiemiddel diskwalificeren. Het zijn de waarden van de rechten van de mens, de waardigheid van elk individu, de rechtsstaat en de democratische gezagsorganisatie. Dat betekent dat we álles in het werk moeten stellen om de daders van zo’n laffe aanslag te identificeren, aan te houden en voor de rechter te brengen. Geen wraak, maar recht. Alleen met respect voor die waarden kunnen en mogen we antwoorden. War on terror, maar zonder cowboystreken.

Rechtsstaat

Inmiddels is het de kunst om de helderheid van geest te bewaren om onze meningsuiting verder te beoefenen. Om ons te beschermen met legale middelen en op legale wijze, maar zonder te verzaken aan de eigen rechten en die van anderen. Alle anderen. Alle anderen, voor zover die zich binnen de rechtsstatelijke en democratische waarden plaatsen. Meningsuiting binnen die grenzen kan zeer ver gaan, maar meningsuiting met of via geweld is geen beschermenswaardige uiting. Die bestraffen we, zoals het in een rechtsstaat past en hoort.

De Parijse aanslag zet het meningsverschil op scherp. Hij herinnert brutaal aan de broosheid van de beginselen in tijden van lankmoedige beginselvastheid, en lacherige relativering. Het vergt moed en luciditeit om aan die beginselen vast te houden als terreur zo dicht bij komt. Maar we hebben geen keuze. Zoals de vermoorde Stéphane Charbonniez, de directeur van Charlie Hebdo het twee jaar geleden in een interview in Le Monde uitdrukte: ‘Je préfère mourir debout que vivre à genoux’. We staan met zijn allen voor het hervinden van een oude vaardigheid: het verschil van mening aanwenden om te verenigen.