Naar overzicht

Klimaatdebat

PS stelt voor om een parlementaire klimaatcommissie op te richten… terwijl deze al bestaat onder voorzitterschap van N-VA’er Bert Wollants… Tot 26 mei kunnen we nog een tsunami aan verkiezingsballonetjes verwachten. Als u zich nu al ergert aan het niveau van het ‘klimaatdebat’: het kan tot aan de verkiezingen nog een heel sterk erger worden. Daar zijn vele redenen voor. Een cruciale reden is dat alleen aanhoudend commitment van de overheid over decennia heen enig verschil kan maken. Dat botst evident met de electorale hoogdruk. Bedenk eens dat onze politiek nog altijd geen waterdichte pensioenstrategie heeft en daar debatteert de Wetstraat al meer dan 30 jaar over. Besef dat beleid over twintig verkiezingscycli heen volgehouden zal dienen te worden!

Ondankbaar

De complexiteit van het klimaatdossier overtreft vele malen dat van de meeste andere thema’s waarin de Belgische politiek te vaak vooral bewijs van immobilisme heeft afgeleverd. Terwijl we nog zitten met zowel klimaatnegationisten als klimaathysterici moeten we de maatschappij vooral leren omgaan met de combinatie van grote onzekerheid en nood aan langetermijnvisie. De politici beseffen dat bij hun kiezers velen niet geloven dat de mens in staat is tot transitie naar volledige decarbonisatie. Evengoed speelt het hun parten dat inspanningen van België slechts een druppel zijn op een hete plaat als de rest van de wereld niet tegelijkertijd grote inspanningen doet. Daarbij aarzelen experten soms ook wel eens inzake communicatie. China bouwt vandaag nog steenkoolcentrales met de bedoeling die 60 jaar te exploiteren. In de klimaatscenario’s werken we met afbouw van fossiele brandstoffen tot 2060. Voor het hele omschakelproces rekenen we al snel op een eeuw. De onzekerheidsmarge over heel wat wetenschappelijke aspecten is nog zo groot dat klimaateconomen evengoed een CO-taks van 10 dollar per ton kunnen verdedigen als één van honderden dollars per ton CO2. Dan politieke knopen doorhakken op basis van het voorzichtigheidsprincipe is voorwaar een ondankbare taak voor de politici.

Apocalyps

Over communicatie wordt ook binnen het  Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) fors gedebatteerd. Te veel doemberichten lijken contraproductief. Anderzijds zetten ze misschien wel aan tot klimaatmarsen van jongeren die gemotiveerd worden door het (absurde) idee dat de planeet het geen decennia meer volhoudt. Economen becijferen de kost van de opwarming met de onzekerheidsmarge die volgt uit de natuurwetenschappelijke onzekerheden. Die kost is aanzienlijk. Als economen echter stellen dat ze ook niet direct wijzen op het omvangrijkste probleem voor de mensheid dan wordt daar hysterisch op gereageerd. Onze overheid besteedt meer dan de helft van het BBP aan overheidsuitgaven. Ongetwijfeld moet er meer gedaan worden inzake klimaatbeleid dan vandaag. Het onderzoek van klimaateconomen is echter beter fundament voor rationeel beleid dan klimaathysterie.

De complexiteit van het thema impliceert ook dat experten van vele disciplines moeten samenwerken. We lopen zowel het risico dat in het debat te weinig technologische experten aan bod komen als dat er te veel aan bod komen. We kunnen de kranten jaren vullen met allerlei technologische pistes zoals uranium winnen uit zeewater of ijzerbemesting in de oceaan. En al die pistes moeten vooral onderzocht worden. Als echter geen rekening wordt gehouden met de kostprijs van decarbonisatiepistes, dan beoefenen we in belangrijke mate bezigheidstherapie. Enkel als we de technologische en natuurwetenschappelijke kennis kruisen met kostprijsdiscussies maken we kans om een heel systeem om te buigen.

Valkuilen

Tegen 2050 moet de jaarlijkse CO2-uitstoot dalen met 50 Gigaton. Daarvan kan ongeveer 12 Gigaton Co2 vermeden worden tegen een negatieve reductiekost. Die zouden theoretisch door de markt zonder overheidsinterventie moeten plaatsvinden. Dit gebeurt gedeeltelijk. Er zijn echter ook supermarkten die gebouwen meer kunnen isoleren en het niet doen. Ondanks dat dit op enkele jaren tijd terugverdiend kan worden. Er is ook een Colruyt bijvoorbeeld die wel tot het gaatje gaan. 35 gigaton kan tegen marginale reductiekost van 50 dollar per ton C02. Dat dit ook werkelijk gebeurt zal sterk afhangen van een mechanisme van beprijzing van CO2. Met sociale correcties. Onze economie is erg efficiënt inzake arbeidsbesparende technologie. Een systeemverandering kan alleen indien er ook een prijssturing komt inzake energie -en koolstofbesparing.

We moeten ook valkuilen vermijden die ons kostbare tijd doen verliezen. Feitelijk kennen we al 25 jaar een klimaatbeleid en debat. Maar niet erg succesvol. Ons beleid rustte te vaak op technologiefavoritisme. Itinera toonde aan dat de oversubsidiering van zonnepanelen waar het sinds 2007 voor waarschuwde meer dan 4 miljard onnodig heeft opgebruikt. Dat beleidsfouten gemaakt worden, heeft ook een reden. Ondertussen is er een klimaatsubsidieindustrie die bestaat bij gratie van politici die vooral zelf de technologie van de toekomst willen bepalen. Een efficiënte koolstoftaks vereist op zich een tiental mensen op het ministerie van financiën. Een beleid gebaseerd op subsidies met wijzigende inzichten wat subsidieringswaardig is daarentegen creëert een heel leger aan administratieve krachten.

We hebben een open geest nodig voor alternatieve werkwijzen en technologieën. Er is ook meer eerlijkheid nodig. We zijn begonnen, maar niet op de beste wijze. Daarvan moeten we leren.