Naar overzicht

Ernstig beleid of gebakken lucht

China plant jarenlang elke week zowat twee grote steenkoolcentrales bij te bouwen. Als Europa zijn hele capaciteit aan steenkoolcentrales stopzet, kunnen de Chinese plannen dat zo goed als ongedaan maken. In elk geval doet het wat Europa investeert in hernieuwbare energie verbleken. Mocht China zijn steenkoolplannen inruilen voor gasplannen dan heeft dat een gigantische impact op de wereldwijde CO2-uitstoot. Hebben wij in het Westen hefbomen om hierin een verschil te maken?

De voorbije weken hoorden we vele meningen over het klimaat, waarin allerlei aspecten aan bod kwamen. Het is echter extreem belangrijk aandacht te hebben voor onderliggende systeemproblemen, die ook systeemoplossingen vergen. Het eerste probleem gaat over zogenaamde externaliteiten. Bij de productie en de consumptie van goederen houden mensen alleen rekening met de kosten die hun aangerekend worden in de vorm van prijzen. Wordt op milieuvervuiling geen prijs geplakt, dan houdt de producent of consument er nauwelijks of geen rekening mee. Daarom is het een halszaak een manier te vinden die externe kosten toch in rekening te brengen. Een kwestie van 'de juiste prijs'.

Een tweede systeemprobleem is wellicht nog complexer. Het klimaat is een globaal publiek goed en de impact van een individu en zelfs van een land als België is bijna verwaarloosbaar op wereldschaal. Maar als iedereen daarvan uitgaat, gebeurt er niets. Een kwestie van de juiste 'collectieve actie'.

Een oplossing voor het probleem van de juiste prijs kan bijvoorbeeld liggen in een CO2-taks. De overheid met de bestuurlijke capaciteit daarvoor is meestal de natiestaat. Maar het klimaatprobleem is een planetair gegeven, waarvoor de bestaande governancemechanismen tekortschieten. Men probeert dat gat te vullen met internationale afspraken, maar het vertrouwen daarin is erg laag.

CO2-consumptie uit China

De sleutel voor een oplossing vinden we in een vaak onderbelichte realiteit. Sinds de jaren 90 proberen heel wat natiestaten de uitstoot van hun binnenlandse productie te beperken. En schijnbaar lukt dat ook. In Groot-Brittannië daalde de CO2-productie tussen 1990 en 2005 met 15 procent. Maar tegelijk nam de CO2- consumptie er toe met 19 procent. Sinds de crisis is de consumptie wat meer teruggevallen, maar de algemene tendens blijft wel, ook in de rest van Europa. Dat komt onder meer door de verhuizing van industrie naar China.

Je kan dus een heffing instellen aan de grens bij de import van goederen, gebaseerd op hun CO2-gehalte. De wijsheid 'het perfecte is vaak de vijand van het goede' indachtig ligt de focus bij aanvang best op belangrijke handelsstromen zoals staal, cement, en aluminium. Daarbij wordt ingeschat hoeveel energie werd gebruikt bij de productie. Als 80 procent van de Chinese energieproductie steunt op steenkool, kan een impliciete energieheffing voor het Chinees staal eenvoudig worden berekend.

Volgens sommigen zou dat protectionistisch zijn en is het niet mogelijk met de huidige handelsregels. Die mening is onterecht. Door de externe kosten in rekening te brengen, corrigeer je net een verstoring die voortkomt uit het subsidiëren van een vervuilende activiteit. De regels van de Wereldhandelsorganisatie voorzien overigens in milieuoverwegingen, en voor dergelijke modaliteiten dienen die internationale instellingen uiteindelijk ook. Zou de wereldhandel eronder kunnen lijden? Als dat de handel van vervuilende goederen afremt, is dat welgekomen. Dus we lijken inderdaad een belangrijke sleutel gevonden te hebben voor het probleem van de juiste prijs.

Maar wat met het probleem van de 'collectieve actie'? Zodra zo'n CO2-taks aan de grens Europees wordt ingevoerd, zullen landen zonder wettelijke beperkingen op hun CO2-uitstoot - zoals China - inzien dat ze er zelf baat bij hebben beperkingen in te stellen. Ze zullen snel beseffen dat ze zonder ingrijpen eigenlijk buitenlandse overheden financieren die met de opbrengst van de heffingen beleid kunnen voeren. Door zelf ook een CO2-taks op te zetten verhinderen ze die export van maatschappelijke middelen.

Klimaatdividend


De grootste valkuil schuilt misschien in de strijd voor de opbrengst van de heffingen. Voor je het weet, hebben talloze belangengroepen die al honderd keer uitgegeven. En begint de budgettaire logica door te wegen op alle andere. De opbrengst terug aan de burger geven via een zogenaamd klimaatdividend kan dat vermijden en tegelijk het draagvlak voor ingrijpen bij de bevolking verhogen.


Vandaag subsidiëren we onze buitenlandse concurrenten om steenkool te verbranden. We hebben een beleid nodig dat een prikkel inbouwt voor het mobiliseren van de laagste kosten-opportuniteiten en dat maakt dat er globale actie komt. Het is daarvoor kiezen, of vooral veel gebakken lucht produceren.