Doorbraakkapitalisme
Waar komen innovatie en economische groei vandaan? Die eeuwige vraag weerstaat elk simpel antwoord. Er speelt altijd een gevarieerde onderbouw van geografie, klimaat, cultuur, politiek en juridisch bestel, menselijk en ander kapitaal: de lijst is lang en vaak afhankelijk van de omstandigheden. De jongste decennia werd vooral gefocust op het ondernemerschap en de marktwerking als kritieke bovenbouw. Geloof in het potentieel daarvan voedde ook de globalisering, die nu afloopt.
Dezer dagen geldt de overheid als de essentiële groeimaker. Veel van die omwenteling is pragmatisch. De pandemie, de Oekraïne-oorlog, het klimaat en de geopolitieke spanningen vergen actieve overheden. Maar de omwenteling is ook politiek- ideologisch. De neveneffecten van open groei en internationale markten werden voer voor nationale politieke contestatie. Te weinig maakindustrie met middenklassebanen, te veel diensteneconomie, te veel financiële economie, te veel ongelijkheid, te veel consumentisme, te veel broeikasgassen of natuurschade, te veel handel met ongewenste landen of vijandige regimes, te veel concentratie bij supersterbedrijven: een heel smörgåsbord voor politieke kruisvaarders, die intussen mainstream zijn.
Je kunt markten verbeteren met normen, toezicht en financiële prikkels, of je kunt ze sturen of vervangen. Dat we overhellen naar het laatste, heeft ook te maken met een technocratische omwenteling. De markt geldt dezer dagen als bijziend, want ze zou focussen op winstbejag op de korte termijn. De ondernemers gelden als handige Harry’s die profiteren van de wetenschap en de technologie die anderen hebben uitgevonden. Echte doorbraken komen uit publieke middelen voor onderzoek en ontwikkeling via de ‘ondernemende staat’, een claim die de Italiaans-Britse econome Mariana Mazzucato wereldwijd populair heeft gemaakt. Meer van dat soort staatsinterventie geeft dan meer groeipotentieel. Subsidies, graag!
Economische waarde creëren door ondernemerschap
Ik wil wel. Maar ik denk dat we ons vergissen, als we geen onderscheid maken tussen onderzoek, wetenschap, innovatie en ondernemerschap. Jazeker, de basistechnologie van de iPhone – om een bekend voorbeeld te noemen – is niet door Apple uitgevonden en vaak in publieke universiteiten ontdekt. Maar zonder Apple was daaruit geen intuïtieve smartphone gepuurd, die een nieuw tijdperk van mobiele communicatie heeft geopend. Pas door het ondernemerschap van Steve Jobs werd effectief economische waarde gehaald uit technologische vernieuwing buiten Apple. Zonder dat ondernemerschap geen groei of welvaart.
Ik denk ook dat we het vermogen van de markten en de ondernemers onderschatten om voor de lange termijn te kiezen. Wie ontketende de revolutie van schaliegas en -olie in de Verenigde Staten? Wie ontwikkelt nieuwe generaties ruimteschepen en start het ruimtetoerisme? Wie pioniert met start-ups voor kernfusie tegen eind volgend decennium? Wie investeert honderden miljarden dollars per jaar in artificiële intelligentie en andere technologiesprongen? Allemaal privébedrijven. Geen enkele is vies van subsidies of overheidsprojecten. Maar de essentie is een marktomgeving die, met name dankzij schaalgrootte en diepe kapitaalmarkten, het doorbraakkapitalisme mogelijk maakt: kapitalisme waar de winsten op de korte termijn de doorbraken op de lange termijn financieren. Dat was ooit uniek voor de farmaceutische nijverheid. Het is nu breder en minder verweven met overheden.
Innovatie en groei zijn dus niet of-of, maar en-en. Zowel overheden, markten als ondernemers spelen een cruciale rol. Nu de overheid zich heruitvindt, moeten we ook beducht zijn voor de nevenwerkingen van overheidssturing. Enkel de overheid die de markt het best maakt en het ondernemerschap het best faciliteert, mag het beste groeipotentieel verhopen.
Weergave van column in Trends, geschreven in eigen naam.