Naar overzicht

Diamant



Het klinkt raar maar diamant is één van onze streekproducten. Het moderne diamantslijpen met een gietijzeren draaischijf, diamantpoeder en olijfolie werd in 1456 uitgevonden door de Bruggeling Lodewijk van Berken. De meest gebruikte slijpvorm, de briljant, is de verdienste van de Antwerpenaar Marcel Tolkowksy die dit in 1919 bedacht. Antwerpen is trouwens één van de belangrijkste mondiale centra voor de verhandeling van diamant en heeft reeds sedert 1886 een unieke diamantbeurs. In 2011 werden in Antwerpen nog diamanten verhandeld voor een totale waarde van 44,6 mld euro. 80 % van alle ruwe diamanten en 50 % van alle bewerkte diamanten passeren langs onze havenmetropool. Geen wonder dus dat Antwerpen mee het decor vormt voor de thriller “Diamant” van Jef Geeraerts en de daarop gebaseerde Tv-serie met Herbert Flack, Jan Decleir, Tine Van den Brande en Ann Ceurvels.

 

De rol die Antwerpen speelt in het slijpen en verhandelen van ruwe diamant, staat in schril contrast met de diamantslijperij op de arbeidsmarkt in deze metropool. De hoge jeugdwerkloosheid, inzonderheid ook bij allochtone jongeren, toont aan dat deze ruwe diamanten nog niet (h)erkend zijn op de arbeidsmarkt. Onontgonnen talent, talent met een zwakkere arbeidsmarktpositie, wordt nog te dikwijls beschouwd als goedkoop grafiet in plaats van als ruwe diamant. Het komt er dan ook op aan om dit ruw diamant te herkennen en te slijpen tot inzetbaar talent.

 

Misschien kunnen we hier ook iets leren van het echte diamantbewerkingsproces. Dit proces heeft tot doel de ruwe diamant zo te bewerken dat het licht schitterend wordt gebroken in de steen. De bewerkte steen wordt op vier criteria beoordeeld voor de waardebepaling; de 4 C’s van de prijsbepaling: cut (maaksel), carat (gewicht), clarity (zuiverheid) en colour (kleur).

Het maaksel, de “cut”, is mensenwerk in tegenstelling tot de zuiverheid, de kleur en ten dele het gewicht. Dit mensenwerk is van groot belang zodat het uiteindelijk de schittering en het kleurenspel van de diamanten tot volle glorie laat komen.

 

Op de arbeidsmarkt kunnen we dit bewerkingsproces vertalen in eveneens 4 C’s: competentie-herkenning, competentie-versterking, competentie-certificering en competentie-overdracht. Moeten we als arbeidsmarktactoren dit proces dan ook niet toepassen op de vele duizenden jonge werkzoekenden in de Antwerpse grootstad ( en in andere centrumsteden en de Limburgse mijngebieden)? Is het niet de taak van HRM om deze ruwe diamanten mee op te delven, te ontginnen en te slijpen? Anders dreigt talent nog duurder te worden dan diamant en krijgt het misschien de allure van bloeddiamant... Zoals Shirley Bassey passioneel “Diamonds are forever” zingt in de gelijknamige Bond-film, moeten we dit lied ook samen zingen op de arbeidsmarkt “Talents are forever, forever”...