Naar overzicht

Bescherming tegen crony capitalism

Vandaag heb ik het genoegen een panelgesprek te hebben met James Robinson, auteur van de bestseller “Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm”. Zijn boek kan gelezen worden als één grote waarschuwing tegen crony capitalism wat gedefinieerd kan worden als het plunderen van de bevolking ten voordele van politiek geconnecteerde organisaties. We hebben in het Westen steeds de aangename gedachte gekoesterd dat dit enkel een probleem is waarmee arme landen worstelen en dus reeds decennia achter ons ligt. Toen in 1997 de crisis toeslaag in Zuid-Oost Azië stuurden we onze experten van het Internationaal Muntfonds naar ginder om hen te wijzen op het fatale vermengen van publieke en private rollen of het nu over financiële of industriële holdings betrof.

Sinds de financiële crisis van 2007 is echter de vraag of we zelf ook niet in de spiegel moeten kijken op dit vlak. In het Spaanse banksysteem werd op vraag van bevriende politici een oog dichtgeknepen op de kredietkwaliteit van talloze bouwprojecten. In de Verenigde Staten zorgde minister van financiën Robert Rubin ervoor hoewel de overblijvende restanten van de Glass Steagall regelgeving een fusie tussen de verzekeraar Travelers en de bank Citigroup verbood, dit toch probleemloos kon doorgaan. Rubin verliet de schatkist in juli 1999 en werd enkele maanden later benoemd bij Citigroup voor een vergoeding van 15 miljoen dollar. Zijn beschermeling Lawrence Summers mocht zelfs nadien nog topadviseur bij Obama worden. Geen verrassing voor zij die de geschiedenis kennen van hoe de onbekende senator de financiële middelen vond om zijn Washingtoncarrière te lanceren . Het zijn dergelijke zaken die gebeuren onder de ogen van de bevolking zonder dat blijkbaar één wet overtreden wordt, die de legitimiteit van het stelsel ondergraven.

En zelfs dan slagen we erin om te doen alsof dergelijke zaken in eigen land niet voorkomen. Nochtans… Bankiers die met miljoenen euro’s aan bonussen naar huis gingen terwijl ze hun bank de grond in boorden, bestuurders van vehikels zoals de Gemeentelijke Holding die nooit ter verantwoording werden geroepen, een ex-partijvoorzitter die in 2008 bij de ondergang van een verzekeraar als excuus inroep dat hij niets van bankieren afkende en in 2013 probleemloos opnieuw voorzitter van een vehikel bij dezelfde groep,… In het buitenland verwijst men zelfs expliciet naar België om erop te wijzen dat in een klein land de gereguleerde sector problematisch dicht staat bij de regulator zelf.

Het probleem van te nauwe banden tussen politiek en bedrijfsleven (in het bijzonder het bankwezen) werd allang geleden onderkend. De stichters van de Verenigde Staten probeerden voldoende check&balances in te bouwen zodat er structureel voldoende tegenmacht ingebouwd werd. Eén van de roemruchte presidentskandidaten maakte van te veel politieke macht geconcentreerd bij de First Bank of America zelfs de inzet van de verkiezingen. Vandaag zit bijna de helft van alle bankbezittingen geconcentreerd bij een groepje van 15 mastodontbanken. Zo verschillend is de situatie niet op dit vlak in Europa of Amerika. Bij deze bankconcentratie draait Thomas Jefferson zich alvast om in zijn graf.

De essentie voor een goede maatschappij is dat iedereen, hoe machtig ook, verantwoording moet afleggen. De gezondheid van een economisch systeem wordt dus ook bepaald in hoeverre bijvoorbeeld minderheidsaandeelhouders beschermd worden door degelijke regels van deugdelijk bestuur. België scoort op deze thema’s overigens volgens internationale studies niet zo goed.

Vaak wordt er vanuit de elite neergekeken op de bevolking indien deze haar ongenoegen kenbaar maakt over mistoestanden. Of het nu echter over Electrawinds gaat of een ander geval van teniet gaan van publiek geld: eerder dan te spreken over verzuurde Vlamingen kan men een geëngageerde en kritische houding vanwege de burgers als een essentieel onderdeel beschouwen van burgerzin en civiel kapitaal. Talloos onderzoek toont inderdaad aan dat landen waar burgers kunnen klagen zonder schrik voor retaliatie voorspoediger zijn. Te veel wordt een retoriek opgehangen dat als we alles wat positiever zouden inzien, alle problemen vanzelf zouden weggaan. Vertrouwen komt inderdaad als een essentiële factor voor voorspoed uit studies. Dan gaat het echter niet over het cyclische en manipuleerbare “confidence” of sentimentele vlagen van optimisme of pessimisme maar het veel dieper gewortelde “trust” dat gebaseerd is op principes van verantwoordelijkheid. Kleine landen zijn niet alleen extra kwetsbaar voor groepen die elkaar afschermen maar ook voor conformistisch denken waarbij kritische gedachten eerder privaat gehouden worden. Ons land zou erg gebaat voor zijn door een meer “recht voor de raap”-attitude.

Een gezond systeem is er één dat ontvankelijk is voor kritische feedback. De reden waarom destijds parlementen werden opgericht was om de macht te controleren op uitwassen allerhande. Hopelijk hebben voldoende mensen zondag ook gestemd op een parlementslid dat doordrongen is van deze taak.

Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom van de denktank Itinera en Executive Professor aan de Antwerp Management School