Naar overzicht

Waarom vroegschoolse begeleiding niet genoeg is om ongelijkheid weg te werken

Sociale ongelijkheid wegwerken in onze maatschappij blijft een van de grootste hedendaagse uitdagingen. Alhoewel de ongelijkheid op wereldniveau tussen landen volgens onder andere de OESO (van Zanden, Baten, d’Ercole, Rijpma, Smith, & Timmer, 2014) bekeken op lange termijn daalt, blijft het op landniveau vaak een cruciale taak en beschrijft onder andere Piketty (2014) hoe de ongelijkheid vooral toeneemt. Maar op welke leeftijd pak je dit het meest succesvol aan?

Nobelprijswinnaar James J. Heckman omschrijft geboren worden als een van de belangrijkste bronnen van ongelijkheid en pleit daarom voor investeringen in effectieve programma’s gericht op zo jong mogelijke kinderen. Zijn stelling is dat zo vroeg mogelijk investeringen in baby’s, peuters en kleuters de grootst mogelijke return on investment hebben en ongelijkheid het best aanpakken.

Volgens Heckman betekent dit concreet dat je moet investeren in opvoedings- en ontwikkelingskansen voor gezinnen in achterstandssituaties om zo gelijke toegang mogelijk te maken voor succesvolle ontwikkeling. Verder moet je zo snel mogelijk, voor de leeftijd van 5 jaar, cognitieve en sociale vaardigheden ontwikkelen, omdat deze dan de meeste impact zouden hebben en andere investeringen in de kinderen later zullen bevoordelen (Heckman, 2006). Belangrijk is dat Heckman argumenteert dat interventies op kleuterschoolleeftijd van 3 jaar al rijkelijk laat zijn wegens dalende effectiviteit (Doyle, Harmon, Heckman & Tremblay, 2009).


heckman_-_pedro_debruyckere.pdf
(311.08 KB) Downloaden